Een USB-geheugenapparaat gebruiken
Als u meerdere pagina's wilt scannen, selecteert u Yes wanneer Another
Page? Yes/No wordt weergegeven. Na het scannen kunt u het USB-
geheugenapparaat uit het apparaat verwijderen.
Aangepast scannen naar USB
U kunt het formaat, de grootte en de kleurenmodus van afbeeldingen
instellen telkens als u ze naar een USB-geheugenapparaat scant.
1
Selecteer
(scannen) >
functie op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie.
•
Formaat van origineel: Hiermee stelt u de grootte van de
afbeelding in.
•
Type origineel: Stelt de originele documenten in.
•
Resolutie: Hiermee stelt u de afbeeldingsresolutie in.
•
Kleurmodus: Hiermee stelt u de kleurenmodus in. Als u in deze
optie Mono selecteert, kunt u JPEG niet selecteren in
Bestandsindeling.
•
Bestandsindeling: Hiermee stelt u de bestandsindeling in
waarin de afbeelding moet worden opgeslagen. Als u JPEG
selecteert in deze optie, kunt u Mono niet selecteren in
Kleurmodus.
•
Tonersterkte: Hiermee stelt u het helderheidsniveau voor het
scannen van een origineel in.
(Menu) > Scanfunctie > USB-
3
Selecteer de gewenste status en druk op OK.
4
Herhaal stappen 2 en 3 om andere opties in te stellen.
5
Druk op
(Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
U kunt de standaardscaninstellingen wijzigen. Raadpleeg de handleiding
Geavanceerd.
25
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken.
Bestanden ondersteund door de optie voor direct afdrukken.
•
PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel.
Als u PRN-bestanden afdrukt die op een ander apparaat zijn gemaakt,
zal de afdruk verschillen.
•
TIFF: TIFF 6.0 Baseline
•
JPEG: JPEG Baseline
•
PDF: PDF 1.7 of een lagere versie
•
XPS
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
71