3.5
SPANNINGSMETING (V)
Ga als volgt te werk voor het meten van een spanning:
1.
Zet de schakelaar op
2.
Sluit het zwarte snoer aan op de klem COM en het rode snoer op "+";
3.
Plaats de meetpennen of de krokodilklemmen op de klemmen van het te
meten circuit. Het apparaat selecteert automatisch AC of DC, afhankelijk
van de grootste gemeten waarde. Het symbool AC of DC gaat knipperen.
Druk voor het handmatig selecteren van AC of DC op de gele toets totdat de
gewenste keuze verschijnt. Het symbool van de gekozen selectie gaat dan
permanent branden.
De waarde van de meting verschijnt op het scherm.
3.6
CONTINUÏTEITSTEST
Waarschuwing: Controleer, alvorens de test uit te voeren, of het circuit
spanningloos is en of eventuele condensatoren ontladen zijn.
1.
Zet de schakelaar op
2.
Sluit het zwarte snoer aan op de klem COM en het rode snoer op "+";
3.
Plaats de meetpennen of de krokodilklemmen op de klemmen van het
te meten circuit of het te testen onderdeel.
;
; het symbool
24
wordt weergegeven;