Inhoud Inhoud Systeempakketten Het functieniveau ROTALIGN touch (gebruikt sensALIGN 7-sensor en laser) Het functieniveau OPTALIGN touch (gebruikt sensALIGN 5-sensor en laser) Home-scherm Home-scherm — Meervoudige koppeling Configuratie Componenten Computer Apparaatinterfaces, ingebouwde camera en labels sensALIGN 7 componenten sensALIGN 7-laser sensALIGN 7-sensor sensALIGN 7-laser- en sensorlabels sensALIGN oplaadbare batterij sensALIGN 5 componenten...
Pagina 5
Afmetingen Koppelingseigenschappen Specificaties Machine-eigenschappen Schakelen Kleur van de machine Thermische groei Berekening van thermische groei Meerdere voeten Aanpassen van de laserstraal Wizard voor aanpassing van laser Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 7) sensALIGN 7 laser en sensor De LED's voor aanpassing van laserstraal begrijpen Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 5) Met behulp van sensALIGN 5-laser en sensor XY-weergave...
Pagina 6
Handmatige meetwaarden invoeren Toevoegen van een meetklokmeting Geldigheidsregel Converteren van koppelingsresultaten naar meetklokmetingen Het meetbereik handmatig vergroten Resultaten Tekenconventie Resultaten van meerdere voeten Voetcorrecties Toleranties Beschikbare tolerantietabellen ANSI-standaardspecificatie-toleranties Gebruikersgedefinieerde toleranties Asymmetrische en symmetrische toleranties Tolerantietabel gebaseerd op koppelingsformaat touch│Ingebouwde hulpfunctie...
Pagina 7
Een installatie downloaden van Cloud-drive RFID Toewijzen van een opgeslagen meetbestand aan een RFID-tag Openen van een meetbestand dat is toegewezen aan een RFID-tag Ingebouwde camera Galerij Een screenshot maken op het touch-apparaat Soft foot Sensormeting Handmatige invoer Soft foot-wizard Typen soft foot...
Pagina 8
Voorwaarde voor het uitvoeren van meervoudige koppeling Toegang tot de functionaliteit voor meervoudige koppelingen Selecteren en initialiseren van sensoren in meervoudige koppeling Ontbrekende dimensies bij meervoudige koppeling Meervoudige koppelingsmetingen uitvoeren Metingen uitvoeren (Multipoint / intelliPOINT) Meervoudige koppelingresultaten evalueren touch│Ingebouwde hulpfunctie...
Pagina 9
Uitlijnen van aandrijflijnen met meerdere elementen Simultane Live Move bij meervoudige koppeling Kennismaken met cardanaandrijvingen Meetprocedures in de cardantoepassing Uitlijnen van cardanas - de roterende armsteun gebruiken Monteren van sensALIGN laser en sensor Monteren van de beugels op de assen Uitlijnen van cardanas –...
Pagina 10
Items onder "Couplings" (Koppelingen) LT in meervoudige koppeling – selecteren en initialiseren van sensoren Live Trend in meervoudige koppeling – selecteren en initialiseren van sensoren LT in meervoudige koppeling – ontbrekende dimensies Live Trend in meervoudige koppeling – ontbrekende dimensies touch│Ingebouwde hulpfunctie...
Pagina 11
LT meting in meervoudige koppeling Live Trend meting in meervoudige koppeling LT resultaten in meervoudige koppeling Live Trend resultaten in meervoudige koppeling firmware-update sensALIGN 7 sensor en laser Bijwerken van de sensor-firmware naar een nieuwere versie Bijwerken van de laser-firmware naar een nieuwere versie Melding over kalibratie van de sensor en laser sensALIGN 5 firmware-update sensor Bijwerken van de sensor-firmware naar een nieuwere versie...
Ingebouwde hulpfunctie Systeempakketten Het touch-systeem is verkrijgbaar met twee verschillende functieniveaus. Het functieniveau ROTALIGN touch gebruikt de sensALIGN 7-sensor en laser terwijl de OPTALIGN touch func- tieniveau de sensALIGN 5-sensor en laser gebruikt. Beide niveaus worden geleverd in vier ver- schillende configuraties.
Pagina 13
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking Controleer en verzeker u ervan dat de geleverde pakketartikelen overeenstemmen met de inkooporder en de paklijst. U kunt ook de online productcatalogus raadplegen. Neem contact op met PRUFTECHNIK Condition Monitoring of uw plaatselijke ver- koopvertegenwoordiger als een pakketstuk is beschadigd of ontbreekt. Versie:2.3...
Live Trend, Multi-coupling (meervoudige koppelingen) en Vibration check (trillingcontrole) zin inactief in het functieniveau OPTALIGN touch. Het symbool "RFID" wordt gebruikt om installaties te openen die zijn toegewezen aan respectievelijke RFID-tags. Het symbool "Nieuw onderdeel" wordt gebruikt om een nieuw onderdeel te starten (mogelijk een pomp-motor-combinatie).
Pagina 15
(16) Het symbool "Vorige" wordt gebruikt om terug te keren naar het vorige scherm. (17) Het symbool "Uitschakelen" wordt gebruikt om de ROTALIGN touch computer uit te schakelen. (18) Het symbool "Camera-LED aan/uit" wordt gebruikt om de Camera-LED in of uit te schakelen.
Live Trend toepassingen. Dit symbool wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de Meervoudige koppeling func- tionaliteit. Dit symbool wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de meervoudige koppeling Live Trend functionaliteit. touch...
Indien uitgeschakeld, verloopt de overgang snel. > Automatische helderheid – past de schermhelderheid van het touch-apparaat aan. Als "Auto brightness" (Automatische helderheid) is ingeschakeld, wordt de helderheid van het display automatisch aangepast. Indien uitgeschakeld, kan de helderheid van het scherm handmatig worden aangepast door de schuifregelaar voor helderheid naar links of rechts te slepen.
Pagina 18
Instellen van de tijdzone "London" resulteert in een standaard toerental van 1500. Indien geactiveerd, wordt 'Wireless connection' (Draadloze verbinding) gebruikt om het touch-computer te verbinden met beschikbare wifi-netwerken. Opmerking Het touch-computer kan alleen verbinding maken met wifi-netwerken die geen afzonderlijke webbrowsers openen bij aanmelding. touch...
Pagina 19
Ingebouwde hulpfunctie 'Sensor list' (Sensorlijst) toont alle beschikbare sensors. Het scherm "About" (Over) toont het functieniveau van het apparaat ( ROTALIGN touch of OPTALIGN touch), serienummer, firmware-versie van de toepassing en beschikbare geheugenruimte. Open source licenties en andere wettelijke Android vereisten kan u op dit scherm raad- plegen door op ‘Licenties’...
De beschikbare functieniveaus zijn als volgt: computer kan worden gebruikt met de sensALIGN 5-sensor/laser-combinatie of met de sensALIGN 7-sensor/laser-combinatie. Het functieniveau ROTALIGN touch gebruikt de sensALIGN 7-sensor en laser Het functieniveau OPTALIGN touch gebruikt de sensALIGN 5-sensor en laser Computer Het computer heeft een multitouch-scherm en wordt bediend met tikken en swipen.
Ingebouwde hulpfunctie Apparaatinterfaces, ingebouwde camera en labels Het computer heeft drie connectors onder de schuifstofkap aan de bovenzijde van het appa- raat. 1: Voedingsconnector voor oplader; 2: Universele connector voor sensor, pc en oplader; 3: USB-host-connector voor USB-geheugenapparaat (voor opslaan van installatiemeetbestanden en uitvoeren van firmware-updates);...
Pagina 22
1: Label met serienummer van apparaat en onderdeelnummers, details over oplaadbare bat- terij en afvalverwerking; 2: Camera-LED-connector; 3: Cameralens; 4: RFID-label, radio-cer- tificeringen en FCC-kennisgeving; 5: Veelzijdige standaard in gesloten positie Informatie over de verschillende sensor/laser-combinaties is te vinden in de gerelateerde onderwerpen hieronder. touch...
Ingebouwde hulpfunctie sensALIGN 7 componenten sensALIGN 7-laser De halfgeleider-laserdiode zendt een straal van rood licht (golflengte 635 nm) die zichtbaar is wanneer er een oppervlak wordt geraakt. De Klasse 2 laserstraal wordt uitgezonden met een doorsnede van ca. 5 mm (3/16 "). sensALIGN 7-laser wordt ingeschakeld door de Aan/Uit-druktoets even ingedrukt te houden.
De labels voor laserveiligheid worden op de behuizing van sensALIGN 7-laser aan- gebracht op de posities die in het diagram worden aangegeven. Het label van de oplaadbare batterij bevindt zich aan de achterkant van de sensALIGN oplaadbare batterij. touch...
Ingebouwde hulpfunctie sensALIGN oplaadbare batterij Zowel sensALIGN 7-laser als sensALIGN 7-sensor worden gevoed door de sensALIGN oplaad- bare batterij. De batterij wordt opgeladen via de oplader/adapteraansluiting met de sensALIGN oplader/adapter. Als de batterijcapaciteit groter is dan 50% [acceptabele capa- citeit voor meten], brandt de batterijstatus-LED op zowel sensALIGN laser als de sensor gedu- rende 2 seconden groen bij het inschakelen.
Pagina 26
Ingebouwde hulpfunctie 1: Oplaadbare batterij; 2: Inbusschroef De positie en verwijdering van de oplaadbare batterij is identiek voor zowel de sensor als de laser. Gebruikte batterijen moeten op milieuvriendelijke wijze worden weggegooid! touch...
Ingebouwde hulpfunctie sensALIGN 5 componenten sensALIGN 5-laser De laser zendt een straal van rood licht (golflengte 630 – 680 nm) die zichtbaar is wanneer er een oppervlak wordt geraakt. De Klasse 2 laserstraal wordt uit- gezonden met een doorsnede van ca. 5 mm (3/16 "). De laser wordt ingeschakeld in door te drukken op de Aan/Uit-knop.
