Ingebouwde hulpfunctie
Raak tijdens deze procedure de gele duimdraaiknoppen voor de positie van de laser-
straal NIET aan.
1. Voer de verticale en horizontale aanpassing van de laserhouder-assemblage uit door deze
horizontaal door de middengroef op de rail te schuiven en deze verticaal te positioneren door
de rail te draaien.
2. Herhaal de bovenstaande procedure tot de laserstraal het midden van het doel raakt op de
rotatieas van de uit te lijnen machine.
Zodra de laserstraal op het doel is gecentreerd, zet u de frontplaat op de flens vast.
Bij gebruik van de middenbout zet u deze vast met de meegeleverde 17 mm steek-
l
sleutel.
Bij gebruik van de T-groefbouten zet u deze op de gebruikelijke wijze vast.
l
Positioneren van de laser en montage van de sensor voor meten
For positioning sensALIGN 5 laser and sensor for measurement, please refer to "Positioneren
van de sensALIGN 5 laser en montage van de sensALIGN 5 sensor voor meten" op pagina 182.
Bij deze stap wordt de laser gemonteerd aan de onderkant van de laserhouder terwijl de sen-
sor op de as van de uit te lijnen machine wordt gemonteerd.
176
Versie:2.3