Nummergroepen voor het
groepsverzenden instellen
Groepen kunnen worden opgeslagen onder
een ééntoetsnummer of een
snelkiesnummer, waarmee u hetzelfde
faxbericht naar meerdere faxnummers kunt
verzenden. U drukt op het ééntoetsnummer
en Start of Zoeken/Snelkiezen, #, de
driecijferige locatie en Start. Eerst moet elk
faxnummer als een ééntoetsnummer of
snelkiesnummer worden opgeslagen.
Daarna kunt u deze nummers in groepen
combineren. Iedere groep gebruikt een
ééntoetsnummer of een snelkiesnummer. U
kunt maximaal acht groepen hebben, of
maximaal 207 nummers voor één grote
groep. (Zie Eéntoetsnummers opslaan op
pagina 5-1 en Snelkiesnummers opslaan op
pagina 5-2.)
1
Druk op Menu/Set, 2, 3, 3.
Kiesgeheugen
3.Groep instell.
2
Besluit waar u de groep wilt opslaan.
—EN—
druk op een ééntoetsnummer.
—OF—
druk op Zoeken/Snelkiezen en voer de
driecijferige locatie in, en druk
vervolgens op Menu/Set.
(Druk bijvoorbeeld op ééntoetsnummer
1.)
3
Toets het groepsnummer met de
kiestoetsen (1 tot 8) in.
Groep instell.
Groep instel:G01
Druk op Menu/Set.
(Druk bijvoorbeeld op 1 voor groep 1.)
Snelkiesnummers en kiesopties
Opmerking
Kies een groepsnummer tussen 1 en 8.
4
Als u ééntoetsnummers of
snelkiesnummers in de groep wilt
opnemen, voert u deze als volgt in:
bv. voor ééntoetsnummer 2 drukt u op
ééntoetsnummer 2. Het LCD-scherm
toont
002 . Voor snelkiesnummer 09
drukt u op Zoeken/Snelkiezen, en kiest
u vervolgens 009 met de kiestoetsen.
Groep instell.
G01:
002#009
5
Druk op Menu/Set om de nummers voor
deze groep te accepteren.
6
Gebruik de kiestoetsen en het schema
op pagina B-10 om een naam voor de
groep in te voeren.
Druk op Menu/Set.
(Typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN ).
7
Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt een lijst van alle ééntoetsnummers en
snelkiesnummers afdrukken.
Groepsnummers staan in de kolom GROEP.
(Zie Rapporten afdrukken op pagina 7-2.)
5
5 - 3