De LED is rood, oranje of groen afhankelijk van de huidige functie. De LED aan de rech- terkant toont de Bluetooth-communicatiestatus en is blauw tijdens het zoeken en wanneer communicatie tot stand is gebracht. De sensor werkt op de interne 3,7 V 5 Wh Lithium-ion oplaadbare batterij. touch...
Draai de stofkap in de richting die wordt aangegeven door de dikke rode pijl. Vergrendel de stofkap in de “geopende positie” die rood is gemarkeerd. Sensor- en laserlabels Labels voor het communiceren van laserveiligheid en andere algemene informatie zijn te vin- den op de behuizingen van systeemcomponenten. touch...
Pagina 31
Ingebouwde hulpfunctie Het label met het laserstraal-gevaarsymbool is bevestigd aan de voorzijde van de RS5 laserkop. Het label met de veiligheidswaarschuwing voor lasers, het laser-identificatielabel en het laser-inspectielabel zijn aangebracht aan de achterkant van de laser. Het sensor-identificatielabel en het sensor-inspectielabel zijn aangebracht aan de achterkant van de sensor.
(meestal referentiemachine) – gezien vanaf de normale werkpositie. Controleer het volgende voor het monteren van de sensor en de laser: Voor sensALIGN 7 sensor en laser — De gele klemhendels moeten in de geopende positie touch...
Pagina 33
Ingebouwde hulpfunctie zijn (aan de voorkant geplaatst). Hierdoor kunnen de componenten op de steunpalen schui- ven. Voor sensALIGN 5 sensor en laser — De gele vergrendelingsknoppen moeten los genoeg zijn om de sensor op de beugelstaafjes te laten glijden. Bevestig zowel de sensor als de laser op de betreffende steunpalen. Voor sensALIGN 7 sensor en laser —...
Pagina 34
Zowel de sensor als de laser moeten zich op dezelfde hoogte bevinden, zo laag mogelijk, maar hoog genoeg zodat de koppelingsflens kan passeren. Ook visueel gezien moeten ze qua rotatie op elkaar zijn uitgelijnd. Verricht de laatste aanpassingen, maakt de steunen indien nodig een stukje los, roteer ze en zet ze weer vast. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Afmetingen Grijs weergegeven symbolen zijn uitgeschakeld in het actieve scherm. Het symbool 'Meten' wordt ingeschakeld wanneer alle dimensies (afmetingen/afstanden) zijn inge- voerd. Tik op het symbool van de meeteenheden om de gewenste eenheden in te stel- len. Het symbool schakelt over tussen "mm" en "inch". Tik op de velden en voer alle vereiste dimensies in.
Specificaties zijn uitlijningsfoutwaarden gespecificeerd als een offset en een hoek in twee lood- rechte vlakken (horizontaal en verticaal) ter compensatie van dynamische lasten. U opent het scherm voor koppelingsspecificaties door te tikken op het item "Specificaties". Het weergegeven koppelingstype is afhankelijk van het geselecteerde type koppeling. touch...
Pagina 37
Ingebouwde hulpfunctie Om een doelspecificatie bij de koppeling in te voeren, tikt u op het corresponderende waar- devak en geeft u de doelwaarde met het toetsenbord op het scherm. U loopt door de waar- devakken met behulp van . U kunt ook op het gewenste waardevak tikken. Doelspecificatiewaarden worden geactiveerd door het symbool naar rechts te swipen [1].
In het volgende voorbeeld is de motor omgedraaid om de niet-aangedreven kant met de koppeling te verbinden. Kleur van de machine De gewenste kleur van de machine kan in dit scherm worden ingesteld door op het item "Kleur van de machine" te tikken. Er verschijnt een kleurpalet. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Swipe het kleurpalet omhoog of omlaag om de gewenste kleur te selecteren en tik vervolgens om de selectie te bevestigen en keer terug naar dimensies met de machines in de gewenste kleur. Thermische groei Thermische groei is de beweging van asmiddenlijnen geassocieerd met of vanwege een ver- andering van machinetemperatuur tussen inactieve en bedrijfsomstandigheden.
Pagina 40
Voer de drie waarden [2] in voor het berekenen van de thermische groeiwaarde voor het geselecteerde paar voeten met het toetsenbord op het scherm [3]. De drie waarden zijn: omgevingstemperatuur (begintemperatuur) bedrijfstemperatuur machine (eindtemperatuur) afstand van machinebasis (of vulplaat) tot de asmiddenlijn (lengte) touch...
Ingebouwde hulpfunctie Wanneer thermische groeiwaarden zijn ingeschakeld [4], wordt de corresponderende machine binnen de kleine treinweergave in de rechterbovenhoek oranje weergegeven [5]. Tik op om de berekende thermische groeiwaarde voor het betreffende paar voeten (6) weer te geven en tegelijkertijd om te schakelen naar het volgende paar voeten (7). Tik op om terug te keren naar het thermische groeischerm met de berekende waar- den.
Pagina 42
Het paar intermediaire voeten wordt toegevoegd achter de voorste voeten. Voer de afstand in in de rij die verschijnt. Desgewenst kunnen intermediaire voeten worden verwijderd door te tikken op Tik op om het scherm 'Multiple feet' (Meerdere voeten) te verlaten. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Aanpassen van de laserstraal Wizard voor aanpassing van laser De wizard voor aanpassing van de laser is de belangrijkste functie voor aanpassing van de laser in het computer. Als de sensor is geïnitialiseerd en de laserstraal niet gecentreerd is, gebruikt u de wizard om de laserstraal correct in te stellen.
Pagina 44
Het kan echter nodig zijn de laserstraal vooraf aan te passen zonder de wizard te gebruiken. Ga in dit geval als volgt te werk: "Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 7)" op pagina 44 "Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 5) " op pagina 46 touch...
Ingebouwde hulpfunctie Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 7) sensALIGN 7 laser en sensor 1. Schuif de sensALIGN laserstofkap opzij om de lensopening bloot te leggen. WAARSCHUWING sensALIGN laser MOET uitgeschakeld blijven. 2. Voer met de laser UIT een eerste aanpassing uit om te garanderen dat de laserstraal lood- recht ten opzichte van de laserbehuizing wordt uitgezonden.
Laserstraal komt sensor binnen met kleine of Alle vier LED's knipperen twee keer per verwaarloosbare hoekafwijking, maar met seconde groen een offset Laserstraal komt sensor binnen zonder waar- Alle vier LED's knipperen elke seconde neembare hoekafwijking en zonder offset groen touch...
Ingebouwde hulpfunctie Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 5) Met behulp van sensALIGN 5-laser en sensor 1. Open de laseropening door de stofkap op te tillen en naar de geopende positie te draaien (1). Schakel de laser in door te drukken op de Aan/Uit-drukknop (2). Laat de sensorstofkap op de gesloten positie.
Pagina 48
Controleer tevens voor dat beide steunen qua rotatie op elkaar zijn uitgelijnd. Deze voorzorgsmaatregelen maken het aanpassingsproces van de straal aanzienlijk eenvoudiger. touch...
Ingebouwde hulpfunctie XY-weergave De XY-weergavefunctie wordt gebruikt voor het centreren van de laserstraal op de twee detec- torvlakken alvorens de meting te starten. Tik op het afgebeelde detectorgebied om direct naar het scherm XY-weergave te gaan. Het scherm XY-weergave is toegankelijk via het menu-item "XY-weergave" dat ver- schijnt bij tikken op het "sensor/lasergedeelte"...
Pagina 50
Sensorlijst – toont serienummer van gedetecteerde of eerder gebruikte sensors, plus het ver- bindingstype dat voor communicatie wordt gebruikt. Lasereigenschappen – toont gedetailleerde informatie van sensALIGN laser in gebruik Sensoreigenschappen – toont gedetailleerde informatie van sensALIGN sensor in gebruik touch...
Ingebouwde hulpfunctie Sensor initialiseren De aanwijzing "Communicatiefout" [1] geeft aan dat de sensor niet is geïnitialiseerd hoewel de laserstraal correct kan zijn aangepast. Tik op het detectorgebied [2] of het sensor/lasergedeelte [3]om toegang te krijgen tot het menu-item 'Sensorlijst'. Tik op het menu-item 'Sensorlijst' [1] om gescande sensoren te bekijken. De aanwijzing 'Aan het scannen voor sensor(en)' [2] verschijnt tijdens het scanproces.
Swipe de carrousel omhoog of omlaag en selecteer het gewenste meetmodus. In het bovenstaande voorbeeld is Multipoint meting geselecteerd. De kwaliteit van de meting kan worden weergegeven als een meting standaarddeviatie (SD) of meetkwaliteit factor. Standaarddeviatie (SD) is de kwadratisch gemiddelde afwijking (gemiddelde van de touch...
Ingebouwde hulpfunctie middelen) van de meetpunten. Het beschrijft hoe dicht een groep gegevenspunten zijn geclus- terd rond het gemiddelde van die gegevenspunten. Het is een indicatie voor het metingkaliber. Hoe kleiner de SD, hoe beter de kwaliteit van de verzamelde gegevens. Meetkwaliteit is een factor die wordt bepaald door de volgende meet- en omgevingscriteria: hoekrotatie, standaarddeviatie van de meetellips, trilling, rotatiegelijkheid, hoekrotatie-iner- tie, rotatierichting, snelheid en filteruitvoer.
7 sensor. Bij gebruik van de sensALIGN 7 sensor kunnen de intelligente modi worden uit- geschakeld en de standaardmodi worden gebruikt. Deze modi worden ingesteld met behulp van het menuonderdeel “Intelli:ON/OFF” (Intelli aan/uit) in de meetmoduscarousel. touch...
Ingebouwde hulpfunctie IntelliSWEEP meting Dit is de standaardmeetmodus (bij gebruik van sensALIGN 7 sensor) die wordt gebruikt om standaard horizontaal gekoppelde machines te meten. De modus assisteert de gebruiker actief door automatisch fouten te detecteren en aanwijzingen te geven om fouten te mini- maliseren.
