V
OLUME BELSIGNALEN WIJZIGEN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
menu
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONF. ONTVANGST
ONTVANGSTMODUS
3. Drukt u op de toetsen
tot op het display verschijnt:
CONF. ONTVANGST
BELVOLUME
4. Druk op de toets:
Het display geeft het standaard volumeniveau weer,
bijvoorbeeld 4:
BELVOLUME
NIVEAU 4
5. Om het volume te verhogen of te verlagen, drukt u op
de toetsen:
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
8. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
H
ERKENNING VAN HET BELSIGNAAL
UITSCHAKELEN
In enkele landen bieden de telefooncentrales de moge-
lijkheid aan dezelfde telefoonlijn twee of meer tele-
foon- of faxnummers toe te kennen, die voor ver-
schillende gebruikers zijn bestemd. Elk nummer krijgt
een bepaald belsignaal-ritme.
Deze functie is bijzonder nuttig in huis of in een klein
kantoor, waar dezelfde telefoonlijn door meerdere per-
sonen wordt gedeeld.
Uw faxtoestel is in staat om één van deze ritmes
te herkennen (zie onderstaande procedure). Op deze
manier zal het faxtoestel (in de ontvangstmodus "TEL /
FAX" en "AWA / FAX") wanneer het een oproep ont-
vangt met dat specifieke belsignaal-ritme, altijd alleen
voor ontvangst van een document worden ingesteld.
Deze functie is bijzonder geschikt in combinatie
met de stille ontvangst aangezien het faxtoestel al-
leen een belsignaal zal geven indien het een telefoon-
oproep betreft.
4 6
-
-/
RITME IN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
menu
CONF. ONTVANGST
2. Drukt u op de toetsen
tot op het display verschijnt:
menu
INSTALLATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
4. Drukt u op de toetsen
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE
ONDERSCH.BEL
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
ONDERSCH.BEL
OPTIE INSTELLEN
6. Om de andere beschikbare optie weer te geven,
"ONDERSCH.BEL - PATROON INSTELL", drukt u op
de toetsen:
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
AUTODETECTIE
8. Bel het faxtoestel met het gewenste belsignaal-ritme tot
het faxtoestel dit detecteert.
Op het display verschijnt:
GEDETECTEERD
Nu kunt u het nieuwe belsignaalritme inschakelen.
9. Om het nieuwe belsignaalritme in te schakelen, gaat u
terug naar het punt waarop het display het volgende
weergeeft:
ONDERSCH.BEL
OPTIE INSTELLEN
10. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
OPTIE INSTELLEN
NEE
11. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "OP-
TIE INSTELLEN - JA", drukt u op de toetsen:
12. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets: