Inhoudsopgave
Advertenties
6 Bediening
5.6.5
Thermostaat aan de elektronica aansluiten
1.
Monteer indien nodig de thermostaat.
2.
Open de schakelkast. (→ Pagina 14)
3.
Voer de bedrading uit. (→ Pagina 14)
Voorwaarden: Aansluiting van een weersafhankelijke thermostaat of ka-
merthermostaat via eBUS
▶
Sluit de thermostaat aan de eBUS-aansluiting aan.
▶
Overbrug de aansluiting "24 V = RT", indien geen brug
aanwezig is.
Voorwaarden: Aansluiting van een laagspanningsregelaar (24 V)
▶
Sluit de thermostaat op de aansluiting "24 V = RT" aan.
Voorwaarden: Aansluiting van een maximaalthermostaat aan een vloer-
verwarming
▶
Sluit de maximaalthermostaat op de aansluiting "Burner
off" aan.
4.
Sluit de schakelkast. (→ Pagina 14)
5.
Zet voor multicircuitregelaar d.018 op 1.
5.6.6
Multifunctionele module en aanvullende
componenten installeren
1.
Open de schakelkast. (→ Pagina 14)
2.
Sluit de multifunctionele module (optionele printplaat)
op de printplaat van het product aan (→ Installatiehand-
leiding multifunctionele module).
3.
Sluit aanvullende componenten op de multifunctionele
module (optionele printplaat) aan (→ Installatiehandlei-
ding multifunctionele module).
4.
Sluit de schakelkast. (→ Pagina 14)
5.
Monteer de frontmantel. (→ Pagina 10)
5.6.6.1 Aanvullende component via
multifunctionele module activeren
Voorwaarden: Component aan relais 1 aangesloten
▶
Selecteer de parameter d.027 om aan relais 1 een func-
tie toe te wijzen. (→ Pagina 16)
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 27)
Voorwaarden: Component aan relais 2 aangesloten
▶
Selecteer de parameter d.028 om aan relais 2 een func-
tie toe te wijzen. (→ Pagina 16)
16
– +
Burner
24V=
off
RT BUS
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 27)
5.6.6.2 Circulatiepomp installeren
Voorwaarden: Thermostaat aangesloten
▶
Sluit de circulatiepomp op de multifunctionele module
(optionele printplaat) aan. (→ Pagina 16)
6
Bediening
6.1
Bedieningsconcept
Het bedieningsconcept, de bediening van het product en de
aflees- en instelmogelijkheden van het gebruikersniveau zijn
in de gebruiksaanwijzing beschreven.
Een overzicht van de aflees- en instelmogelijkheden van
het installateurniveau/serviceniveau (diagnosecodes) en de
testprogramma's (speciale functies) is te vinden in de bijlage.
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 27)
Testprogramma's (→ Pagina 33)
6.2
Installateurniveau/serviceniveau oproepen
1.
Druk 7 seconden op
2.
Stel met
en
( ) de code voor het installateurni-
veau/serviceniveau in.
–
Code installateurniveau: 96
–
Code serviceniveau (alleen voor de klantenservice):
35
3.
Bevestig met
.
6.2.1
Installateurniveau/serviceniveau verlaten
▶
Druk 5 seconden op
◁
De basisweergave wordt getoond.
6.3
Diagnosecode oproepen/instellen
1.
Roep het installateurniveau/serviceniveau op.
(→ Pagina 16)
2.
Kies met
en
( ) de gewenste diagnosecode.
3.
Kies met
en
(
diagnosecode.
4.
Ga voor alle parameters die veranderd moeten worden,
op deze manier te werk.
Installatie- en onderhoudshandleiding ThemaClassic 0020195967_03
.
.
) de gewenste waarde voor de
1
2
Advertenties
Inhoudsopgave