Pagina 56
U ziet dat de kleur van het symbool 'Verder gaan' correspondeert met de kleur van de rotatieboog die de bereikte meetkwaliteit aangeeft. Tik op om machines opnieuw te meten. Tik op om machinevoetresultaten te bekijken. touch...
Ingebouwde hulpfunctie IntelliEXTEND Deze functie activeert automatisch het vergroten van het meetbereik in de intelliSWEEP meet- modus. Door deze bereikvergroting kan de laserstraal zodanig worden aangepast dat hij het detectoroppervlak niet mist bij het meten van assen met grote uitlijnfouten of hoekige uit- lijnfouten over grote afstanden.
Pagina 58
Ingebouwde hulpfunctie Nadat de assen over een zo groot mogelijke hoek zijn gedraaid, tikt u op (1) om naar resultaten te gaan en op (2) om de resultaten te bekijken. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Continue sweep meting Dit is de standaardmeetmodus (bij gebruik van sensALIGN 5-sensor) bij die wordt gebruikt om standaard horizontaal gekoppelde machines te meten. Zodra de laserstraal is gecentreerd, kan de meting automatisch worden gestart wanneer de assen draaien of door te tikken op of 'M' (1).
Pagina 60
Ingebouwde hulpfunctie De kleur van het symbool 'Verder gaan’ correspondeert met de kleur van de rota- tieboog die de bereikte meetkwaliteit aangeeft. Tik op om machines opnieuw te meten. Tik op om machinevoetresultaten te bekijken. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Uitbreiden van het meetbereik bij het gebruik van de Sweep meetmodus Deze functie activeert automatisch het vergroten van het meetbereik in de Sweep meet- modus. Door deze bereikvergroting kan de laserstraal zodanig worden aangepast dat hij het detectoroppervlak niet mist bij het meten van assen met grote uitlijnfouten of hoekige uit- lijnfouten over grote afstanden.
Pagina 62
(2) en gaat u verder met het meten door de assen verder te draaien. Nadat de assen over een zo groot mogelijke hoek zijn gedraaid, tikt u op (3) om naar resultaten te gaan en op (4) om de resultaten te bekijken. touch...
Ingebouwde hulpfunctie IntelliPOINT meting In deze modus wordt de as die de laser ondersteunt naar de positie gedraaid waar de laser- straal het midden van de sensorlens raakt. De meting wordt gedaan wanneer de laserstraal het middendeel van de detector raakt. Wacht na centreren van de laserstraal totdat de meting is gestabiliseerd door de naald in het groene gedeelte te centreren.
Pagina 64
60° rotatie; het nemen van meer metingen over een bredere hoek wordt aanbevolen. Na het nemen van voldoende meetpunten, tikt u op om de meting te voltooien. Tik op om machinevoetresultaten te bekijken. touch...
Tik op het koppelingsgebied [1] om het meetpunt te nemen. Draai de assen verder en neem meetpunten door te tikken op het koppelingsgebied [1]. Neem zoveel mogelijk meetpunten met een zo groot mogelijke rotatiehoek als mogelijk. touch...
Pagina 67
Ingebouwde hulpfunctie Rotatieboog met genomen punten en rotatiehoek van de assen. De boog verandert van kleur van rood [< 60°] -> oranje-> groen [> 70°] Rotatiehoek voltooid door de assen voor huidige meting Aantal genomen meetpunten voor huidige meting Standaarddeviatie in huidige meting 'Verder gaan' symbool –...
'Annuleren' symbool – wordt gebruikt om de huidige meting te annuleren en een nieuwe meting te starten Draai de as naar de volgende meetpositie. De weergegeven laser en sensor moeten zich op dezelfde hoekpositie bevinden als de gemonteerde componenten. Gebruik touch...
Pagina 69
Ingebouwde hulpfunctie om de weergegeven sensor en laser te positioneren en neem dan de volgende meting door te tikken op de pulserende M [2]. Let op Na het nemen van een meetpunt verplaatsen de weergegeven laser en sensor zich naar de volgende klokpositie op het display.
Draai de as die één van de meetkoppen (bijvoorbeeld laser) ondersteunt naar de vol- gende positie en draai vervolgens de as die de andere kop ondersteunt (bijvoorbeeld sen- sor) langzaam voorbij de tegenoverliggende kop. De meting wordt automatisch genomen zodra de laserstraal de sensordetector raakt en passeert. Opmerking touch...
Pagina 71
Ingebouwde hulpfunctie De vier LED's voor aanpassing van de laserstraal van de sensALIGN sensor aan de voorkant van de behuizing knipperen groen afhankelijk van de positie waar de straal de detector raakt. Herhaal de stap 3 en voer metingen uit op zoveel mogelijk posities en onder een zo groot mogelijke hoek.
Herhaal de stap 3 en voer metingen uit op zoveel mogelijk posities en onder een zo groot mogelijke hoek. Koppelingsresultaten (1) worden weergegeven als de metingen op ten minste drie posities met ten minste een rotatie van 60° zijn genomen. touch...
Pagina 73
Ingebouwde hulpfunctie Na het nemen van voldoende meetposities, tikt u op om naar de resultaten te gaan. Tik op om de resultaten te bekijken. Opmerking Als slechts één as niet eenvoudig kan worden gedraaid terwijl de andere vrij kan worden gedraaid, monteer de sensor dan op niet-draaibare as (gebruik de mag- netische schuifsteun ALI 2.230).
Handmatige en meetklok-invoer meettabel kan ook worden gebruikt voor de volgende functionaliteiten: Invoeren van handmatige metingen (Let op: alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch- functies) Toevoegen van een meetklokmeting en weergeven van koppelingsresultaten Het converteren van uitlijningsresultaten verkregen met behulp van sensor-laser-...
Ingebouwde hulpfunctie Handmatige meetwaarden invoeren Tik terwijl de drie items worden weergegeven op de optie "Add manual measurement" (Hand- matige meting toevoegen) en voer de koppelingswaarden handmatig in. Tik na het invoeren van alle waarden op om terug te keren naar de meettabel. De toe- gevoegde handmatige waarde verschijnt in de meettabel.
Pagina 76
Het is daarom mogelijk om door te gaan met meten zonder de doorbuiging in te voeren. Voer de meetklokmetingen in en tik dan op om de koppelingsresultaten te bekijken. De meetklokmetingen worden nu weergegeven als koppelingsresultaten voor wat betreft ope- ning en offset. touch...
6 uur gelijk moet zijn aan die van de posities 3 en 9 uur. BOVEN + ONDER = ZIJKANT + ZIJKANT Als het bovenstaande niet het geval is, moet de meting worden herhaald. Het touch-computer beschikt over een functionaliteit om de geldigheidsregel te controleren.. Als de ingevoerde meetklokmeetwaarden niet aan de geldigheidsregel voldoen, verschijnt de hint "Normalize"...
Tik op en tik op de optie "Convert measurement to dial gauge" (Meting naar meetklok converteren). Selecteer de gewenste meetklokinstellingen en voer vervolgens de axiale (A) en radiale (R) dimensies en de hoeveelheid doorbuiging van beugel. touch...
Pagina 79
Deze conversie wordt nu vermeld in de meettabel; deze is toegankelijk door te tikken op De geconverteerde koppelingsresultaten corresponderen met de koppelingsresultaten die direct met het touch-computer worden verkregen. De vermelding van de meetklokmeting is te herkennen aan het klokindicator-symbool naast het item.
Gebruik na het openen van de "XY view" (XY weergave) de twee gele duimdraaiknoppen voor de horizontale en verticale laserpositie en pas de laserpunten zodanig aan dat ze zich binnen of vlak bij de vierkante doelen bevinden. Opmerking Pas de sensor niet aan tijdens de aanpassing van de laser. touch...
Pagina 81
Ingebouwde hulpfunctie Terwijl de laserstraal is gecentreerd, tikt u op en gaat u verder met het meten door de assen verder te draaien. Versie:2.3...
Pagina 82
Nadat de assen over een zo groot mogelijke hoek zijn gedraaid, tikt u op (1) om naar resultaten te gaan en op (2) om de resultaten te bekijken. Opmerking De kleur van het symbool om verder te gaan [ ] is afhankelijk van de verkregen meetkwaliteit. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Resultaten Geeft zowel horizontale als verticale voetresultaten gelijktijdig in 2D weer Wordt gebruikt om alleen verticale voetresultaten weer te geven Wordt gebruikt om alleen horizontale voetresultaten weer te geven Wordt gebruikt om voetresultaten in 2D weer te geven Wordt gebruikt om voetresultaten in 3D weer te geven Start Live Move Wordt gebruikt om een installatie-meetrapport te genereren...
Pagina 84
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking "Move Simulator" is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Positie-resultaten verticale voet Positie-resultaten horizontale voet Verticale koppelingsresultaten Horizontale koppelingsresultaten Modus geselecteerde resultaten Tolerantiesymbool uitlijntoestand Horizontale en verticale voetresultaten in 2D touch...
Ingebouwde hulpfunctie Tekenconventie Koppelingsopening is positief indien geopend aan de bovenkant of de zijkant weg van de kij- ker. De kijker staat voor de machines zoals ze op het display verschijnen. Offset is positief wanneer de rechteras hoger is dan de linkeras of verder weg van de kijker dan de linkeras.
Indien de intermediaire voeten van de machine al zijn gedefinieerd binnen de machine- eigenschappen, dan worden de voetcorrecties voor de intermediaire voeten weer- gegeven. In het volgende voorbeeld zijn de intermediaire voeten niet gedefinieerd. Tik op om intermediaire voeten toe te voegen. touch...
Pagina 87
Ingebouwde hulpfunctie Voer de afmetingen tussen de voorste voeten en de intermediaire voeten in de rij die ver- schijnt in en tik vervolgens op De voetcorrectie-waarden voor de intermediaire voeten verschijnen in de bijbehorende rij. Versie:2.3...
