BD Onclarity™ HPV-addendum bij gebruikershandleiding voor het BD Viper™ LT-instrument
1.8
Een run starten
Nadat de monsters zijn ingelogd en het BD Viper™ LT-instrument is geprepareerd, kunt u de run
starten.
Probeer nooit monsters te pipetteren. Monsterbuisjes en PCR-
1
Zorg dat het gewenste monsterrek in het instrument is geplaatst en dat de instrumentdeur
gesloten is.
2
Tik in het scherm Main Status (Hoofdstatus) op de knop 'start run' (run starten).
3
Als u het monsterrek in het rekstation hebt geplaatst, scant het instrument de barcode van het
rek en het scherm Start Run (Run starten) verschijnt. Een melding boven aan het scherm geeft
aan: Click Start to begin testing tube rack n, barcode mmmmm (Klik op
Start om de test van buisjesrek n, barcode mmmmm te starten).
Als u het monsterrek niet in het rekstation hebt geplaatst, activeert het instrument een alarm
dat de barcode niet kan worden gelezen, waarna het scherm Rack Selection (Rekselectie)
verschijnt. Plaats het gewenste rek in het rekstation en start de run opnieuw. Als de gescande
barcode overeenkomt met de geselecteerde barcode, start de run.
4
Controleer, voordat u doorgaat, het instrument om te zien of alles goed is ingesteld zoals
hiervoor beschreven.
Besluit ook of u de run wilt laten uitvoeren in de 'wegloopmodus' (de gehele run wordt verwerkt
zonder interventie van de gebruiker) of 'hoge doorloopmodus' (het instrument pauzeert en
biedt u de mogelijkheid om de oude (afgedichte) versterkings-/PCR-schalen te verwijderen en
nieuwe voor de volgende run te plaatsen).
Zorg er bij de wegloopmodus voor dat het selectievakje 'Walkaway' (Weglopen) is
ingeschakeld; voor de hoge doorloopmodus moet dit selectievakje zijn uitgeschakeld.
5
Druk op de knop 'start' (starten) om de run te starten. Het instrument controleert of de deur is
gesloten, vergrendelt de deur, beweegt de robotconstructie en vraagt u om het volgende te
controleren: bak voor vast afval, tips, schaalfafdichting en schaalafdichtmiddelen, overmatig
veel vloeibaar afval en de vereiste reagentia. Als een van deze ontbreekt, verschijnt er een
melding dat u het probleem moet verhelpen. Nadat u het probleem hebt verholpen en dit hebt
bevestigd, keert u terug naar Stap 2 en start de run opnieuw.
Vervolgens controleert het instrument de schaalhoogte en hoogte van de schaalafdichting met
een tip.
22
OPMERKING
buisjes komen niet 1:1 met elkaar overeen.