Advertenties
Bediening
Bediening
Bedieningspaneel met sensor-
toetsen
Het bedieningspaneel van uw kerami-
sche kookplaat is voorzien van elektro-
nische sensortoetsen. Deze toetsen
reageren op aanraking met uw vingers.
U bedient de kookzones door de des-
betreffende sensortoetsen aan te tip-
pen. Iedere reactie van de sensortoet-
sen wordt met een akoestisch signaal
bevestigd.
Bedien nooit meer dan één toets te-
gelijk en houd het bedieningspa-
neel altijd vrij en schoon, anders
reageren de toetsen niet of u acti-
veert onbedoeld functies. Ook kan
de kookplaat dan automatisch wor-
den uitgeschakeld (zie de rubriek
'Automatische uitschakeling'). Zet
nooit hete pannen op het bedie-
ningspaneel om beschadiging van
de elektronische onderdelen te voor-
komen.
16
Het inschakelen van de kook-
plaat
Om de kookzones te kunnen gebrui-
ken, moet u eerst de kookplaat inscha-
kelen.
Ga als volgt te werk:
Tip de Aan/Uit-toets s aan.
In de displays van de kookzones ver-
schijnt een 0, in de displays van de
kookwekkers licht de waarde 00 op.
Zijn de kookzones nog heet, dan ver-
schijnt kort daarna de restwarmte-indi-
cator in de vorm van één tot drie hori-
zontale streepjes (zie de rubriek
'Restwarmte-indicator').
De kookplaat is nu ingeschakeld en de
kookzones zijn klaar voor gebruik. De
kookzones worden echter pas heet, als
u een vermogensstand instelt.
Stelt u geen vermogensstand in, dan
wordt de kookplaat na ca. 30 secon-
den om veiligheidsredenen automa-
tisch uitgeschakeld. De nullen verdwij-
nen. Is een kookzone nog heet, dan
blijft de restwarmte-indicator wel bran-
den.
Advertenties