Tik op de koppeling (1) en gebruik de carrousel om het gewenste koppelingstype (2) te selec- teren. Tik op 'Tolerances' (Toleranties) (3) om de tabel met koppelingstoleranties te openen. Beschikbare tolerantietabellen De beschikbare tolerantietabellen zijn gebaseerd op de gebruiksfrequentie van de machine. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Swipe het pictogram (1) naar rechts om de toleranties in te schakelen. Tik op (2) om het gewenste type tolerantie te selecteren. Er verschijnt een pop-up-menu (3) met de beschik- bare toleranties. Tik op het gewenste type om de corresponderende tolerantietabel (4) weer te geven.
Swipe het pictogram (1) naar rechts om de gebruikersgedefinieerde toleranties in te scha- kelen. Asymmetrische toleranties (2) kan alleen worden geactiveerd wanneer gebrui- kersgedefinieerde toleranties zijn ingeschakeld. Tik op(3) om gebruikersgedefinieerde toleranties te bewerken met het toetsenbord op het scherm (4). De bewerkte waarden worden vervolgens weergegeven (5). touch...
Ingebouwde hulpfunctie Asymmetrische en symmetrische toleranties Wanneer asymmetrische toleranties niet zijn ingeschakeld (1), dan zijn de weergegeven gespecificeerde toleranties (2) symmetrisch. De opening- en offset-toleranties voor zowel de horizontale als verticale vlakken zijn identiek. Als asymmetrische toleranties zijn ingeschakeld (3), worden alle vier de gespecificeerde waar- den weergegeven (4).
(2) is hoek/offset voor koppelingstype kort flexibel. U wijzigt het koppelingsformaat door te tikken op 3. Opmerking Er zijn geen tolerantietabellen voor samengevoegde tussenas-koppelingsformaten. Samengevoegde formaten beschouwen de spoelstuk of secundaire as als een ver- lengstuk van de rechter- of linkeras. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Live Move scherm Opmerking Als de statische meetmodus is geselecteerd, is het Live Move-scherm alleen toe- gankelijk nadat de gewenste 45 ° klokpositie van de sensor en laser is geselecteerd en bevestigd door op te tikken in het positie-selectiescherm dat verschijnt. Live Move wordt tegelijkertijd zowel in horizontale (H) als verticale (V) vlakken gecon- troleerd.
Pagina 94
Blauw (excellente toestand); Groen (goede toestand) en Rood (slechte toestand). Machines moeten binnen acceptabele toleranties worden gebracht zoals aangegeven door een happy smiley [ ] (excellente tolerantie) of een OK-symbool [ ] (acceptabele tolerantie) met inachtneming van best practices voor asuitlijning. Opmerking touch...
Pagina 95
Ingebouwde hulpfunctie Het systeem controleert tegelijkertijd zowel de horizontale als verticale Live Move. Als de verticale weergave (V) wordt geselecteerd wanneer de functie Live Move wordt gestart, wordt alleen de verticale toestand weergegeven (hoewel beide vlakken tege- lijkertijd worden gecontroleerd). En als de horizontale weergave (H) wordt gese- lecteerd, wordt alleen de horizontale toestand weergegeven (beide vlakken worden tegelijkertijd gecontroleerd).
Ingebouwde hulpfunctie Move simulator Let op Deze functionaliteit is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Zoals de naam aangeeft, wordt de Move simulator gebruikt voor het simuleren van opvul- waarden en horizontale verplaatsingscorrecties die vereist zijn voor het corrigeren van de uit- lijningsconditie.
Pagina 97
Ingebouwde hulpfunctie Houd de cursor op het geselecteerde paar voeten, tik op om de machine omlaag te ver- plaatsen (in Verticale weergave) of naar de kijker (in Horizontale weergave) met de stap- waarde voor de verplaatsing. Door te tikken op gaat de machine omhoog (in Verticale weergave) of weg van de kijker (in Horizontale weergave) met de stapwaarde voor de ver- plaatsing (3).
Als de installatie om welke reden dan ook niet kan worden opgeslagen, tikt u op het pic- togram annuleren [ ] om het opslaan te annuleren. Onderdeel verwijst naar machines en apparatuur binnen een fabriek. De installatie wordt ver- meld als een Installatie-ID. U gaat naar "Asset park" (Installatiebibliotheek) via het home- scherm. touch...
Ingebouwde hulpfunctie De statussen geven aan of een installatie is gemeten of niet. Dit symbool geeft aan dat de installatie is geïmporteerd uit ARC 4.0 maar nog moet wor- den geopend. Dit symbool geeft aan dat de installatie is geopend maar dat de uitlijningsmeting niet is voltooid.
Pagina 100
Het belangrijkste doel is tijd besparen doordat dezelfde instelling niet vele malen opnieuw hoeft te worden configureren. Een sjabloon kan alle bekende dimensies bevatten (behalve sensor tot koppeling midden), doelspecificaties, ther- mische groeiwaarden, toleranties, meetmodus van voorkeur, machinepictogrammen touch...
Pagina 101
Ingebouwde hulpfunctie van voorkeur en koppelingstypes. > Nadat een installatie is gemaakt en opgeslagen, verschijnt het in de lijst met instal- laties. > Tik om de installatie als een sjabloon op te slaan. > Voer de naam van de sjabloon in en tik op Opmerking Als de sjabloon om welke reden dan ook niet kan worden opgeslagen, tikt u op het pictogram annuleren [...
Pagina 102
Als een installatie die eerder was opgeslagen maar momenteel niet is geopend wordt geselecteerd, verschijnt het symbool (9). Opmerking Als de geselecteerde installatie niet eerder is opgeslagen, dan zijn alle opties voor de lijst met installaties (1) inactief. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Standaardsjabloon Het kan nodig zijn om een sjabloon als standaardsjabloon te definiëren. De standaardsjabloon wordt gebruikt wanneer een nieuwe installatie wordt geopend in het home-scherm. > Alle beschikbare sjablonen worden vermeld in de sjablonenlijst. > Selecteer sjabloon die als standaard moet worden aangewezen en tik vervolgens op (1).
Pagina 104
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking: Als er geen sjabloon is geselecteerd, zijn alle sjabloonlijst-opties niet beschik- baar. touch...
Rapporten genereren Meetrapporten genereren Installatie-meetrapporten kunnen direct vanaf het systeem als PDF op een USB-opslag- apparaat worden opgeslagen. Het USB-opslagapparaat wordt op het touch-apparaat aan- gesloten via de USB-poort. Meetrapporten worden gegenereerd vanuit het scherm met de resultaten. Tik op het menu-item "Rapport". Het scherm "Generating report" (Rapport genereren) ver- schijnt.
"Show report logo" (rapport-logo weergeven) is geactiveerd. Sla het gewenste logo op een USB-opslagapparaat op onder de map "ROTALIGNtouch". Sluit het USB-opslagapparaat aan op de USB-poort van het touch-apparaat en tik ver- volgens op het pictogram "Add report logo" (rapport-logo toevoegen) .
Pagina 107
Ingebouwde hulpfunctie Tik op om te zoeken op het aangesloten USB-opslagapparaat. Opmerking: Het verwijderpictogram blijft inactief omdat het standaardlogo (PRUFTECHNIK_LOGO) niet uit de galerij kan worden verwijderd. Terwijl het USB-opslagapparaat wordt weergegeven, tikt u op het gewenste logo en ver- volgens op Opmerking: Het verwijderpictogram is actief.
De meettabel wordt gebruikt om alle asuitlijning te registeren en weer te geven, plus alle Live Move metingen die worden uitgevoerd op de huidige koppelingen. U opent de meettabel door te drukken op de tabel met herhaalbare resultaten of koppelingsresultaten / (3). De volgende items worden voor elke meting in de meettabel vermeld. touch...
Pagina 109
Ingebouwde hulpfunctie Druk op het selectievakje om de meting op te nemen in de berekening van de gemid- delde resultaten zoals weergegeven in het scherm met resultaten. Meegewogen metin- gen hebben een groen vinkje. Het groene vinkje blijft grijs als de meting niet is geselecteerd.
Rotatierichting – verandering in de draairichting van de meting Rotatiesnelheid – hoe snel de sensor en/of as wordt gedraaid tijdens de meting Filteruitvoer – de hoeveelheid weggefilterde meetgegevens touch...
Ingebouwde hulpfunctie Meetgegevens bewerken Opmerking Deze functionaliteit is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Om de kwaliteit van de uitlijningsresultaten te verbeteren, kunnen meetgegevens worden bewerkt die mogelijk zijn beïnvloed door externe omstandigheden, zoals steunen die leidingen raken. De bewerkingsopties zijn toegankelijk via de meettabel.
Pagina 112
Het momenteel geselecteerde punt is inactief. Het punt wordt actief gemaakt door te tikken op 'Activeren'. Het pictogram 'ongedaan maken' wordt gebruikt om alle wijzigingen onge- daan te maken alvorens de meting op te slaan. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Andere afwijkingsdiagrammen Alle afwijkingsdiagrammen tonen het feitelijke aantal actieve en inactieve punten, de huidige standaarddeviatie (SD) en de totale verandering van de standaarddeviatie (delta SD) wanneer afwijkende punten worden gedeactiveerd. Versie:2.3...
Individuele punten worden gedeactiveerd om de waarde van de standaarddeviatie te verlagen. Verandering van de standaarddeviatie is van invloed op de V- en H-resultaten die worden weer- gegeven in de tabel met herhaalbare resultaten. Resultaten met een groen vinkje zijn resul- taten met een betere standaarddeviatie. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Cloud-drive gebruiken Voor het instellen van de PRUFTECHNIK Cloud-drive is een ALIGNMENT RELIABILITY CENTER 4.0 (ARC 4.0) licentie vereist. De Cloud-drive maakt het delen van up-to-date instal- latiemetingen van verschillende apparaten via de pc-software ARC 4.0 mogelijk. Opmerking Er moet een draadloze verbinding tot stand worden gebracht tussen het computer en een netwerk om de overdracht van installaties via ARC 4.0 mogelijk te maken.
