Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingang Klassewisseling; Uitgangen Voor Brand- En Storingsdoormelding - FireClass Precept EN13 Installatie- En Montage Instructie

Inhoudsopgave

Advertenties

FIRECLASS Precept EN13
– De kabels van de groep met de storing loskoppe-
len en de meting van de kabelweerstand herhalen
zoals hierboven beschreven.
– Controleren of alle detectoren en handmelders
correct bedraad zijn.
– Controleren of het aantal aangesloten componen-
ten niet hoger is dan het toegestane maximum.
– Controleren of de correcte eindweerstand is aan-
gesloten.
– Nadat alle controles uitgevoerd zijn, de kabels
weer op de groepsaansluitingen aansluiten en het
opstartproces herhalen.
4 De stappen 1 tot 3 herhalen voor alle overige groeps-
circuits.
5 Storingsconditie groepen:
Controleren of de storingsbewaking van de kabel
werkt door de eindweerstand van de groep los te
koppelen. Controleren of de storingsconditie wordt
aangegeven bij de juiste groep van de brandcentrale.
De eindweerstand weer aansluiten en controleren of
de storingsindicatie verdwenen is.
Een kortsluiting aanbrengen bij de eindweerstand en
controleren of op de centrale de juiste storingsindi-
catie wordt aangegeven.
De kortsluiting verwijderen en controleren of de sto-
ringsindicatie verdwenen is.
6 Brandcondities groepen
Beginnend bij de dichtstbij de centrale gelegen com-
ponent alle handmelders en detectiecomponenten
in de groep een voor een activeren.
Na activering van iedere component bevestigen:
– De brandindicatie wordt voor op de centrale bij de
correcte groep aangegeven.
– De brandmeldapparatuur werkt correct overeen-
komstig de configuratie van de centrale.
– De uitgangen voor branddoormelding en brand-
preventie werken correct overeenkomstig de
configuratie van de centrale.
Op zoemer uit en resetknoppen drukken na iedere
componenttest en controleren of het alarm ver-
dwijnt (handmelders moeten met de hand worden
gereset voordat de centrale wordt gereset).
7 Detectoren verwijderen.
De 1e detector aan de groepskabel verwijderen
[geteld vanaf de centrale] op de groep en controle-
ren of de correcte groepsstoring wordt aangegeven
op de centrale.
Voor niet intrinsiek veilige groepsapplicaties:
– Een handmelder tussen de verwijderde detector
en de eindcondensator activeren. Controleren of
de centrale op de hierboven beschreven wijze
voor een brandconditie reageert.
Installatie- en montagehandleiding Doc. versie 2.0
– De detector weer aanbrengen, de handmelder
resetten, op de knop "zoemer uit" drukken en
vervolgens op de knop "herstellen" op het dis-
playbord van de centrale drukken en controleren
of de centrale terugkeert naar de normale toe-
stand.
– Herhalen voor alle detectoren in de groep.
Voor intrinsiek veilige groepsapplicaties:
– Een handmelder activeren en controleren of de
juiste brandmeldconditie op de centrale wordt
aangegeven (ervan uitgaande dat de installatie
voldoet aan BS5839).
– Controleren of de overige handmelders in de
groep werken door de handmelder te resetten en
de centrale in iedere fase stil te zetten en te reset-
ten.
– De detector weer aanbrengen en controleren of
de centrale terugschakelt naar de normale status.
– Een voor een de overige detectoren controleren
door te controleren of ze steeds de juiste foutindi-
catie aangeven.
8 Stappen 5 tot 7 voor iedere groep totdat alle groepen
in bedrijf gesteld zijn.
9 Alle gevonden fouten moeten worden opgespoord
en hersteld worden voordat het werk kan worden
voortgezet.
9.7.3

Ingang klassewisseling

1 De schakelaar voor de klassewisseling aansluiting
op de ingang klassewisseling op het moederbord.
2 Schakelaar voor klassewisseling bedienen en op het
volgende letten:
– De alarmen gaan voor 5 seconden af en stoppen
dan.
– De interne zoemer op de centrale activeert niet.
– De interne zoemer op de repeaters activeert niet.
3 De schakelaar klassewisseling deactiveren
9.7.4
Uitgangen voor brand- en
storingsdoormelding
1 De weerstand van de circuitcontacten voor de uit-
gang branddoormelding verwijderen en de veldbe-
drading op de contacten aansluiten; op de juiste
polariteit letten. Controleren of alle foutindicaties na
enkele seconden zijn verdwenen.
2 Om de uitgang te activeren een brandconditie in een
groep initiëren. Controleren of het brandsignaal
wordt ontvangen bij het ontvangende station. De
brandmeldcentrale uitzetten en resetten om de uit-
gang te wissen.
3 De weerstand van de circuitcontacten voor de uit-
gang storingsdoormelding verwijderen en de veldbe-
drading op de contacten aansluiten; op de juiste
9.7 Inbedrijfstellingprocedure
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Precept en

Inhoudsopgave