12.6 Lijst met DIL-configuratieswitches en functies
12.6 Lijst met DIL-configura-
tieswitches en functies
SW1-1 – brandpreventie op niet vergrendelend:
Selecteert een brandpreventierelais dat activeert of
niet activeert bij een brandconditie in een groep in
niet-vergrendelende modus.
– UIT: Brandpreventierelais activeert bij een brand-
conditie in een groep in niet-vergrendelende
modus.
– AAN: Brandpreventierelais activeert niet bij een
brandconditie in een groep in niet-vergrendelende
modus.
– [Functie voldoet niet aan EN54].
S/W1-2 – vertraging signaalgever uit en herstellen:
– UIT: Geluid uit en reset beschikbaar zoals nor-
maal.
– AAN: Voorkomt dat het alarmgeluid wordt afgezet
of gereset gedurende 3 minuten na het optreden
van de brandmeldconditie.
[Functie voldoet niet aan EN54].
SW1-3 – automatisch vertraging aan:
– UIT: De vertragingsmodus wordt automatisch
één keer per dag op een ingestelde tijd uitgescha-
keld [daarvoor moet de vertragingsmodus eerst
handmatig worden ingeschakeld].
– AAN: De vertragingsmodus wordt één keer per
dag op de ingestelde tijden automatisch in- en uit-
geschakeld.
Hiervoor is de optionele klokmodule nodig.
SW1-4 – configuratie niet-vergrendelende groepen:
– UIT: Configuratiemodus gedeactiveerd.
– AAN: Geselecteerde groepen kunnen in niet-ver-
grendelende brandmodus worden geconfigu-
reerd via de selecteerfunctie voor installateurs.
[Functie voldoet niet aan EN54].
SW1-5 – configuratie intrinsiek veilige groepen:
– UIT: Configuratiemodus gedeactiveerd.
– AAN: Geselecteerdegroepen kunnen worden
geconfigureerd als intrinsiek veilig alarmdrempels
en passieve storingsbewaking van leidingeinde
via de selecteerfunctie voor installateurs. [Voor
gebruik met
– galvanische MTL 5561-isolatoren].
[Functie voldoet niet aan EN54.]
SW1-t – configuratie M/S-groepen:
– UIT: Configuratiemodus gedeactiveerd.
– AAN: Geselecteerde groepen kunnen in kortslui-
tende brandmodus worden geconfigureerd via de
selecteerfunctie voor installateurs.
SW1-4 – configuratie vertragingsgroepen:
– UIT: Configuratiemodus gedeactiveerd.
34
– AAN: Geselecteerde groepen kunnen in vertra-
gingsmodus worden geconfigureerd via de selec-
teerfunctie voor installateurs.
SW1-8 – configuratie vertragingsuitgangen:
– UIT: Configuratiemodus gedeactiveerd.
– AAN: Er kunnen via de selecteerfunctie voor
installateurs uitgangen worden geselecteerd
waarop de centralevertraging van toepassing is.
SW1-9 – 2-fasige vertraging:
– UIT: Enkelfasige vertragingsmodus.
– AAN: Tweefasige vertragingsmodus.
SW1-10 – alarmen alleen bij ontruiming:
– UIT: Signaalgevers werken bij iedere brandcondi-
tie inclusief ontruiming.
– AAN: Selecteert signaalgevers die alleen active-
ren als
– de centrale zich in de ontruimingsconditie
bevindt.
Functie voldoet niet aan EN54.
SW2-1 – signaalgevers uit vóór herstellen:
Selecteert het soort resetmodus. [Functie voldoet
niet aan EN54. Beschikbaar gesteld om te voldoen
aan de vereisten van klanten]:
– UIT: Reset beschikbaar als de centrale zich in de
brand- of storingsconditie [geluid niet afgezet]
bevindt.
– AAN: Reset brandconditie alleen beschikbaar als
de centrale zich in de conditie met afgezet geluid
bevindt. Storingsreset beschikbaar als de centrale
zich in de storingsconditie bevindt.
SW2-2 tot 2-5 – vertraging/minuten:
Stelt de duur in van het variabele tijdsvertragingsele-
ment [bijvoorbeeld de enkelfasige vertraging en fase
2 van de tweefasige vertraging] in stappen van 1
minuut binnen het bereik van 0 – 9 minuten. Zie
tabel 6
Duur ver-
SW2
traging
2
GEEN
Uit
1 minuut
Aan
2 minuten
Uit
3 minuten
Aan
4 minuten
Uit
5 minuten
Aan
6 minuten
Uit
7 minuten
Aan
8 minuten
Uit
9 minuten
Aan
Tabel 6: Switchinstellingen voor vertragingen op het
moederbord
Installatie- en montagehandleiding Doc. versie 2.0
FIRECLASS Precept EN13
SW2
SW2
SW2
3
4
5
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Aan
Uit
Aan
Aan
Uit
Aan
Aan
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Aan