Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedradingscontrole Voorafgaande Aan De Inbedrijfstelling; Opstarten - FireClass Precept EN13 Installatie- En Montage Instructie

Inhoudsopgave

Advertenties

FIRECLASS Precept EN13
9.4
Bedradingscontrole
voorafgaande aan de
inbedrijfstelling
LET OP
De volledige bedrading moet worden getest
voordat een specifiek detectie-, alarm- en
hulpcircuit in bedrijf wordt gesteld.
EN54-13 schrijft voor dat de centrale een
verlaging of verhoging van de weerstand
tussen de kernen (bijvoorbeeld door
binnengetreden vocht) moet kunnen
herkennen. Daarom is het belangrijk dat de
volgende kabelcontroles zorgvuldig worden
uitgevoerd voor een correcte bewaking van
groeps- en alarmcircuitkabels.
1 Zorg ervoor dat er geen apparaten aangesloten zijn
op de detectiegroepen en alarmcircuits, maar dat de
kabels verbonden zijn naar de apparaatlocatie om
een continu circuit te bereiken.
2 Zorg ervoor dat de weerstand van alle kabels naar de
aarde en tussen kernen minimaal 2 mOhm bedraagt.
Controleer het volgende:
– positieve naar aarde weerstand is 2 mOhm of
hoger
– negatieve naar aarde weerstand is 2 m
– ohm of hoger
– negatieve naar aarde weerstand is 2 mOhm of
hoger
3 Een draadverbinding als eindweerstand op iedere
groep aansluiten. Aan de centralezijde de weerstand
aan de positieve en negatieve einden van de kabel
voor ieder groepscircuit meten en ervoor zorgen dat
de waarde niet hoger is dan 12 ohm. Niet vergeten
om na de test de draadverbindingen te verwijderen.
4 De alarmcircuits moeten worden bedraad in een lus
zonder eindweerstand. Aan de centralezijde de
weerstand aan de twee positieve einden van de
kabel en daarna van de twee negatieve einden van
de aardkabel van de circuits meten en ervoor zorgen
dat de waarde niet hoger is dan 6 ohm.
Door alle circuits moet op de correcte polariteit wor-
den gelet. Fouten corrigeren.
Nu moeten alle bellen, detectorkoppen en handmel-
ders worden aangesloten en de correcte eindweer-
standen worden aangebracht aan het groepscircuit.
De meegeleverde reserve-eindweerstanden gebrui-
ken en de eindweerstanden nu nog in de centrale-
aansluitingen laten zitten. Niet vergeten om de ver-
bindingen op de detectorsokkels te verwijderen. De
eindweerstand voor de alarmcircuits is al aange-
Installatie- en montagehandleiding Doc. versie 2.0

9.4 Bedradingscontrole voorafgaande aan de inbedrijfstelling

bracht op het alarmcircuitrelaisbord in de centrale.
Erop letten dat de polariteit van iedere component
klopt.
WAARSCHUWING
(waarschuwingstitel)
Installatie intrinsiek veilige groep.
De condensator/eindweerstand kan
niet worden aangesloten op groe-
pen die intrinsiek veilige detectie-
componenten in gevaarlijke zones
bewaken. Anders bestaat er een
explosierisico in de gevaarlijke
zone. Er moeten eindweerstanden
met een waarde van 3k9 worden
gebruikt, die voldoen aan de vereis-
ten in het installatiegegevensblad
bij de intrinsiek veilige barrière en
de intrinsiek veilige branddetectie-
componenten.
Om ervoor zorgen dat de bewaking
van de detectorkopverwijdering
correct werkt als er eindweerstan-
den worden gebruikt, moeten alle
dioden in de detectorsokkels in het
circuit tijdens de verwijdering van
de detectorkop moeten worden los-
gekoppeld.
De centrale moet worden geconfi-
gureerd om intrinsiek veilige groe-
pen te bewaken.
De eerste component in een intrin-
siek veilige groep moet een galvani-
sche MTL5561-isolator zijn. Detec-
toren en handmelders aan de vei-
lige zijde van de barrière zijn niet
toegestaan.
Om te voldoen aan de vereisten van
BS5839 moeten alle handmelders
worden geplaatst binnen de groeps-
bedrading tussen de intrinsiek vei-
lige barrière / isolatie en de eerste
detector. Alle handmelders en
detector aan het leidingeinde van
een detector wordt gedeactiveerd
als de detectorkop verwijderd is.
9.5

Opstarten

1 Voor het opstarten van de centrale moet deze geïn-
stalleerd zijn zoals beschreven in de installatie-
instructies, moet de volledige bedrading volledig zijn
geïnstalleerd, getest en ingevoerd in de behuizing
van de centrale, maar nog niet aangesloten op de
aansluitingen van de centrale. De stroomvoeding
moet buiten de centrale geïsoleerd zijn.
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Precept en

Inhoudsopgave