Ingebouwde hulpfunctie
middelen) van de meetpunten. Het beschrijft hoe dicht een groep gegevenspunten zijn geclus-
terd rond het gemiddelde van die gegevenspunten. Het is een indicatie voor het metingkaliber.
Hoe kleiner de SD, hoe beter de kwaliteit van de verzamelde gegevens.
Meetkwaliteit is een factor die wordt bepaald door de volgende meet- en omgevingscriteria:
hoekrotatie, standaarddeviatie van de meetellips, trilling, rotatiegelijkheid, hoekrotatie-iner-
tie, rotatierichting, snelheid en filteruitvoer. Hoe hoger de factor, hoe beter de kwaliteit van
de meting.
De gewenste factor wordt ingesteld door op het corresponderende item te tikken. Het mid-
delen wordt ingesteld door te tikken op de knop 'Middelen'.
Middelen
In bepaalde industriële omstandigheden kan het noodzakelijk zijn het aantal metingen (gere-
gistreerde laserpulsen) voor het middelen te verhogen om de gewenste nauwkeurigheid te
bereiken. Dergelijke gevallen omvatten omgevingen met verhoogde machinetrillingen. Een
verhoogd gemiddelde verbetert tevens de accuratesse bij het meten van glijlagers, wit meta-
len lagers en halslagers.
Middelen is mogelijk bij 'puntmetingen' zoals 'intelliPOINT', 'Multipoint' en 'Statische modus'.
Stel het middelen in door te tikken op de knop 'Middelen' [1]. Een schaal [2] voor het instellen
van de waarde voor het middelen verschijnt op het scherm. Tik op de gewenste waarde voor
het middelen; dit verschijnt vervolgens in de knop 'Middelen' [1].
52
Versie:2.3