Probleem
De motor loopt, maar
1. Vuil, water of oude benzine in het
klopt of hapert.
2. Een bougiekabel zit los.
3. Een bougie is defect.
4. Losse kabels of slechte aansluitingen.
5. De motor raakt oververhit.
Motor loopt niet
1. De ontluchting van de brandstof-
stationair.
2. Vuil, water of oude benzine in het
3. Een bougie is beschadigd of defect.
4. De leegloopkanalen van de
5. De regelschroef voor stationair
6. De brandstofpomp is defect.
7. Lage compressie.
8. Het luchtfilterelement is vuil.
De motor raakt
1. Verkeerd oliepeil in het carter.
oververhit.
2. Machine is te zwaar belast.
3. De luchtinlaatroosters zijn vuil.
4. De koelribben en luchtkanalen onder
5. Het brandstofmengsel is schraal.
Mogelijke oorzaken
brandstofsysteem.
tank wordt belemmerd.
brandstofsysteem.
carburateur zijn verstopt.
toerental is onjuist afgesteld.
de behuizing van de motorventilator
en/of het draaiende luchtinlaatrooster
zijn verstopt.
1. Tap de brandstof af uit de
brandstoftank en spoel deze schoon.
Vul de tank met verse brandstof.
2. Kabel op bougie aansluiten.
3. Bougie vervangen.
4. Controleer de kabelaan-
sluitingen en zet deze vast.
5. Zie De motor raakt oververhit.
1. Brandstoftankdop vervangen.
2. Tap de brandstof af uit de
brandstoftank en spoel deze schoon.
Vul de tank met verse brandstof.
3. Bougie vervangen.
4. Neem contact op met een erkende
Service Dealer.
5. Neem contact op met een erkende
Service Dealer.
6. Neem contact op met een erkende
Service Dealer.
7. Neem contact op met een erkende
Service Dealer.
8. Reinigen of vervangen.
1. Vullen of aftappen totdat het oliepeil
de VOL-markering bereikt.
2. Verminder de lading; rij met een
lagere snelheid.
3. Bij elk gebruik reinigen.
4. Bij elk gebruik reinigen.
5. Neem contact op met een erkende
Service Dealer.
47
Remedie