Ingebouwde hulpfunctie RFID Opmerking Alleen intrinsiek veilige RFID-tags mogen worden gebruikt in explosieve omgevingen. Het computer gebruikt deze automatische identificatietechnologie om het volgende uit te voe- ren: Herkennen van machine die moet worden uitgelijnd Invoeren van de corresponderende bestanden rechtstreeks in het apparaat Automatisch opslaan van gegevens en resultaten onder de correcte bestandsnaam Toewijzen van een opgeslagen meetbestand aan een RFID-tag Tik op het home-scherm op...
Opmerking Als er echter al gegevens aan de RFID-tag waren toegewezen, verschijnt de vraag of u de gegevens wilt vervangen. Openen van een meetbestand dat is toegewezen aan een RFID-tag Tik in het home-scherm op het "RFID" symbool. touch...
Pagina 119
Ingebouwde hulpfunctie Positioneer het computer zodanig dat de ingebouwde NFC-module zo dicht mogelijk bij de RFID-tag is (minder dan een centimeter afstand). Tik op om het meetbestand te openen. Opmerking Als er echter geen gegevens in de RFID-tag waren opgeslagen, verschijnt er een aan- wijzing over ontbrekende informatie.
"Foto nemen" om een foto te nemen van het object op het display. Tik op deze locatie om de galerij van het apparaat te openen. Alle foto's gemaakt met het touch-apparaat worden op deze locatie opgeslagen. (4)Te fotograferen object (5)Tik om terug te keren naar het beginscherm.
Tik op een miniatuur om de foto op volledige grootte te bekijken. Een screenshot maken op het touch-apparaat Selecteer het gewenste scherm en druk vier keer snel achter elkaar op de Aan/Uit-knop. Het bericht 'Screenshot saved' (Screenshot opgeslagen) verschijnt op het display. De vastgelegde afbeelding kan nu in de galerij worden bekeken.
'Verder gaan' of geregistreerde waarde (2), en vervolgens draait u de bout vast (zie hint 1). Desgewenst wordt de soft foot-meting op de respectievelijke machinevoet geannuleerd door te tikken op het 'Annuleren' symbool. De bovenstaande soft foot-meetprocedure wordt herhaald voor alle vier de voetposities. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Als soft foot echter wordt gedetecteerd, verschijnt 'Diagnose' op het scherm. Tik op 'Diagnose' om de soft foot-wizard te starten die de gebruiker door de diagnose en correctie van soft foot leidt. Opmerking De ingestelde soft foot-tolerantie kan worden weergegeven door op de smiley binnen de machine te tikken. ...
Ingebouwde hulpfunctie Soft foot-wizard Opmerking Deze functionaliteit is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Tik op 'Diagnose' om de soft foot-wizard te starten. De wizard leidt de gebruiker door de dia- gnose en correctie van soft foot. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Er verschijnt een welkomstboodschap (1) nadat de wizard is gestart. Tik op (2) om ver- der te gaan naar de volgende stap van de wizard. Follow the wizard instructions carefully. Hints on the type of soft foot detected and the suggested action will be displayed. Opmerking De stappen van de wizard zijn afhankelijk van het gedetecteerde type soft foot.
Pagina 126
Na het doorlopen van alle gegeven stappen van de wizard, verschijnt de hint 'Wizard finished' (Wizard voltooid) (1). Tik op om terug te keren naar het scherm voor meten van soft foot. Meet soft foot opnieuw om te controleren of soft foot is geëlimineerd. touch...
Deze eenvoudige meting wordt uitgevoerd met behulp van ROTALIGN touch, sensALIGN sen- sor en het trillingscontrole-instrument. Opmerking Trillingcontrole is alleen mogelijk bij gebruik van de intelligente sensALIGN 7 sensor.
Houd de sensor stevig vast totdat de meting is vol- tooid. De benodigde tijd is afhankelijk van de ernst van de trilling en kan tot 15 seconden duren. Nadat een meting is voltooid, wordt het scherm "Vibration check results" (Resultaten trillingscontrole) met de gemeten snelheid-RMS-waarde geopend. touch...
Pagina 129
Ingebouwde hulpfunctie Wordt gebruikt om desgewenst de naam van de meting te wijzigen Wordt gebruikt om ongewenste meetwaarden te verwijderen Wordt gebruikt om de toepassing voor trillingscontrole af te sluiten Wordt gebruikt om opnieuw te meten Opmerking De naam van de meting kan desgewenst worden bewerkt door op de naam te tikken en vervolgens het toetsenbord op het scherm te gebruiken.
Statische klok en vertiSWEEP. Meetposities markeren Voor de meetmodus Statische klok moeten de acht 45° meetposities die bij deze pro- cedures worden gebruikt op de machine worden gemarkeerd. touch...
Pagina 131
Ingebouwde hulpfunctie Markeer een referentiepositie op de koppelingsbehuizing dicht bij de as voor een han- dige externe referentie of flensbout. Maak ook een referentiepunt op de as. Meet de cirkelomtrek van de as en deel dit door acht. Gebruik deze afstand om nog zeven gelijkelijk geplaatste markeringen op de as te maken vanaf uw gekozen beginpunt.
Configureer de machines zoals nodig door op de machines en koppeling te tikken om het gewenste machinetype of de koppeling in de betreffende carrousel te selecteren. Voer de volgende vereiste machineafmetingen in: Sensor tot midden koppeling Midden koppeling tot flens Koppelingsdiameter touch...
Pagina 133
Ingebouwde hulpfunctie Houd bij het invoeren van machineafmetingen rekening met de flensgeometrie. Tik op de flensgemonteerde machine. De menu-items op het scherm kunnen worden gebruikt om de naam van de machine te bewerken, het scherm "Flange details" (flensdetails) te openen, de flenspositie ten opzichte van de as te wijzigen, de machine langs de as te draaien (schakelen) en de machinekleur te bewerken.
Pagina 134
De volgende meetprocedures zijn beschikbaar voor verticale machines met flenzen: "Machines met verticale flenzen – vertiSWEEP" op pagina 134 (standaardmeetmodus voor func- tieniveau ROTALIGN touch) "Verticale en flensgemonteerde machines – Statische meetmethode" op pagina 137 (beschik- bare meetmodus voor functieniveau OPTALIGN touch) touch...
Ingebouwde hulpfunctie Machines met verticale flenzen – vertiSWEEP Let op Deze functionaliteit is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Meet met behulp van vertiSWEEP Centreer de laserstraal. Let op vertiSWEEP is de standaardmeetmodus voor verticaal gemonteerde machines. De alternatieve Statische klok meetmoodus is toegankelijk door te tikken op (1) in het onderstaande scherm. ...
Pagina 136
Statische meetmodus op het scherm. In dit geval moet de meetmodus worden gewijzigd in Statische meting. Flenscorrectie in 0-6 richting Flenscorrectie in 3-9 richting Boutpositie Opvulwaarden touch...
Ingebouwde hulpfunctie Koppelingsopening en offset in de 0-6 richting Koppelingsopening en offset in de 3-9 richting Opvulcorrectie-modi Opvulcorrectie-modus gebruikt in dit voorbeeld Start Live Move Opvulmodi Opvulmodi worden als volgt gedefinieerd: modus geeft alle positieve opvullingen aan modus geeft alle "nul/plus"-opvullingen aan. In deze modus wordt er één bout- positie op de nulpositie gedwongen en is de rest positief modus geeft geoptimaliseerd opvullen aan.
Neem de meting door te tikken op M (1). Neem het maximale aantal meetpunten om de kwaliteit van de resultaten te touch...
Pagina 139
Ingebouwde hulpfunctie maximaliseren. Tik op om verder te gaan om meetresultaten te bekijken. De kleur van het symbool "Verder gaan" [ ] wijst op de verkregen meet- kwaliteit. Opmerking Als de flensdimensies niet zijn gedefinieerd, verschijnt het flenssymbool Tik op om de ontbrekende flensdimensies in te voeren.
Pagina 140
Flenscorrectie in 3-9 richting Boutpositie Opvulwaarden Koppelingsopening en offset in de 0-6 richting Koppelingsopening en offset in de 3-9 richting Opvulcorrectie-modi Opvulcorrectie-modus gebruikt in dit voorbeeld Start Live Move De opvulmodus die in het bovenstaande voorbeeld wordt gebruikt, is positieve opvullingen. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Live Move – Verticale machines De uitlijning wordt uitgevoerd door corrigeren van hoekigheid en offset. De hoekigheid wordt gecorrigeerd door opvullen op de gegeven boutlocaties. Offset-correcties worden gedaan door de machine zijwaarts te verplaatsen. Hoekigheid corrigeren Het wordt aanbevolen (maar niet verplicht) om eerst de hoekigheid te corrigeren: 1.
Pagina 142
Controleer de pijlen op het Live Move scherm. De correcties moeten zo dicht mogelijk bij nul worden gebracht. Gebruik geschikt gereedschap (bijv. stelschroeven) om de machine te positioneren. Zorg ervoor dat de vulplaten niet wegglijden tijdens het zijwaarts positioneren. touch...
Pagina 143
Ingebouwde hulpfunctie 6. Zodra de offset zich binnen de tolerantie bevindt, draait u de flensbouten vast. Meet opnieuw om te controleren of de nieuwe uitlijntoestand zich binnen de tolerantie bevindt. 7. Als dit niet het geval is, herhaalt u de bovenstaande stappen totdat de uitlijning zich binnen de tolerantie bevindt.
Hier worden de posities van de vulringen voor een flens met twee bouten getoond, een spe- ciale uitvoering van de normale ronde flensvorm. Instellen Monteer de laser en de sensor zoals vereist (horizontaal). Schakel het aanraakapparaat in en tik vervolgens op het pictogram 'Verticale uitlijning' in het welkomscherm. touch...
