7.11
Dichtheid controleren
▶
Controleer de gasleiding, het verwarmingscircuit en het
warmwatercircuit op dichtheid.
▶
Controleer de VGA op onberispelijke installatie.
7.12
Functies van het product controleren
7.12.1 CV-bedrijf controleren
1.
Controleer of er een warmtevraag is en of de brander
aan is.
2.
Druk 3 seconden lang tegelijkertijd op
(
).
◁
Als het product correct functioneert, dan verschijnt
op het display S.04.
7.12.2 Warmwaterbereiding controleren
1.
Draai een warmwaterkraan volledig open.
2.
Druk 3 seconden lang tegelijkertijd op
(
).
◁
Als de warmwaterbereiding correct functioneert, dan
verschijnt op het display S.14.
8
Aanpassing aan de CV-installatie
U kunt de installatieparameters opnieuw vastleggen/wijzigen
(hoofdstuk "Diagnosecodes instellen").
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 27)
8.1
Branderwachttijd
Om het frequent in- en uitschakelen van de brander en hier-
door energieverlies te vermijden, wordt steeds na het uit-
schakelen van de brander voor een bepaalde tijd een elek-
tronische herinschakelblokkering geactiveerd. De brander-
wachttijd is alleen voor de CV-functie actief. De warmwater-
functie wordt tijdens een lopende branderwachttijd niet beïn-
vloed door de tijdsinstelling (fabrieksinstelling: 20 min).
8.1.1
Branderwachttijd instellen
▶
Stel de diagnosecode in. (→ Pagina 16)
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 27)
T
Ingestelde maximale branderwachttijd [min]
aanvoer
(gewenst)
2
5
[°C]
20
2
5
25
2
4
30
2
4
35
2
4
40
2
3
45
2
3
50
2
3
55
2
2
60
2
2
65
2
2
70
2
2
75
2
2
0020195967_03 ThemaClassic Installatie- en onderhoudshandleiding
( ) en
( ) en
10
15
20
25
30
10
15
20
25
30
9
14
18
23
27
8
12
16
20
25
7
11
15
18
22
6
10
13
16
19
6
8
11
14
17
5
7
9
12
14
4
6
8
10
11
3
5
6
7
9
2
3
4
5
6
2
2
2
3
3
2
2
2
2
2
Aanpassing aan de CV-installatie 8
T
Ingestelde maximale branderwachttijd [min]
aanvoer
(gewenst)
35
40
[°C]
20
35
40
25
32
36
30
29
33
35
25
29
40
22
26
45
19
22
50
16
18
55
13
15
60
10
11
65
7
8
70
4
4
75
2
2
8.1.2
Resterende branderwachttijd terugzetten
▶
Houd de toets
langer dan 3 seconden ingedrukt.
◁
reset wordt weergegeven op het display.
8.2
Pompvermogen
A
8
PWM 5%
7
6
PWM 15%
5
PWM 25%
4
PWM 35%
3
PWM 45%
2
PWM 55%
1
PWM 65%
0
0
0,2 0,4 0,6 0,8
1
1,2 1,4 1,6 1,8
A
Restopvoerhoogte [m]
8.2.1
Pompvermogen instellen
▶
Stel het pompvermogen via d.018 in. (→ Pagina 16)
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 27)
8.3
Overstroomklep instellen
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door ver-
keerde instelling van de hoogefficiënte
pomp
Als de druk bij de overstroomklep verhoogd
wordt (naar rechts draaien), kan bij een inge-
steld pompvermogen van minder dan 100%
een foute werking ontstaan.
▶
Zet in dit geval het pompvermogen via
diagnosecode d.014 op 5 = 100%.
45
50
55
60
45
50
55
60
41
45
50
54
37
41
45
49
33
36
40
44
29
32
35
38
25
27
30
33
21
23
25
28
17
19
20
22
13
14
15
17
9
10
11
11
5
5
6
6
2
2
2
2
2
2,2 2,4 2,6
B
3
B
Transportvolume [m
/h]
21