12.3 LED-indicators
De twee LED's aan de voorkant (A) hebben de volgende functies:
Linker LED:
De linker LED brandt niet tijdens normaal bedrijf.
Als de code/transponder die is ingevoerd om de deur te openen is geaccepteerd, dan brandt de LED groen voor
de duur dat de betreffende uitgang is geactiveerd.
Als de signaaltonen gedeactiveerd zijn, dan vervangt de LED de signaaltonen. Als er b.v. op een knop wordt
gedrukt, dan knippert de linker LED hier één keer kort oranje.
Rechter LED:
De rechter LED brandt tijdens normaal bedrijf groen.
De LED geeft verschillende signalen tijdens het programmeren. Zie de beschrijving in het betreffende hoofdstuk.
12.4 Signaaltonen
Tijdens het programmeren klinken verschillende signaaltonen. Zie de beschrijving in het betreffende hoofdstuk.
In de standaardmodus laat het codeslot elke keer dat er een knop wordt ingedrukt een kort geluidssignaal horen,
wanneer er b.v. een gebruikerscode wordt ingevoerd.
Bij verkeerde invoer van de code of de transponderkaart, klinken er ook 4 korte signaaltonen.
Deze geluiden kunnen zeer storend werken (met name 's nachts of als het codeslot door veel mensen wordt
gebruikt). U kunt ze daarom uitschakelen.
Als de signaaltonen worden uitgeschakeld, dan neemt de linker LED hun functie over. Als er b.v. op een knop
wordt gedrukt, dan knippert de linker LED één keer kort oranje.
13