5.
Voer de hoogte en breedte van het nieuwe aangepaste formaat in.
6.
Klik op de pijl rechts van het veld Niet-bedrukbaar gedeelte en selecteer de printer in de lijst. Of
stel de boven-, onder-, rechter- en linkerkantlijn in voor Door gebruiker gedefinieerde kantlijnen.
Druk op OK om de instellingen op te slaan.
7.
Afdrukken op papier van aangepast formaat
Opmerking:
Voordat u op een aangepast papierformaat afdrukt, gebruikt u de toepassing
Aangepaste papierformaten in de printereigenschappen om het aangepaste formaat te definiëren.
Zie
Aangepaste papierformaten opgeven
Afdrukken op een aangepast papierformaat met Windows
1.
Plaats het aangepaste papier in de lade. Zie
2.
Klik in de applicatie op Bestand > Afdrukken en selecteer uw printer.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen.
3.
4.
Op het tabblad Afdrukopties selecteert u het gewenste aangepaste formaat in de
vervolgkeuzelijst Papier.
Opmerking:
Als u op papier met een aangepast formaat afdrukt, definieert u het aangepaste
formaat in de printereigenschappen voordat u met afdrukken begint.
5.
Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Andere soort.
Selecteer eventuele andere gewenste opties en klik op OK.
6.
7.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK om te beginnen met afdrukken.
Afdrukken op een aangepast papierformaat met Macintosh
1.
Plaats het aangepaste papierformaat. Zie
Klik in de applicatie op Pagina-instelling.
2.
3.
Selecteer het aangepaste papierformaat in de lijst met papierformaten.
4.
Klik op OK.
5.
Klik in de applicatie op Afdrukken.
6.
Klik op OK.
op pagina 84 voor meer informatie.
Papier plaatsen
Papier plaatsen
op pagina 50 voor meer informatie.
®
®
Xerox
WorkCentre
3615 multifunctionele zwart-wit printer
Bezig met afdrukken
op pagina 50 voor meer informatie.
Handleiding voor de gebruiker
85