FIRECLASS Precept EN13
8.2.1
Installatie-instructies voor
centrale
1 De vlakkabel voor het display loskoppelen van de
kop op het moederbord.
2 De aardstrook die de deur aan de achterkast verbindt
via de vorkconnector op de deur.
3 De scharnierpen aan de onderkant van de deur los-
schroeven terwijl de deur wordt vastgehouden. De
onderkant van de deur losdraaien van de achterkast
en de deur van de scharnierpen trekken.
4 De deur voorzichtig op een kant plaatsen en de
onderste scharnierpen in de achterkast vervangen.
5 De twee onderste frameschroeven losschroeven en
verwijderen en de twee montageschroeven alleen
losser draaien.
6 Het frame voorzichtig omhoog tillen om de schroef-
koppen uit te lijnen op de grote gaten in de sleutel-
gaten van het onderstel. Het frame zodanig optillen
dat deze loskomt van de bovenste schroeven en de
behuizing. Erop letten dat de draden die aangesloten
blijven op de achterkast niet strak worden getrok-
ken.
7 De aardstrook die de achterkast en het frame me het
aardblok verbinden loskoppelen.
8 De losse draden van de transformator naar het voe-
dings- en aardblok loskoppelen.
9 Het frame van de behuizing verwijderen en voorzich-
tig wegzetten.
LET OP
Zowel de deur als het frame heeft een
printplaat met kwetsbare en gevoelige
elektronische componenten. Deze moeten in
een schone, droge en stofvrije omgeving
worden geplaats waar ze niet kunnen worden
beschadigd. U kunt deze in de originele
verpakkingsdoos bewaren, u moer er echter
wel op letten dat er voldoende zachte
verpakking worden gebruikt om de deur en
frame gescheiden te houden.
10 De drie gaten in de achterkast zoeken die worden
gebruik voor het monteren van de behuizing.
11 De behuizing op de gewenste locatie plaatsen en de
positie van het bovenste gat markeren. De behuizing
verwijderen en een geschikte bevestiging op de
wand aanbrengen. De behuizing aan het bovenste
bevestigingspunt hangen en ervoor zorgen dat deze
waterpas staat. De locaties van de andere twee
montagegaten markeren.
12 De behuizing van de wand verwijderen en geschikte
bevestigingen op de twee overige montagepunten
aanbrengen. De behuizing met alle drie montage-
punten aan de wand bevestigen.
Installatie- en montagehandleiding Doc. versie 2.0
13 De vereiste kabeldoorgangen in de centralebehui-
zing voorzichtig verwijderen en de volledige veldbe-
drading erdoor halen. Daarbij erop letten dat er zich
voldoende lange leidingen in de behuizing bevinden.
Ervoor zorgen dat alle leidingen duidelijk gelabeld
zijn.
LET OP
GEEN ongebruikte kabeldoorvoeren
verwijderen. Alle ongebruikte
kabeldoorvoeren die open zijn moeten
worden afgedekt met een geschikte plus
(apart verkrijgbaar).
14 De aarddraden van de veldbedrading aansluiten op
het koperen aardblok aan de bovenkant van de ach-
terkast. Er mogen maximaal twee draden op ieder
contact worden aangesloten.
15 Ervoor zorgen dat het kabelscherm behouden blijft
tot aan de laatste component op het circuit. Het
scherm mag alleen worden aangesloten op de aarde
van de behuizing in de centrale met behulp van de
aanwezige aardblokken. [Verschillende vereisten zijn
van toepassing voor het scherm van de gegevenska-
bel voor het aansluiten van de repeaters – zie 8.2.2
„Optionele C1631-repeaterinterface installeren"].
16 De inkomende beveiligingsaardleiding op het aard-
blok in het netaansluitblok aansluiten. Dit is het pri-
maire aardingspunt met het label
kleine Grafik
[ook gelabeld als E]. Zie paragraaf
17 Stof en vuil uit de behuizing verwijderen.
18 De voedingskabel aansluiten op het netaansluitblok
[L-aansluiting] zoals beschreven in paragraaf
19 De neutrale voedingskabel aansluiten op het netaan-
sluitblok [L-aansluiting] zoals beschreven in para-
graaf
QV 0.
20 De voedingskabel met de meegeleverde kabelbin-
der bevestigen in kabelklem naast het netaansluit-
blok.
LET OP
De klem moet zich boven de buitenste
kabelisolatie bevinden.
21 Het frame in de omgekeerde volgorde van de verwij-
dering opnieuw installeren. Alle draden weer aan-
sluiten en erop letten dat geen van de draden klem
komt te zitten tussen het frame en de achterkast. Op
dit moment de veldbedrading nog niet aansluiten.
22 De deur weer monteren. De montageprocedure
vindt in de omgekeerde volgorde van de verwijde-
ring plaats. Erop letten dat de aardstrook en de vlak-
kabel correct zijn aangesloten.
8.2 Installatie-instructies
hier fehlt eine
QV 0.
QV 0.
19