Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

H
ET ADRESBOEK
Het faxtoestel heeft tevens de mogelijkheid een aanzienlijk
aantal nummers op te slaan en hieraan een naam te kop-
pelen, zodat een volwaardig "telematisch adresboek" ont-
staat, dat niet alleen tijd bespaart maar ook het risico van
fouten tijdens het vormen van de nummers opheft.
Aan elk nummer van het adresboek kan één van de 4 be-
schikbare belsignalen gekoppeld worden, om de beller nog
gemakkelijker te kunnen herkennen (voor alle nieuwe inge-
voerde nummers is het standaard belsignaal nummer 1).
Bovendien kan het aan elk van de 10 nummertoetsen (0-9)
toegewezen telefoon- of faxnummer snel geselecteerd wor-
den door meer dan een seconde op de betreffende toets te
drukken.
P
ROGRAMMERING VAN HET ADRESBOEK
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
menu
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
menu
ADRESBOEK
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
ADRESBOEK
NIEUW NUMMER
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
VORM POSITIE
(00-99)
5. Kies de positie waarop u het telefoon- of faxnummer
wilt opslaan, bijvoorbeeld: 01.
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
01:VORM POSITIE
_
Indien reeds een nummer op de positie 01 is opgesla-
gen, geeft het faxtoestel het bericht "REEDS
GEPROGR." weer.
7. Vorm het telefoon- of faxnummer.
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
8. Om een spatie in te voeren, typefouten te corrigeren of
speciale tekens en symbolen in te voeren, gaat u te
werk zoals uitgelegd in "Nu ontbreken uw naam en
faxnummer nog", in het hoofdstuk "Meteen aan de
slag".
2 8
00
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
01:VORM NAAM
_
10. Voer de naam van de correspondent in (max. 16
tekens) zoals u dat deed voor uw naam (zie "Nu
ontbreken uw naam en faxnummer nog", in het
hoofdstuk "Meteen aan de slag").
11. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
TYPE BELSIGNAAL
BELSIGN.TYPE 1
12. Om de andere beschikbare belsignalen weer te ge-
ven, "BELSIGN.TYPE 2", "BELSIGN.TYPE 3" en
"BELSIGN. TYPE 4", drukt u op de toetsen:
Bij de overgang van een belsignaal op een ander, geeft
het faxtoestel de melodie enkele seconden weer.
13. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ADRESBOEK
NIEUW NUMMER
Nu kunt u de procedure onderbreken of u kunt een
ander nummer programmeren.
14. Om de procedure te onderbreken, drukt u op de toets:
15. Om andere nummers te programmeren, herhaalt u de
procedure vanaf stap 4.
16. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
E
EN NUMMER UIT HET ADRESBOEK WIJZIGEN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
menu
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
menu
ADRESBOEK
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
ADRESBOEK
NIEUW NUMMER
4. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
ADRESBOEK
WIJZIGEN

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fax-lab 630Faxlab 710Faxlab 730Fax lab 105fFax lab 125

Inhoudsopgave