nl Uw apparaat leren kennen
4 Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningselementen
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de
afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
3
1
4.2 Verwarmingsmethoden
Hier vindt u een overzicht van de verwarmingsmethoden. U krijgt aanbevelingen over het gebruik van de verwar-
mingsmethoden.
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethoden in.
Symbool
Verwarmingsmetho-
de
Circo Therm hete-
lucht
Milde Circo Therm
Grill, groot
Thermogrillen
Boven- en onder-
warmte
6
2
3
Gebruik en werkwijze
Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in
de circulatieluchtmodus en de energieklasse gebruikt.
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voorzichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Het beste zijn temperaturen tot 200°C.
Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerechten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmingsmethode is bijzon-
der geschikt voor gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van het energiever-
bruik in de conventionele modus.
1
Functiekeuzeknop
U kunt de functiekeuzeknop vanuit de nulstand
naar rechts of links draaien.
→ "Functies", Pagina 7
2
Temperatuurkiezer
→ "Temperatuur en instelstanden", Pagina 7
3
Kookzone-knoppen
Met de 4 kookzoneknoppen stelt u het vermo-
gen van de afzonderlijke kookzones in.
Aan het symbool boven de betreffende knop
kunt u zien welke kookzone ermee kan worden
ingesteld.
Afhankelijk van het type apparaat zijn de kook-
zoneknoppen verzonken. Voor het vergrendelin-
gen of ontgrendelingen in de nulstand op de
kookzoneknop drukken.
→ "Kookplaat", Pagina 7
Opmerking: Al naar gelang het type apparaat kunnen
de schakelaargrepen worden verzonken. Om in te klik-
ken en omhoog te klikken drukt u in de nulstand op de
schakelaargreep.