13.6.3 Programmeervoorbeeld: Achtergrondverlichting activeren/deactiveren
Zet het codeslot in de programmeerstand (voer 2x de mastercode in (standaard "1234") of lees 1x de master-
transponderkaart in).
Programmering:
(a)
(b)
(c)
(a)
Programmeercode *2
(b)
Programmeercode 02 om de achtergrondverlichting te activeren of programmeercode 01 te deactiveren; de
invoer wordt bevestigd met een lange signaaltoon.
(c)
Programmering opslaan (de rechter LED brandt weer groen)
13.7 Signaaltonen activeren/deactiveren
In de standaardmodus laat het codeslot elke keer dat er een knop wordt ingedrukt een kort geluidssignaal horen,
wanneer er b.v. een gebruikerscode wordt ingevoerd. Bij verkeerde invoer van de code of de transponderkaart,
klinken er ook 4 korte signaaltonen.
Normaal gesproken geven deze geluidssignalen aan dat er een toets is ingedrukt (of 4 korte tonen die aangeven dat
er een verkeerde code is ingevoerd).
Deze geluiden kunnen zeer storend werken (met name 's nachts of als het codeslot door veel mensen wordt gebruikt).
U kunt ze daarom uitschakelen.
Als de signaaltonen worden uitgeschakeld, dan neemt de linker LED hun functie over. Als er b.v. op een knop
wordt gedrukt, dan knippert de linker LED één keer kort oranje.
13.7.1 Signaaltonen activeren (standaardinstelling)
Ga als volgt te werk om de signaaltonen te activeren:
Zet het codeslot in de programmeerstand:
Voer 2x uw mastercode (standaard "1234") in of lees 1x de mastertransponderkaart in.
Het codeslot geeft een lange signaaltoon en de rechter LED verandert van groen naar oranje.
Æ
Algemene invoer voor het activeren van de signaaltonen:
Programmeercode
Programmeercode: Voer de programmeercode
De rechter LED knippert langzaam oranje.
Æ
Programmeercode signaaltonen: Voer de programmeercode
Het codeslot geeft een lange signaaltoon en de rechter LED brandt weer oranje.
Æ
Bevestiging: Bevestig de invoer met de knop
De rechter LED brandt weer groen.
Æ
32
Programmeercode
Signaaltonen
Bevestiging
in.
in om de signaaltonen te activeren.
(2x op hekje te drukken).