3.3
UITSTAND VAN DE MULTIMETERTANG
De multimetertang wordt ofwel met de hand uitgeschakeld door de schakelaar weer
op OFF te zetten, ofwel automatisch wanneer er gedurende tien minuten geen
handelingen aan de schakelaar en/of de toetsen worden uitgevoerd. Dertig (30)
seconden voor het uitschakelen van het apparaat klinkt er met tussenpozen een
geluidssignaal. Druk, om het apparaat weer in te schakelen, op een toets en draai
aan de schakelaar.
3.4
CONFIGURATIE
Uit veiligheidsoverwegingen en om herhaaldelijke overbelasting op de ingangen van
het apparaat te voorkomen, is het aan te raden de configuraties slechts uit te voeren
wanneer het niet op gevaarlijke spanningen is aangesloten.
3.4.1
Programmering van de maximaal toelaatbare weerstand voor
een continuïteit
Voor het programmeren van de maximaal toelaatbare weerstand voor een
continuïteit
1.
Houd in de stand OFF de toets
draait tot aan het einde van de afbeelding in "vol scherm" en tot u een
pieptoon hoort, om in de configuratiemodus te kunnen. De display geeft de
waarde, waaronder de zoemer is ingeschakeld en het symbool
weergegeven.
De standaard in het geheugen opgeslagen waarde is 40 Ω. De waarden zijn
mogelijk tussen 1 Ω en 599 Ω.
2.
Druk voor het wijzigen van de waarde van de drempelwaarde op de toets
. Het rechter cijfer knippert: bij iedere druk op de toets
waarde hiervan toe. Druk om over te gaan naar het volgende cijfer lang (>2
s) op de toets
Draai, om de programmeringsmodus te verlaten, de schakelaar op een andere stand.
De gekozen waarde van de detectiedrempel wordt in het geheugen opgeslagen (er
klinkt een dubbele pieptoon).
.
21
ingedrukt terwijl u de schakelaar op
wordt
neemt de