Inhoudsopgave
Advertenties
N
•
Het gezicht dat is geselecteerd door de camera wordt aangeduid door
een groene rand. Andere gezichten die door de camera worden gede-
tecteerd, worden aangeduid door witte randen. Om de camera op een
ander onderwerp scherp te stellen, tikt u binnen het witte kader. Het
icoon g verandert van wit naar groen.
•
U kunt ook tussen onderwerpen heen en weer schakelen door te druk-
ken op de functietoets waaraan n GEZICHTSSELECTIE op is toege-
wezen en vervolgens met gebruik van de scherpstellingstok (scherpstel-
hendel) of (in zoekerfotografi e) de aanraakbediening (P 206).
•
Als het geselecteerde onderwerp buiten het kader raakt, zal de camera
gedurende een ingestelde tijd wachten tot het terugkeert en daar-
door kan het groene kader soms verschijnen op plaatsen waar er geen
gezicht te zien is.
•
Tijdens een serieopname kunt u niet van onderwerp veranderen.
•
Gezichten kunnen met de camera in verticale of horizontale richting
worden gedetecteerd.
•
Als de camera niet in staat is om de ogen van het onderwerp te detecte-
ren doordat deze verborgen zijn door haar, een bril of andere objecten,
zal de camera scherpstellen op de gezichten.
•
Opties voor gezichts-/oogdetectie zijn ook toegankelijk via sneltoetsen
(P 222).
6
Gebruiken van aanraakbediening voor Intelligente Gezichtsherkenning
De aanraakbediening die kan worden gebruikt bij het kadreren van foto's op
de monitor varieert afhankelijk van de touch screen modus (P 22).
Optie
Optie
TOUCH OPNEMEN
TOUCH OPNEMEN
AF AF
GEBIED
GEBIED
118
Tik een gezicht aan op het scherm om te focussen en de sluiter te
ontspannen.
Tik een gezicht aan op het scherm om de scherpstelling te
vergrendelen.
•
Tik gezichten aan om van onderwerp te veranderen.
•
Tik willekeurig een andere plaats aan om gezichtsherkenning
tijdelijk stop te zetten en over te schakelen naar enkelvoudige
AF (P 67).
Beschrijving
Beschrijving
Advertenties
Inhoudsopgave
