3
Plaats de geheugenkaart.
Houd de kaart in de getoonde richting
en schuif deze in het apparaat totdat
deze aan de achterkant van de sleuf
vastklikt.
O
Controleer of de kaart in de juiste rich-
ting is geplaatst; steek de kaart er niet
onder een hoek in en oefen geen kracht
uit.
2
4
Sluit de kap van het batterijvak.
Sluit en vergrendel de kap.
O
Als de kap niet dicht kan, controleert
u of de batterij in de juiste richting is
geplaatst. Probeer de kap niet dicht te
forceren.
5
Formatteer de geheugenkaart (P 186).
O
Nieuwe geheugenkaarten moeten vóór het eerste gebruik worden
geformatteerd en alle geheugenkaarten die in een computer of an-
der apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd.
O
Open de kap van de geheugenkaartsleuf niet wanneer de camera is inge-
schakeld. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan bescha-
diging van fotobestanden of geheugenkaarten tot gevolg hebben.
30