3
Controleer de afvalfles. Als de inhoud zich bij of boven de sensor bevindt, moet u de
reinigingsprocedure voor vloeibaar afval aan het eind van de dag volgen (hoofdstuk 1.11.3).
Voeg na het legen de inhoud van een neutralisatiezakje toe aan de lege bak en sluit alle
slangen weer aan.
4
Trek nieuwe handschoenen aan.
5
Plaats de volle dozen met pipetstrips in de drie stations aan de linker achterkant van het
instrumentplatform. (Wordt het instrument voor de eerste keer ingeschakeld of opnieuw
gestart, dan moet u alle tipstations met volle dozen met pipettips vullen. Daarna hoeft u alle
lege dozen met pipettips te vervangen; gedeeltelijk gevulde dozen worden door het
instrumenten gevolgd.)
Controleer of de twee pipetstations aan de voorkant van het instrumentplatform (net links
naast het midden) gedeeltelijk gevulde of volle dozen met tips bevatten. Als u gedeeltelijk
gevulde dozen door volle dozen vervangt, moet u niet vergeten om de tipteller (Configuration/
Maintenance (Configuratie/onderhoud) > Tools (Hulpmiddelen) > Manage Consumables
(Verbruiksmaterialen beheren) > Reset Tip Counters (Tiptellers resetten)) te resetten.
Afbeelding 7 – Afvalbakzak plaatsen
Lijn de strook uit
met de bovenkant
van de afvalbak
Druk de zak omlaag
in de hoeken
17