Onderhoud van de drijfriem
Drijfriem controleren
De conditie en de spanning van de drijfriem moeten na de
eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om
de 200 bedrijfsuren.
1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking, zet de schakelhendel in
de neutraalstand, schakel de pomp uit, zet de motor af
en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Laat de drijfriem ronddraaien en controleer deze op
overmatige slijtage of beschadigingen. Vervang de riem
indien dit nodig is.
1
2
Figuur 50
1. Drijfriem
2. Riemgeleider (slechts een
exemplaar getoond).
Drijfriem vervangen
1. Maak de 2 riemgeleiders los bij de secundaire koppeling
(Fig. 50).
2. Laat de drijfriem over de secundaire koppeling
ronddraaien (Fig. 50).
3. Verwijder de riem van de primaire koppeling (Fig. 50).
4. Plaats de nieuwe riem op de primaire koppeling (Fig. 50).
5. Plaats de drijfriem op de secundaire koppeling en laat
de drijfriem ronddraaien (Fig. 50).
6. Zet de riemgeleiders vast op 1/2 cm vanaf de poelie.
2
3
3. Primaire koppeling
4. Secundaire koppeling
40
Riem van stuurpomp
De spanning van de riem van de stuurpomp moet na de eerste
gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 100
bedrijfsuren. De riem moet een speling hebben van 5 mm als
u halverwege op de riem drukt met een kracht van 22 N.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel
de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op
Uit en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Draai de bevestigingsbouten van de stuurpomp los
(Fig. 51).
1
2
Figuur 51
1. Riem van de stuurpomp
2. Stuurpomp
3. Beweeg de pomp met een kracht van 22 N totdat de
riem 5 mm doorhangt en draai daarna de
bevestigingsbouten vast, te beginnen bij de bout die
zich het dichtst bij de krukas van de motor bevindt.
3
3. Bevestigingsbouten van
stuurpomp