Gebruik
Voorwaarden:
–
geheugenkaart (SDHC, max. 32 GB) in de gleuf van
het apparaat geplaatst.
Op
drukken, om het apparaat in te schakelen.
i
Scannen starten:
Op het touchscreen op Scannen drukken.
i
NL
Patiëntgegevens invoeren.
i
Opname-instellingen en scanmodus selecteren.
i
Op het aanraakscherm verschijnt een animatie en
u wordt gevraagd om de opslagfolie toe te voeren.
Fosforplaatje pas toevoeren wanneer de
balk van de animatie groen is.
Voorbeeld van een animatie, die om de toevoer van
opslagfolie vraagt
Snelscannen starten:
Op het touchscreen op Snelscannen drukken.
i
Scanmodus selecteren.
i
38
Opslagfolie inlezen
Om het risico op verwisseling van
röntgenbeelden te vermijden, alleen de
röntgenbeelden van de geselecteerde patiënt
uitlezen.
De lichtbeschermingshoes met fosforplaatje in het
i
midden en recht uitgelijnd met de opengescheurde
kant naar beneden in de invoereenheid plaatsen. De
inactieve zijde van het fosforplaatje wijst naar de
gebruiker.
Fosforplaatje uit de lichtbeschermingshoes naar
i
beneden in het apparaat schuiven tot het fosforplaatje
automatisch naar binnen getrokken wordt.
De lichtbeschermingshoes wordt door de invoereenheid
vastgehouden en wordt niet in het apparaat getrokken.
De voortgang van het uitleesproces wordt op het
touchscreen getoond. De beeldgegevens worden
automatisch op de geheugenkaart opgeslagen.
Op het touchscreen wordt een nieuw
voorbeeld getoond, dat een eerste indruk
van het röntgenbeeld geeft. Voor de
diagnose moet het röntgenbeeld op een
diagnosemonitor worden bekeken.
Na het uitlezen wordt het fosforplaatje gewist en valt
deze in het uitvoervak.
Lege lichtbeschermingshoes verwijderen.
i
Fosforplaatje verwijderen en voor een nieuwe
i
röntgenbeeld voorbereiden.
Beeldgegevens naar de computer sturen
Röntgenbeelden die via het touchscreen op het
apparaat worden overgenomen, worden op de SD-kaart
opgeslagen. Deze röntgenbeelden kunnen via een
netwerkverbinding in een imaging software (bijv.
VistaSoft) worden geïmporteerd.
Apparaat op de netvoeding aansluiten.
i
Beeldbewerkingssoftware starten.
i
Start de import via de beeldbewerkingssoftware (meer
i
informatie vindt u in de handleiding van de
beeldbewerkingssoftware).
Beeldgegevens opslaan.
i
De beeldgegevens op de geheugenkaart worden
automatisch gewist van zodra het doorsturen met
succes is uitgevoerd.
2170100001L14 2109V005