Pagina 145
Ingebouwde hulpfunctie Ga verder met het configureren van de machines zoals beschreven in hoofdstuk "Machi- nes met verticale flenzen" op pagina 129. Door de horizontale montage van zowel de sensor als de laser zijn alle overeenkomstige meetmodi voor horizontale as uitlijning pas na de initialisatie van de sensor beschik- baar.
Hieronder volgt een stapsgewijze benadering voor het meten van de uitlijningstoestand van een trein met drie machines (bij gebruik van het functieniveau OPTALIGN touch). Bij gebruik van het functieniveau ROTALIGN touch kunnen groepen van maximaal 14 aan elkaar gekoppelde machines worden gemeten.
Pagina 147
Ingebouwde hulpfunctie is blauw en geeft aan dat er machines in de betreffende richtingen zijn die momenteel niet worden weergegeven. De actieve pijlen worden gebruikt om deze machines in beeld te scrol- len. Na het toevoegen van het vereiste aantal machines aan de trein, tikt u op om terug te keren naar het scherm met de dimensies;...
Meting Tik op in het scherm met afmetingen/afstanden en ga dan verder met het initialiseren van sensALIGN sensor gemonteerd op de koppeling zoals weergegeven in de touch...
Pagina 149
Ingebouwde hulpfunctie machinetreinweergave (1). De meetmodus die wordt gebruikt voor het meten van de koppeling is in dit voorbeeld Intel- liSWEEP. Na het roteren van de assen in een zo groot mogelijke hoek tikt u op om het meten van de gespecificeerde koppeling te voltooien.
Pagina 150
De meetmodus (2) die wordt gebruikt voor het meten van de koppeling in dit voorbeeld is Mul- tipoint. Zodra de meting voor beide koppelingen is voltooid, tikt u op om de resultaten te bekij- ken. Tik op om zowel de voet- als koppelingsresultaten weer te geven. touch...
Pagina 151
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking De weergegeven resultaten zijn voor de koppeling(en) geselecteerd in de mini-trein- weergave (1). Om de resultatenweergave in volledige schaalmodus te zien, tikt u op (2). Tik op , het symbool "Move", om uitlijningscorrecties met opvullen en zijwaarts posi- tioneren van de trein met drie machines uit te voeren.
De grijze machine geeft aan dat de meetfocus (zie inzet minitrein [1] NIET op de kop- peling naast deze specifieke machine is, maar op de koppeling tussen de andere twee machines. Tik op de stationaire machinetrein en tik vervolgens op om verder te gaan met Live Move. touch...
Pagina 153
Ingebouwde hulpfunctie Start de machinecorrecties. Zodra er machinebeweging wordt gedetecteerd, wordt het sym- bool "Ongedaan maken" vervangen door het symbool "Annuleren" LET OP Probeer de machine NIET te bewegen met slagen van een zware voorhamer. Dit kan tot schade aan de lagers leiden en tevens inaccurate Live Move resultaten produceren. Stel- bouten op de voeten of andere mechanische of hydraulische inrichtingen worden aan- bevolen voor bewegen van machines.
Pagina 154
Tik op en meet opnieuw om de uitlijningstoestand te bevestigen. Als de smiley een glim- lach of een OK geeft, dan is de uitlijningstoestand binnen de tolerantie. Als dit niet het geval is, herhaal dan de Live Move procedure. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Meervoudige koppeling Let op Deze functionaliteit is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Wat is meervoudige koppeling? Meervoudige koppeling wordt gebruikt om de uitlijningstoestand van aandrijvingen met meer- dere elementen met drie of meer machines te bepalen zonder de noodzaak om componenten te monteren of te demonteren zoals bij conventionele uitlijningsmethoden.
Pagina 156
Een koppelingspositie kan worden uitgeschakeld door de schuifknop [ ] naar links te swipen. Dit kan nodig zijn als een koppelingspositie tijdens het uitlijnen moet worden gene- geerd. De positie kan indien nodig worden ingeschakeld door de schuifknop [ ] naar rechts te swipen. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Selecteren en initialiseren van sensoren in meervoudige koppeling Als op een willekeurige koppelingspositie de sensor niet is geselecteerd of geïnitialiseerd, ver- schijnt de hint "Select sensor" (Selecteer sensor) in het meetscherm. Tik op "Select sensor" (Selecteer sensor) en ga verder met sensorinitialisatie. Tik op om beschikbare sensoren te zoeken.
Pagina 158
Ingebouwde hulpfunctie Tik op om de meting voor meervoudige koppelingen te starten. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Ontbrekende dimensies bij meervoudige koppeling Als een dimensie (afmeting/afstand) ontbreekt bij meervoudige koppelingsmetingen, ver- schijnt er een hint in het meetscherm. De hint "Enter dimension" (Dimensie invoeren) verschijnt alleen wanneer een dimensie mid- den van de koppeling tot de sensor ontbreekt. Het dimensiesymbool verschijnt als er een dimensie ontbreekt.
Metingen uitvoeren (Multipoint / intelliPOINT) Als er alleen Multipoint/intelliPOINT metingen op alle aangewezen koppelingsposities worden gebruikt, tik dan op of een M binnen de rotatieboog bij een willekeurige koppeling om metingen op de geselecteerde meetpunten voor alle actieve koppelingen tegelijk uit te voeren. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Meervoudige koppelingresultaten evalueren Zodra de meting is voltooid, tikt u op om de status te wijzigen. Tik op om machinevoetresultaten te bekijken. Raadpleeg de resultaten. Uitlijnen van aandrijflijnen met meerdere elementen Opmerking Het wordt sterk aanbevolen dat dergelijke veeleisende uitlijningstaken worden uit- gevoerd door ervaren uitlijningspersoneel.
Tik op om Live Move te starten. Opmerking Door op het symbool "koppelresultaten" [ ] te tikken, kan de gebruiker de kop- pelingsresultaten bekijken op de actieve koppelingsposities tijdens Live Move. touch...
Pagina 163
Ingebouwde hulpfunctie Terwijl er aan alle onderhoudsvereisten voor fabrieken en machines wordt voldaan, worden de correcties op de juiste manier uitgevoerd. Zodra er een goede uitlijningstoestand is bereikt, tikt u op om Live Move te voltooien. De uitlijning wordt als succesvol beschouwd nadat de uitlijning opnieuw is gecontroleerd door een andere reeks metingen uit te voeren en de weergegeven resultaten binnen de toleranties liggen.
Cardan, roterend vlak – Dit is de standaard meetprocedure voor cardantoepassingen. Deze procedure maakt nauwkeurige meting mogelijk van machines die worden gekop- peld door cardanassen zonder dat de cardanas hoeft worden te verwijderd. Deze pro- cedure wordt gebruikt in combinatie met de roterende armsteun van de cardan. touch...
Pagina 165
Ingebouwde hulpfunctie IntelliPOINT– Bij deze procedure moet de cardan worden gedemonteerd. De meting wordt uitgevoerd met behulp van de intelliPOINT meetmodus in combinatie met de off- set-steun van de cardan. Statische klok – Bij deze procedure moet de cardan worden gedemonteerd. De meting wordt uitgevoerd met behulp van de statische meetmodus in combinatie met de offset- steun van de cardan.
3. Monteer de sensor op de ondersteuningen van de roterende armsteun van de cardan en mon- teer vervolgens de anti-torsiebrug op de sensorondersteuningen om de noodzakelijke ste- vigheid voor de lange ondersteuningen te bieden. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Monteren van de beugels op de assen Monteer de grote kettingsteun voor de laser op de as van de linkermachine (meestal refe- rentiemachine) en de roterende armsteun van de cardan met de sensor op de as van de rech- termachine (meestal beweegbare machine) –...
Ingebouwde hulpfunctie Uitlijnen van cardanas – meetprocedure roterend vlak 1. Schakel sensALIGN sensor, sensALIGN laser en ROTALIGN touch-computer in en stel ver- volgens de machines in. 2. Na het instellen van de machines en het invoeren van alle vereiste machinedimensies, tikt u om verder te gaan met de meting.
Ingebouwde hulpfunctie Metingen uitvoeren In een volle fabriek is het noodzakelijk om de optimale positie te bepalen om de meting te starten. Het doel is dat de zichtlijn tussen de sensALIGN sensor en de laser wordt gehandhaafd onder een zo groot mogelijke rotatiehoek wanneer de cardanas in de normale richting van de machinerotatie wordt gedraaid.
Pagina 170
10. Herhaal de stappen 2 tot 8 voor alle noodzakelijke meetpunten. Opmerking Het nemen van metingen op punten die gelijkmatig zijn verdeeld over de rotatieboog heeft een positieve invloed op de kwaliteit van de meting. 11. Tik op om de uitlijningsresultaten van de cardanas te bekijken. touch...
"Monteren van de grote offset-steun voor de cardan (sensALIGN 7 laser)" op pagina 172 "Monteren van de lichte offset-steun voor de cardan (sensALIGN 5 laser)" op pagina 178 Opmerking Beide sets offset-steunen voor de cardan (groot en licht) kunnen worden gebruikt voor de sensALIGN 7-sensor/laser-combinatie of de sensALIGN 5-sensor/laser-combinatie. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Monteren van de grote offset-steun voor de cardan (sensALIGN 7 laser) Opmerking sensALIGN 5 laser kan ook worden gebruikt met de grote offset-steun van de cardan. When mounting and adjusting the sensALIGN 5 laser, please refer to "Monteren en aan- passen van de sensALIGN 5 laser"...
Pagina 174
2. Plaats de rail zoals hieronder afgebeeld in de frontplaat (c1) en gebruik vervolgens de twee bovenste hendels (c2) om de schuif vast te zetten. Zorg ervoor dat de middengroef op de rail naar buiten wijst. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Montage van de laserhouder-assemblage op de rail 1. Maak het handwiel een beetje los en schuif de laserhouder-assemblage op de middengroef van de rail. Laserhouder Monteren en aanpassen van de laser For mounting and adjusting the sensALIGN 5 laser, please refer to "Monteren en aanpassen van de sensALIGN 5 laser"...
