Telefoon bekabeling in GB: Line aansluitingen dienen met pennen 2 en 5 verbonden te zijn in de muur aansluiting .
Voor alle installaties: indien erop de telefoonaansluiting ook een DSL signaal aanwezig is, dient de telefoonsignaal via
een DSL splitter te lopen (zie MEDEDELING VOOR DE INSTALLATEUR op pagina 2 voor meer informatie).
3.5.2 Zone en Sirene bedrading
Opmerkingen:
*
De zone 29/GND en zone 30/GND aansluitklemmen zijn
bedoeld
om
bekabelde
magneetcontacten aan te sluiten, het sabotagecontact
van een externe sirene of flitser of een drukknop via een
Ω
2.2 K
weerstand. Deze weerstand is in de fabriek
aangesloten over de zone 29/GND en zone 30/GND
aansluitklemmen. Als de aansluitklemmen niet worden
gebruikt mogen de weerstanden er niet uitgehaald
worden. Het V+ aansluitblok kan als voedingsklem
dienen om een 12VDC voeding te leveren (tot max.
36mA).
**
Beide +12V klemmen zijn gelijk (doorverbonden).
Het EXT aansluitblok kan worden gebruikt om een externe
sirene aan te sluiten.
Het INT aansluitblok kan worden geprogrammeerd
voor een "interne sirene" of "flitser" (zie UITGANGEN
DEFINIEREN - INT UITGANG in par. 4.8).
De +12V en "GND" aansluitklemmen kunnen aan een
externe buitensirene/flitser worden aangesloten (voor
een constante DC voeding.
LET OP! Indien een GSM module wordt geplaatst dan kan
de CELL/PC poort van de dual RS-232 print niet toegepast
worden om een computer aan te sluiten. In dit geval
verwijder tijdelijk de GSM module verbinding of gebruik de
PL/PC aansluiting!
6
BEDRADING ALLEEN VOOR NOORD AMERIKA
Figuur 3.1b – Telefoon bedrading
BEKABELDE DETECTOREN EN SIRENES AANSLUITEN
ZONE 29 /
ZONE 30
TAMP
N.C.
Detector met
sabotage schakelaar
Figuur 3.1c – Zone en Sirene bedrading
n.c.
detectoren
of
8-POSITIE
RJ-31X PLUG
BRUIN
ROOD
GROEN
GRIJS
RJ-31X
ZONE
ZONE
GND
V+
GND
+12V
29
30
SLUIT BEKABELDE DETECTORS ALS VOLGT AAN:
ZONE 29 /
GND
V+
(*)
ZONE 30
GND
V+
(*)
2.2 k Ω
Power
Power
Alarm
Alarm
N.C.
N.C.
Detector zonder
sabotage schakelaar
BELANGRIJK! De aansluitklemmen voor de interne en
externe sirenes zijn DC uitgangen voor 12V sirenes. Indien
een luidspreker aan één van deze uitgangen wordt
aangesloten, zal deze kortsluiting veroorzaken en de
PowerMax Pro ernstig beschadigen.
3.5.3 Installeren van een optionele
X-10 Sirene
Indien een "draadloze" sirene gewenst is, kan ook een X-10
sirene geïnstalleerd worden die wordt geactiveerd door een
puls over het lichtnet heen te sturen. De X-10 sirene kan de
conventionele bekabelde sirene vervangen of als extra sirene
toegepast worden. Een X-10 sirene kan alleen toegepast
worden in combinatie met een X-10 interface module.
De X-10 sirene is gereed om te functioneren zodra deze is
aangesloten op het lichtnet zonder de PowerMax opnieuw
te programmeren. Het is alleen noodzakelijk om het juiste
HUIS CODE en APPARAAT CODE in te stellen. Dit kan als
volgt gedaan worden:
Huis Code: selecteer een "Huis Code" letter die één letter
hoger ligt dan de "Huis Code" letter die is geprogrammeerd
in de PowerMax PRO. Bijvoorbeeld als de letter "J" staat
geprogrammeerd in de PowerMax PRO dan dient de X-10
sirene als "K" geprogrammeerd te worden.
RJ-31X MUURCONTACT
GRIJS
ROOD
2
3 4
1
RJ-31X
STRAATLIJN
5
7
6
GROEN
BRUIN
ZONES
EXTERNE
SIRENE
PGM
SRN
+12V
SRN
INT
EXT
INTERNE
SIRENE OF
FLITSER
Opmerking:
voor zones 29 en 30, "detecteert" het
controlepaneel een specifieke weerstand,
afhankelijk van de gebeurtenis, als volgt:
Normaal (geen alarm en geen sabotage
gebeurtenis: 2.2 kOhm
Alarm gebeurtenis: 4.4 kOhm
Sabotage gebeurtenis: oneindige weerstand
HUISTELEFOONS
D-302775