Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Te Lage Waterdruk Vermijden; Cv-Installatie Vullen - bulex ThemaClassic C30 H/L-BE Installatie- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ThemaClassic C30 H/L-BE:
Inhoudsopgave

Advertenties

7 Ingebruikname
Vul- en bijvulwater controleren
Meet de hardheid van het vul- en bijvulwater voor u de
installatie vult.
Vul- en bijvulwater conditioneren
Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie-
water de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
U moet het CV-water conditioneren,
als de volledige vul- en bijvulwaterhoeveelheid tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drievoudige van het
nominale volume van de CV-installatie overschrijdt of
wanneer de in de volgende tabel genoemde richtwaarden
niet worden aangehouden of
als de pH-waarde van het verwarmingswater onder 8,2 of
boven 10,0 ligt.
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
kW
°dH
mol/m³
< 50
< 3
< 16,8
> 50 tot
11,2
2
≤ 200
> 200 tot
8,4
1,5
≤ 600
> 600
0,11
0,02
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
Fernox F3
Sentinel X 300
Sentinel X 400
18
> 20 l/kW
> 50 l/kW
≤ 50 l/kW
°dH
mol/m³
°dH
mol/m³
11,2
2
0,11
0,02
8,4
1,5
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
Additieven die permanent in de installatie blijven
Fernox F1
Fernox F2
Sentinel X 100
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
Fernox Antifreeze Alphi 11
Sentinel X 500
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven heeft gebruikt.
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
7.5

Te lage waterdruk vermijden

Voor een correcte werking van de CV-installatie moet de be-
drijfsvuldruk binnen de grenswaarden liggen (staafdiagram
op het display ongeveer in het midden).
1)
Bedrijfsvuldruk: 0,08 ... 0,2 MPa (0,80 ... 2,0 bar)
Als de CV-installatie zich over meerdere verdiepingen uit-
strekt, dan kunnen hogere waarden voor de vuldruk vereist
zijn om lucht in de CV-installatie te vermijden.
Als de vuldruk tot in het minimumbereik daalt, geeft het pro-
duct het druktekort door een knipperende waarde op het
display aan.
Minimumbereik vuldruk: 0,03 ... 0,08 MPa (0,30
... 0,80 bar)
Als de vuldruk onder het minimumbereik ligt, wordt het pro-
duct buiten bedrijf gesteld. Het display geeft F.22 weer.
Vul CV-water bij om het product opnieuw in gebruik te
nemen.
Het display geeft de vuldruk net zolang knipperend aan tot
de bedrijfsvuldruk bereikt is.
Bedrijfsvuldruk: ≥ 0,08 MPa (≥ 0,80 bar)
7.6

CV-installatie vullen

1.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 10)
2.
Spoel de CV-installatie uit voor u deze vult.
3.
Klap de elektronicabox omlaag.
4.
Maak de kap (1) van de snelontluchter los.
Installatie- en onderhoudshandleiding ThemaClassic 0020195967_03
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave