Onderhoud
Selecteer NVM initialiseren en selecteer een optie.
4.
5.
Selecteer Initialiseren.
Selecteer Ja, initialiseren.
6.
Op de printer wordt een bericht weergegeven en hierna verschijnt het scherm Startpagina
Functies.
De afdrukkenteller initialiseren
Met de functie Afdrukkenteller initialiseren wordt de afdrukkenteller op nul gezet.
De afdrukkenteller initialiseren:
Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer.
1.
2.
Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell.
Selecteer Serviceprogramma's.
3.
Selecteer Afdrukkenteller initialiseren.
4.
5.
Selecteer Initialiseren.
Selecteer Ja, initialiseren.
6.
Op de printer wordt een bericht weergegeven en hierna verschijnt het scherm Startpagina
Functies.
De transfereenheid op nul zetten
Met de functie Transfereenheid opnieuw instellen wordt de teller van de transfereenheid op nul gezet
na het vervangen van de eenheid.
De transfereenheid op nul zetten:
Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer.
1.
2.
Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell.
3.
Selecteer Serviceprogramma's.
Selecteer Transfereenheid opnieuw instellen.
4.
5.
Selecteer Opnieuw instellen.
Selecteer Ja, opnieuw instellen.
6.
Op de printer wordt een bericht weergegeven en hierna verschijnt het scherm Startpagina
Functies.
De fuser opnieuw instellen
Met de functie Fuser opnieuw instellen kunt u de teller van de fuser op nul zetten. Gebruik deze functie
na het vervangen van de fuser.
De fuser opnieuw instellen:
Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer.
1.
Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell.
2.
3.
Selecteer Serviceprogramma's.
Selecteer Fuser opnieuw instellen.
4.
®
140
Xerox
WorkCentre
Handleiding voor de gebruiker
®
3615 multifunctionele zwart-wit printer