Instellingen voor het touchscreen bewerken
Op helderheid klikken.
i
Waarden via de pijlen invoeren.
i
Op OK tikken.
i
Op touchscreen kalibreren tikken.
i
Aanwijzingen op de monitor volgen.
i
Op OK tikken.
i
9�6 Hoofdmenu
De volgende acties kunnen worden gekozen:
Beeldbe-
werking
Scannen
Intra Rapid
Snelscanning
Beeldbewerking
Tik op Bewerken of tik tweemaal snel achter elkaar
i
op de röntgenopname (dubbelklikken).
Beeld vergroten of verkleinen
Druk op het vergrootglassymbool tot
± in het vergrootglas verschijnt.
Veeg over het röntgenbeeld van links
naar rechts om het beeld te vergroten.
De grootteverhouding wordt rechts
van het vergrootglas weergegeven.
2170100001L14 2109V005
Bekijken en bewerken
van röntgenbeelden
die op SD-kaart
zijn opgeslagen:
Helderheid, contrast,
draaien, spiegelen,
inzoomen, uitzoomen.
Röntgenopname
wissen
Scanopdracht begint
met de vermelding van
de patiënt-
en beeldinformatie
De röntgenopname
wordt op de SD-kaart
met de beeldgegevens
onder de naam van de
patiënt opgeslagen.
Scanopdracht begint
zonder de vermelding
van de patiënt- en
beeldinformatie
De röntgenopname
wordt op de SD-kaart
in een map met datum
en uur opgeslagen.
Veeg over het röntgenbeeld van rechts
naar links om het beeld te verkleinen.
Vergroot beeldsegment verschuiven
Druk op het vergrootglassymbool tot de
weergave ± in het vergrootglas verdwijnt.
Tik op de röntgenopname en verschuif het
naar het gewenste beeldfragment.
Beeld 90 graden linksom
draaien
Draai het beeld 90° rechtsom
Beeld 180 graden linksom
draaien
Bekijk histogram voor het
geselecteerde beeldfragment
van de röntgenopname
Het meetbereik ligt binnen
het vierkant.
Het getal geeft de maximale
grijswaarde in het midden van
het meetbereik aan.
De rode lijn toont de verdeling
van de grijze waarde voor de
verticale.
De groene lijn toont de
verdeling van de grijze waarde
voor de horizontale.
Tik op het histogram en
verschuif het naar het
gewenste beeldfragment.
Om het histogram uit te
schakelen, tikt u op het
histogrampictogram in het
menu.
Helderheid van het beeld
bewerken.
Om de helderheid te
verhogen, schuift u de
schuifregelaar naar links of
tikt u een paar keer op de
linker pijl.
Om de helderheid te verlagen,
schuift u de schuifregelaar
naar rechts of tikt u een paar
keer op de rechter pijl.
Gebruik
NL
31