5 laserstaal op de rotatieas van machine" op pagina 181. Bij deze stap wordt de laserhouder-assemblage aangepast op de steun zodat de rotatieas van de laserhouder grofweg op één lijn staat met de rotatieas van de uit te lijnen machine (een motor of een tandwielkast). Let op touch...
Ingebouwde hulpfunctie Raak tijdens deze procedure de gele duimdraaiknoppen voor de positie van de laser- straal NIET aan. 1. Voer de verticale en horizontale aanpassing van de laserhouder-assemblage uit door deze horizontaal door de middengroef op de rail te schuiven en deze verticaal te positioneren door de rail te draaien.
Pagina 178
(zoals de motor of tandwielkast). De sensor wordt uitgelijnd t.o.v. de laser door de steun van de sensor te drukken of te schuiven. Let op Raak de laser of de duimdraaiknoppen voor de positie van de laser NIET aan. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Monteren van de lichte offset-steun voor de cardan (sensALIGN 5 laser) Opmerking sensALIGN 7-laser kan ook worden gebruikt met de lichte offset-steun van de cardan. Monteren van de lichte offset-steun van de cardan en sensALIGN 5 laser aanpassen Monteren van de frontplaat aan de rail 1.
Het middelste gedeelte van de flens mag niet als een referentieoppervlak worden gebruikt. Montage van de laserhouder-assemblage op de rail 1. Maak het handwiel een beetje los en schuif de laserhouder-assemblage op de middengroef van de rail, waarbij de T-bout als markering fungeert. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Laserhouder Monteren en aanpassen van de sensALIGN 5 laser Bij deze stap wordt de laserstraal aangepast zodat hij grofweg op één lijn staat met de rota- tieas van de laserhouder-assemblage. 1. Schuif de twee zwarte afstandshulzen op de steunpalen. 2.
Raak tijdens deze procedure de gele duimdraaiknoppen voor de positie van de laser- straal NIET aan. 1. Voer de verticale en horizontale aanpassing van de laserhouder-assemblage uit door deze horizontaal door de beugelrails te schuiven en deze verticaal te positioneren door de beugel te draaien. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Laserpunt 2. Herhaal de bovenstaande procedure tot de laserstraal het midden van het doel raakt op de rotatieas van de uit te lijnen machine. 3. Zodra de laserstraal op het doel is gecentreerd, zet u de frontplaat op de flens vast met de meegeleverde zeshoekige schroeven.
Pagina 184
(zoals de motor of tandwielkast). De sensor wordt uitgelijnd t.o.v. de laser door de steun van de sensor te drukken of te schuiven. Opmerking Raak de of de duimdraaiknoppen voor de positie van de laser NIET aan. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Uitlijnen van cardanas met behulp van sensALIGN 5-sen- sor en laser Deze meetprocedure wordt gebruikt in combinatie met de offset-steun van de cardan. De car- danas waarmee de machines zijn gekoppeld, moet tijdens de meting worden gedemonteerd. 1. Na het monteren van de offset-steun van de cardan en de meetcomponenten en vervolgens het aanpassen van de laser, schakelt u het computer in en gaat u verder met het instellen van de machines.
Pagina 186
70°. (Het nemen van meer positiemetingen verbetert de betrouw- baarheid van de resultaten.) 7. Zodra er voldoende meetpunten over een rotatie van ten minste 70° zijn genomen, tikt u op om de meting te stoppen. touch...
Ingebouwde hulpfunctie 8. Tik op om de uitlijningsresultaten van de cardanas te bekijken. Evaluatie en uitlijning Offset heeft geen echte invloed op de uitlijningsconditie, maar hoekigheid op de roterende assen moet worden gecorrigeerd. Aangezien alleen hoekigheid hoeft te worden gecorrigeerd bij het uitlijnen van de cardanas, tonen de weergegeven resultaten alleen voetwaarden voor één paar voeten.
Deze meetprocedure wordt gebruikt in combinatie met de offset-steun van de cardan. De car- danas waarmee de machines zijn gekoppeld, moet tijdens de meting worden gedemonteerd. 1. Schakel sensALIGN sensor, sensALIGN laser en ROTALIGN touch-computer in en stel ver- volgens de machines in. (Zie het scherm Dimensies.) 2.
Ingebouwde hulpfunctie Metingen uitvoeren 1. Wacht totdat de meting is gestabiliseerd terwijl de laser is gecentreerd en de naald precies in het midden van het groene gedeelte staat (1). Opmerking Om de naald te centreren, moeten zowel de laser als de sensor in dezelfde draaihoek staan. ...
één paar voeten. Hoekigheid kan worden aangegeven in mrad of graden. Cardanas-eenheden worden ingesteld via stan- daardinstellingen in 'Configuration' (Configuratie). Opmerking Er is een PRUFTECHNIK tolerantietabel voor cardanassen beschikbaar voor 1/2° en 1/4° touch...
Pagina 191
Ingebouwde hulpfunctie limieten. Het vereiste tolerantietype kan worden ingesteld via standaardinstellingen in 'Configuration' (Configuratie). Machines die zich buiten de tolerantie bevinden, kunnen worden geherpositioneerd met behulp van de Live Move functie. Versie:2.3...
Ingebouwde hulpfunctie Kennismaken met Live Trend Opmerking Deze functionaliteit is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Wat is Live Trend? Live Trend is een toepassing die wordt gebruikt voor het live controleren van machi- nebewegingen als gevolg van thermische groei, beweging van machinefunderingen en ver- anderingen van bedrijfslasten.
Pagina 193
Ingebouwde hulpfunctie ALI 4.005/2-20 Live Trend add-on module met PERMAFIX-beu- gels Onderdeelnummer Component ALI 2.190 PERMAFIX montagebeugel voor laser en sensor (dit pakket bevat 2 nr. ALI 2.190) ALI 2.191 Anti-torsiebrug (dit pakket bevat 2 nr. ALI 2.191) ALI 2.192 Live Trend behuizing voor PERMAFIX beugels ALI 2.194 Kegel...
Ingebouwde hulpfunctie Live Trend beugels monteren Monteer de benodigde Live Trend meetbeugels zoals beschreven in "ROTALIGN Ultra iS Live Trend Aan de slag" DOC 04.100.en in de Live Trend pakketten. Versie:2.3...
"Duur" wordt ingesteld in uren, minuten of seconden. Het is de tijd die voor de gehele meting wordt ingesteld. "Interval" wordt ingesteld in uren, minuten of seconden. Het is de tijd tussen het uit- voeren van de individuele meetpunten. touch...
Pagina 197
Ingebouwde hulpfunctie Druk op het betreffende waardevak en voer vervolgens de duur of de meetinterval in met het toetsenbord op het scherm. Druk op om het toetsenbord op het scherm te sluiten en terug te keren naar het scherm met de instellingen. Druk op het vakje met de betreffende tijdseenheid en selecteer vervolgens de gewenste een- heid in het venster dat verschijnt.
De meting-statusbalk (3) geeft aan wanneer de meting is voltooid. Druk op om de hui- dige meting te stoppen voordat de duur is verlopen. Druk op de resultaten te eva- lueren. Opmerking Resultaten kunnen worden bekeken tijdens uitvoeren van de meting. Druk op voetresultaten en meetgrafieken te bekijken. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Live Trend – Resultaten evalueren Overzicht van het scherm Resultaten Het scherm Resultaten interpreteren Het pictogram "Grafieken" wordt gebruikt om de resultaten in de vorm van gra- fieken weer te geven. Het type gegevens dat op de grafiek wordt weergegeven, wordt geselecteerd via het menu-item "Resultaatgrafiek instellingen"...
Pagina 200
De 3-D resultaten tonen de koppelings- en voetresultaten voor de huidige cur- sorpositie (2). (10) De 2-D (V/H) resultaten tonen de koppelings- en voetresultaten voor de huidige cur- sorpositie touch...
Ingebouwde hulpfunctie Live Trend – Log Wat is een Live Trend log? Een Live Trend meetlog is een tabel met de resultaten van alle metingen die worden uit- gevoerd tijdens de live monitoring van de machine. De volgende items worden tevens in de log opgenomen.
Pagina 202
Tik op om de cursor om te schakelen tussen de momenteel gemarkeerde meting en de laatst geregistreerde meting. Tik op om een markering toe te wijzen aan een meting die in de log is gemar- keerd. touch...
Pagina 203
Ingebouwde hulpfunctie Tik op om de gemarkeerde meting in de log op nul te zetten. Tik op om de resultaten te bekijken. Versie:2.3...
'Stop' – wordt gebruikt om het punt waarop de machines worden uitgeschakeld aan te geven Markeringen gebruiken Markeringen worden binnen de log toegepast. De log is toegankelijk vanuit de schermen "Meting" of "Resultaten". Druk op het gedeelte waar de koppelingsresultaten worden weergegeven (1). Hiermee wordt de Live Trend log geopend. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Druk op de meting waar u een markering wenst en druk op (2). Druk op de gewenste markering in de beschikbare lijst (3). De logtabel toont vervolgens de geselecteerde meting met de gewenste markering (4). Door de gebruiker gespecificeerde markeringen Door de gebruiker gespecificeerde markeringen worden ingesteld met de markering 'Aan- gepast'.
Schuif in de logde blauwe knop naar rechts om alleen markeringen weer te geven. Druk op de meting met markering die moet worden verwijderd (2). Er verschijnt een prul- lenbakpictogram naast het markeringspictogram (3). Druk op afhankelijk van het type markering dat wordt verwijderd. touch...
Ingebouwde hulpfunctie Markeringen herkennen De markeringen op de grafieken kunnen met behulp van de meettabel worden herkend. Schuif de groene knop naar rechts. Alleen metingen met markeringen worden weergegeven. Selecteer de te markeren meting en druk op om de grafiek te zien. De cursor op de grafieken correspondeert met de gemarkeerde meting in de meettabel (2).
