7
Rapporten afdrukken
Faxinstellingen en
-activiteiten
U dient het verzendingsrapport en de
journaalperiode in te stellen via het menu.
Druk op Menu/Set, 2, 4, 1.
Kies rapport
1.Verzendrapp.
—OF—
druk op Menu/Set, 2, 4, 2.
Kies rapport
2.Journaal tijd
Het verzendrapport
aanpassen
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport staan de datum en de tijd waarop het
bericht werd verzonden, en wordt tevens
aangegeven of de transmissie geslaagd was
(OK). Als u Aan of Aan+Beeld selecteert,
wordt dit rapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer
stuurt, hebt u waarschijnlijk meer nodig dan
alleen de taaknummers om te weten welke
faxen u opnieuw moet verzenden. Als u
Aan+Beeld of Uit+Beeld selecteert, wordt
in het rapport een deel van de eerste pagina
van het faxbericht afgedrukt om u te helpen
herinneren wat er in de fax stond.
Opmerking
Wanneer het controlerapport op Uit of
Uit+Beeld staat, wordt het rapport alleen
afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens
het verzenden en wordt in de RESULT-kolom
FOUT gezet.
1
Druk op Menu/Set, 2, 4, 1.
Kies rapport
1.Verzendrapp.
2
Druk op ▲ of ▼ om Aan , Aan+Beeld ,
Uit of Uit+Beeld te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
7
7 - 1