Kleurschaduwcorrectie
Variaties in kleur (schakering) tussen het
midden en de randen van het beeld kun-
nen voor elke hoek afzonderlijk worden
ingesteld.
Om kleurschaduwcorrectie te gebruiken,
volgt u de stappen hieronder.
1
Draai aan de achterste commandoschijf om een hoek te kiezen.
De geselecteerde hoek wordt aangegeven met een driehoek.
2
Gebruik de scherpstellingstok (scherpstelhendel) om de schaduw
aan te passen totdat er geen zichtbaar verschil in kleur is tussen de
geselecteerde hoek en het midden van het beeld.
•
Duw de scherpstellingstok naar links of rechts om kleuren aan
te passen op de cyaan-roodas.
•
Duw de scherpstellingstok omhoog of omlaag om kleuren aan te
passen op de blauw-geelas.
N
Om vast te stellen hoeveel nodig is, past u de kleurschaduwcorrectie aan
terwijl u foto's neemt van een blauwe lucht of een vel grijs papier.
Randbelichtingscorrectie
Kies uit waarden tussen –5 en +5. Het
kiezen van positieve waarden verhoogt
de randbelichting, terwijl negatieve
waarden de randbelichting verlagen.
Positieve waarden worden aanbevolen
voor ouderwetse lenzen, negatieve
waarden worden gebruikt om het eff ect te geven van afbeeldin-
gen gemaakt met een antieke lens of een gaatjescamera.
N
Om vast te stellen hoeveel nodig is, past u de randbelichtingscorrectie
aan terwijl u foto's neemt van een blauwe lucht of een vel grijs papier.
OPNAME-INSTELLINGEN
VOLGENDE
OK
OK
ANNULEREN
139
6