O
PBELLEN VIA DE SNELLE METHODE
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF).
1. Druk, gedurende meer dan een seconde, op de
nummertoets (0-9) waaronder u eerder het gewenste
telefoonnummer heeft opgeslagen, bijvoorbeeld
-
Op het display verschijnen de cijfers van het toegewe-
zen telefoonnummer (zie "Programmering van het
adresboek", in het hoofdstuk "Functies voor verzen-
den en ontvangen"). Als ook de naam is opgeslagen,
wordt deze op het display weergegeven.
2. Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
antwoordt, neemt u de hoorn op om het gesprek te
beginnen.
Op het display verschijnt rechts boven de duur van het
gesprek in minuten en seconden.
E
20
EN VAN DE LAATSTE
BINNENGEKOMEN NUMMERS OF
10
EEN VAN DE LAATSTE
GESELECTEERDE NUMMERS
OPVRAGEN
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF).
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
Op het display verschijnt:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten
en seconden.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
BINNENKOM. OPR.
UITGAANDE OPR.
3. Om de lijst van binnenkomende oproepen te selecte-
ren, drukt u op de toets:
4. Om de lijst van uitgaande oproepen te selecteren, drukt
u op de toets:
5. Om in de lijst van de laatste 20 onbeantwoorde binnen-
komende oproepen of in de lijst van de laatste 10 uit-
gaande oproepen het nummer of de naam te zoeken
van de correspondent die u wilt bellen, drukt u op de
toetsen:
6. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
:
Û
Ü
K
OPIËREN
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN
Net als bij de verzending, moet ook bij het kopiëren het
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) ge-
stoken zijn. Controleer dus alvorens een kopie te maken, of
het origineel correct in de invoer is gestoken en of het voldoet
aan de eerder beschreven kenmerken (zie het gedeelte "Ver-
zenden").
Denk er echter aan dat u bij de kopieerfunctie in de auto-
matische invoer (ADF) slechts één vel tegelijk kunt inste-
ken. Bovendien, als u geen enkele kopie maakt, voert het
faxtoestel het document na ca. twee minuten automatisch uit
en komt weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
K
OPIËREN
Zoals reeds gezegd, kunt u het faxtoestel ook als een
kopieerapparaat gebruiken. Het afdrukresultaat is af-
hankelijk van het type kopie dat u wilt verkrijgen "Nor-
male kopie" of "Kopie van hoge kwaliteit" en van
de waarden voor contrast en resolutie die u instelt
voordat u de kopie maakt.
1. Kies het contrast op basis van de volgende criteria:
• NORMAAL, als het document noch te donker noch
te licht is.
• LICHT, als het document bijzonder donker is.
• DONKER, als het document bijzonder licht is.
2. Kies de resolutie op basis van de volgende criteria:
• TEKST, als het document goed leesbare tekst of een-
voudige afbeeldingen bevat.
• FOTO, als het document schaduw bevat.
3. Steek het document in de automatische invoer (ADF).
Op de bovenste regel van het display versc hijnt:
DOCUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het
contrast: "NORMAAL".
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor
het type reproductie, contrast en resolutie: respectie-
velijk 100%, NORMAAL en TEKST. Bovendien wordt
het ingestelde aantal kopieën weergegeven (1).
5. Om deze waarden te bevestigen, drukt u op de toets:
anders gaat u direct door naar punt 6.
6. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
KWALITEIT
HOOG
7. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "KWA-
LITEIT - NORMAAL", drukt u op de toetsen:
1 9