Ingebouwde hulpfunctie Live Trend in meervoudige koppeling Opmerking Deze functionaliteit is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Wat is Live Trend in meervoudige koppeling? Deze functionaliteit wordt gebruikt voor het uitvoeren van Live Trend metingen van aan- drijvingen met meerdere elementen met drie of meer machines tegelijkertijd. De func- tionaliteit kan worden gebruikt om tot zeven machines te meten.
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking Live Trend beugels worden op de machines gemonteerd, NIET op de assen. Na invoeren van alle benodigde dimensies drukt u op en vervolgens stelt u de bemon- steringsinterval en de meetduur in in het scherm met instellingen dat verschijnt. Items onder "Setup"...
Ingebouwde hulpfunctie LT in meervoudige koppeling – selecteren en initialiseren van sensoren Live Trend in meervoudige koppeling – selecteren en initialiseren van sensoren Als op een willekeurige koppelingspositie de sensor niet is geselecteerd of geïnitialiseerd, ver- schijnt de hint "Select sensor" (Selecteer sensor) in de meting wanneer "Couplings" (Kop- pelingen) wordt geselecteerd.
Tik op "Enter dimension" (Dimensie invoeren) of om toegang te krijgen tot het dimen- siescherm en de vereiste dimensie in te voeren. In dit voorbeeld is de ontbrekende dimensie midden van de koppeling tot de sensor op de eerste koppeling. touch...
Ingebouwde hulpfunctie LT meting in meervoudige koppeling Live Trend meting in meervoudige koppeling Als de sensor is geïnitialiseerd en de laserstraal is gecentreerd, drukt u op om de Live Trend meting met meervoudige koppeling te starten. Opmerking Raak de sensALIGN sensoren en lasers die in gebruik zijn NIET aan of pas de laser- stralen NIET aan nadat de meting is gestart.
Pagina 214
Selecteer de gewenste koppeling door op de pijl aan het bij- behorende uiteinde te tikken (in dit voorbeeld de pijl aan het einde B voor koppeling 2). Tik op om terug te keren naar het meetscherm met alle koppelingsposities. touch...
Ingebouwde hulpfunctie LT resultaten in meervoudige koppeling Live Trend resultaten in meervoudige koppeling Tik op voor weergave en evalueren van de resultaten. Resultaten kunnen tijdens of na de meting worden geëvalueerd. Resultaten kunnen worden weergegeven als plots, voetresultaten en koppelingswaarden. Opmerking Tik op het vak koppelingswaarden om de Live Trend log te openen.
Bijwerken van de sensor-firmware naar een nieuwere versie Het is mogelijk om een update van de sensor-firmware rechtstreeks via het robuuste touch- apparaat uit te voeren. Als een sensor met een oudere firmware-versie via Bluetooth is ver- bonden met het robuuste apparaat, dan verschijnt er een update-melding voor de sensor-firm- ware op het scherm.
Pagina 218
Ingebouwde hulpfunctie Nadat het update-proces succesvol is voltooid, verschijnt het volgende scherm. De sensor is nu bijgewerkt naar de nieuwere versie die beschikbaar is op het robuuste touch- apparaat. Tik op om het update-scherm te verlaten. De nieuwe versie van de sensor-firmware verschijnt onder "Sensor properties" (Sen-...
De update-melding voor de sensor-firmware blijft één keer per dag verschijnen totdat de firmware-update is voltooid. Bijwerken van de laser-firmware naar een nieuwere versie Als er een laser met een oudere firmware-versie wordt gebruikt, dan verschijnt er een update van de laser-firmware op het display van het robuuste touch-apparaat. Versie:2.3...
Pagina 220
Tik op om door te gaan. Het bovenstaande vraagt de gebruiker om de laser op het robuuste touch-apparaat aan te slui- ten met behulp van de meegeleverde kabel. Maak verbinding zoals getoond en tik vervolgens om de firmware-update te starten.
Pagina 221
Ingebouwde hulpfunctie Nadat het update-proces succesvol is voltooid, verschijnt het volgende scherm. De laser is nu bijgewerkt naar de nieuwere versie die beschikbaar is op het robuuste touch- apparaat. Tik op om het update-scherm te verlaten. De nieuwe versie van de laser-firmware verschijnt onder "Laser properties" (Lase-...
De kalibratienauwkeurigheid van de sensor en de laser moet elke twee jaar worden gecontroleerd, zoals aangegeven op het ronde label aan de onderkant van het betref- fende component. De sensor en de laser moeten worden geretourneerd naar een geautoriseerd touch...
Pagina 223
Ingebouwde hulpfunctie PRUFTECHNIK Service Center voor controle van de kalibratie en inspectie. U kunt con- tact opnemen met uw plaatselijke PRUFTECHNIK vertegenwoordiger voor assistentie of ga naar www.pruftechnik.com. Opmerking De vervaldatum van de sensorkalibratie is ook te vinden onder "Sensor properties" (Sen- soreigenschappen).
Pagina 224
Als de vervaldatum van de kalibratie van de sensor en/of laser is verstreken en de com- ponenten via Bluetooth of kabel met het robuuste touch-apparaat zijn verbonden, dan ver- schijnt de betreffende melding over het verlopen van de kalibratie op het display.
5 firmware-update sensor Bijwerken van de sensor-firmware naar een nieuwere versie Het is mogelijk om een update van de sensor-firmware rechtstreeks via het robuuste touch- apparaat uit te voeren. Als een sensor met een oudere firmware-versie via Bluetooth is ver- bonden met het robuuste apparaat, dan verschijnt er een update-melding voor de sensor-firm- ware op het scherm.
Pagina 226
Ingebouwde hulpfunctie Nadat het update-proces succesvol is voltooid, verschijnt het volgende scherm. De sensor is nu bijgewerkt naar de nieuwere versie die beschikbaar is op het robuuste touch- apparaat. Tik op om het update-scherm te verlaten. De nieuwe versie van de sensor-firmware verschijnt onder "Sensor properties" (Sen-...
Ingebouwde hulpfunctie Als de firmware-update van de sensor niet wordt uitgevoerd wanneer de melding verschijnt, kan de update-actie worden gestart via "Sensor properties" (Sensoreigenschappen). De aan- wijzing "UPDATE" verschijnt naast de oudere versie van de sensor-firmware. Tik op "UPDATE" om door te gaan met de update van de sensor-firmware. Opmerking De update-melding voor de sensor-firmware blijft één keer per dag verschijnen totdat de firmware-update is voltooid. ...
Pagina 228
Als de vervaldatum van de kalibratie is verstreken, wordt de vervaldatum rood gemar- keerd. De vervaldatums van de sensor- en laserkalibratie verschijnen ook op het installatie- meetrapport als het menu-item "Alignment measurement components" (Uitlijning van meetcomponenten) van "Generating report" (Rapport genereren) is geactiveerd. touch...
Pagina 229
Als de vervaldatum van de kalibratie van de sensor en/of laser is verstreken en de com- ponenten via Bluetooth of kabel met het robuuste touch-apparaat zijn verbonden, dan ver- schijnt de betreffende melding over het verlopen van de kalibratie op het display.
›› De voetresultaten die worden gebruikt voor het corrigeren van uitlijnfouten zijn posi- tiewaarden m.b.t. de referentiemachine. ›› De dikke, gekleurde voettolerantie-pijlen tonen de richting en afstand waarmee de machine moet worden verplaatst. De kleurcode toont tevens de bereikte uitlijntolerantie. touch...
Bedrijf: 0°C tot 40°C (32°F tot 104°F) Opladen: 0°C tot 40°C (32°F tot 104°F) Opslag: -10°C tot 50°C (14°F tot 122°F) Afmetingen Ca. 273 x 181 x 56 mm (10 3/4" x 7 1/8" x 2 3/16") Gewicht Ca. 1,88 kg (4.1 lbs) touch...
Pagina 232
Ingebouwde hulpfunctie Computer Camera 5 MP ingebouwd (afhankelijk van de configuratie) LED's: Risicogroep 1 volgens IEC 62471:2006 CE-conformiteit Raadpleeg het CE-nalevingscertificaat op www.pruftechnik.com Draagtas Standaard: ABS, met valtest (2 m / 6 1/2 ft.) Afmetingen: Ca. 470 x 388 x 195 mm (18 1/2” x 15 9/32” x 7 11/16”) Gewicht: Inclusief alle standaardonderdelen –...
De laser aan 21 CFR 1040.10 en 1040.11, met uitzondering van afwij- kingen op grond van Laser Notice No. 50, d.d. 24 juni 2007. Straalafwijking 0,3 mrad Inclinometer-reso- 0,1° lutie Inclinometerfout ± 0,25% volledige schaal CE-conformiteit Raadpleeg het CE-nalevingscertificaat op www.pruftechnik.com touch...
Geïntegreerde Bluetooth 4.1 Smart Ready draadloze communicatie USB 2.0 Full Speed Overdrachtsafstand Tot 30 m [98 ft] directe zichtlijn CE-conformiteit Raadpleeg het CE-nalevingscertificaat op www.pruftechnik.com Certificaties per land Approvals granted for specific regions (refer to the provided 'Vei- ligheids- en algemene informatie' document) touch...
Ingebouwde hulpfunctie Technische gegevens – sensALIGN 5-laser sensALIGN 5-laser Type Halfgeleiderlaser-diode Voeding Batterijen 2 x 1,5 V IEC LR6 (“AA“) Bedrijfstijd: 180 uur Milieubescherming IP 65 (stofdicht en waterstraalbestendig), schokbestendig Relatieve luchtvochtigheid: 10% tot 90% Temperatuurbereik Bedrijf: -10°C tot 50°C (14°F tot 122°F) Opslag: -20°C tot 60°C (-4°F tot 140°F) Afmetingen Ca.