3.9.2
De reagensgegevens naar behoefte instellen
U kunt reagensgegevens bijvoorbeeld in de volgende gevallen instellen:
• U heeft geen gegevens ingesteld toen nieuw reagens werd gebruikt; of
• Het instrument is voor het eerst na installatie opgestart. (Dit geldt niet voor de kalibrator.)
Als u reagensgegevens wilt instellen voor elueermiddelen of hemolysespoeloplossing, begin dan met
stap b.
a Als u reagensgegevens wilt instellen voor de kalibrator, controleer dan het volgende:
• Het instrument staat in de stand Variant of Fast waarvoor u reagensgegevens wilt instellen.
Zie "2.3.3. De meetmodus selecteren" op pagina 2-11.
BELANGRIJK:
De reagensgegevens voor de kalibrator worden afzonderlijk opgeslagen voor de standen Variant
en Fast. Controleer of het instrument in de correcte modus staat.
LET OP:
Om de reagensgegevens voor de kalibrator te kunnen invoeren, moet automatische kalibratie
uitgevoerd en voltooid zijn.
b Druk op het stand-byscherm twee keer op
c Selecteer <2) Reagensvervang.>.
d Druk twee keer op
e Selecteer <6) Reag.geg.bwrkn>.
f Selecteer het gewenste reagens.
• De huidige code wordt weergegeven.
• Streepjes (---) verschijnen als geen informatie is
ingesteld.
HA-8380V
-
3
40
en selecteer <3) Submenu>.
.
1 ) E l u e e r m A
2 ) E l u e e r m B
3 ) E l u e e r m C V
4 ) S p o e l o p l o s s .
5 ) K a l i b r a t o r
Voorbeeld: Voor elueermiddel A
C o d e
< 2 2 4 2 6 0 0 0 1 1 >
E l u e e r m A
O K ( E N T E R )
1 / 3
2 / 3
3 / 3