3
Bevestig de flessendop met naald aan het pak of de fles.
a Verwijder de dop van het pak of de fles.
b Plaats de naald van de flessendop in het pak of de fles. Draai de dop goed vast.
c Als u het netfilter van een ander reagens wilt vervangen, herhaal de procedure dan vanaf stap 1-c.
4
Plaats de pakken en/of de fles op het flessenblad.
a Controleer dat de doppen van de pakken elueermiddel en de fles hemolysespoeloplossing goed zijn
aangedraaid.
b Schik de buizen netjes om verdraaiing en verwarring te voorkomen.
c Plaats de pakken en de fles op hun oorspronkelijke positie op het flessenblad.
5
Verwijder de lucht uit de slangen door af te vullen.
a Voer afvullen uit voor de slang van het reagens waarvoor het netfilter werd vervangen en pomp
vloeistof door de slang.
• Elueermiddel: Selecteer <4) ElueermA>, <5) ElueermB> of <6) ElueermCV> in "4.5. Afvullen" op
pagina 4-35.
• Hemolysespoeloplossing: Selecteer <7) Spoeloploss.> in "4.5. Afvullen" op pagina 4-35.
b Controleer dat er geen lucht in de slang is gekomen uit de filterbehuizing.
• Als er toch lucht in de slang zit, draai de duwschroef die is vastgezet in stap 2-e dan steviger aan
met een steeksleutel.
• Als er nog steeds lucht in de slang komt, probeer het dan opnieuw vanaf stap 1-a.
c Als u het afvullen voor een ander reagens wilt uitvoeren, herhaal de procedure dan vanaf stap 5-a.
• Voer afvullen uit voor elk reagens waarvoor het netfilter werd vervangen.
REFERENTIE:
U kunt de datum voor vervanging van het netfilter vastleggen in het instrument. Zie "4.6.1. De
onderhoudsdatum vastleggen" op pagina 4-37
HA-8380V
-
4
25