Draadloos netwerk instellen
9
Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van
het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply.
Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Als het goed is,
communiceert uw apparaat nu draadloos met het netwerk. In de ad-
hocmodus kunt u tegelijkertijd een draadloos LAN en een bekabeld
LAN gebruiken.
10
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-rom-station en volg
de instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen.
18
Het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen
Als uw apparaat een LCD-display heeft, kunt u Wi-Fi ook in-/uitschakelen
via het menu Network op het bedieningspaneel van het apparaat.
1
Controleer of de netwerkkabel op het apparaat is aangesloten. Als
dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het
apparaat aansluiten.
2
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
3
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Geef de standaard-IDen het
standaardPassword op die hieronder worden weergegeven. We
raden u om veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te
wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
6
Klik op Wireless > Custom.
U kunt het Wi-Fi-netwerk ook in- of uitschakelen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
186