Kaart/cijfercode:
Eerst 1x de transponderkaart voor de gebruiker inlezen.
Het codeslot geeft een lange signaaltoon en de rechter LED brandt oranje.
Æ
Voer nu de te gebruiken gebruikerscode in. Let hierbij wederom op de ingestelde codelengte.
Het codeslot geeft een lange signaaltoon en de rechter LED brandt weer oranje.
Æ
Bevestiging: Bevestig de invoer met de knop
De rechter LED brandt weer groen.
Æ
Programmeervoorbeeld: Transponderkaart en gebruikerscode - relaisuitgang #1
Zet het codeslot in de programmeerstand (voer 2x de mastercode in (standaard "1234") of lees 1x de master-
transponderkaart in).
Programmering:
(a)
(b)
(c)
(a)
Programmeercode *0
(b)
Programmeercode 02
(c)
Gebruiker-ID "000" (mogelijk voor relaisuitgang #1 zijn: 000 - 999)
(d)
Transponderkaart inlezen; het inlezen wordt bevestigd met een lange signaaltoon
(e)
Gebruikerscode "2222"; het inlezen wordt bevestigd met een lange signaaltoon
(f)
Programmering opslaan (De rechter LED brandt weer groen)
Functie in normaal bedrijf:
Kaart inlezen
(a)
(b)
(a)
Inlezen van de transponderkaart (codeslot geeft een signaaltoon)
(b)
Inlezen van de transponderkaart (codeslot geeft een lange signaaltoon, relaisuitgang #1 wordt geactiveerd en
de linker LED brandt groen zolang de uitgang geactiveerd is)
Kaart inlezen
(d)
(e)
(2x op hekje te drukken).
(f)
21