Faxfuncties
• U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven.
• Na het invoeren van een groepskiesnummer kunt u geen ander
groepskiesnummer meer invoeren.
8
Voer de naam en de tijd in van de taak.
Als u een tijdstip instelt dat vroeger is dan de huidige tijd, wordt de fax
de volgende dag op het ingestelde tijdstip verzonden.
9
Het document wordt in het geheugen opgeslagen voordat het wordt
verzonden.
Het apparaat keert terug naar stand-bymodus. Het display herinnert
u eraan dat het apparaat zich in stand-bymodus bevindt en dat er
een uitgesteld faxbericht is ingesteld.
Hiermee kunt u de lijst van uitgestelde faxtaken controleren.
Druk op
(Menu) > Systeeminst. > Rapport > Geplande taken op
het bedieningspaneel.
Documenten toevoegen aan een gereserveerde
fax
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner.
2
Druk op
(faxen) >
op het bedieningspaneel.
3
Selecteer de faxtaak en druk op OK.
Als u klaar bent, selecteert Nee als Nog een pagina? wordt
weergegeven. Het apparaat scant het origineel in en slaat het op in
het geheugen.
4
Druk op
(Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Een gereserveerde faxtaak annuleren
1
Druk op
(faxen) >
op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste faxtaak en druk op OK.
3
Druk op OK wanneer Ja verschijnt.
De geselecteerde fax wordt uit het geheugen gewist.
(Menu) > Faxfunctie > Pag. toevoegen
(Menu) > Faxfunctie > Taak annuleren
4. Speciale functies
254