7
Koudemiddelleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de installatie van de koudemiddelleiding op de
buiteneenheid.
Korte leidingtrajecten buiten verminderen de warmteverliezen. Gebruik
zo mogelijk voorgeïsoleerde koudemiddelleidingen. Buiten moeten de
koudemiddelleidingen tegen warmteverliezen worden geïsoleerd! Deze
isolatie moet UV-bestendig, weerbestendig en bestand tegen knaagdie-
ren zijn.
▶ Bij ondergrondse installatie moeten de geïsoleerde leidingen in een
geschikte beschermbuis (bijv. KG-buis) gelegd worden.
7.1
Aansluiting van de koudemiddelleiding
VOORZICHTIG:
Open afsluiters niet, voordat de leidinginstallatie en de vacuümafzuiging
zijn afgesloten. De buiteneenheid is voorgevuld met koelmiddel R410A,
dat ontsnapt, wanneer de afsluiters te vroeg worden geopend.
Voorzichtigheid is geboden, omdat de koudemiddelleidingen gebogen
moeten worden, zonder dat deze daarbij knikken. Een buigradius van
100 – 150 mm is voldoende.
Gebruik koelmiddelolie met ester, ether of alcylbenzol voor het insmeren
van flenzen en flensmoeren.
7.1.1
Veiligheid
Gebruik in de buiteneenheid uitsluitend het koelmiddel R410A.
▶ Alleen gekwalificeerde en gecertificeerde koelmiddeltechnici mogen
werkzaamheden aan de koelmiddelinstallatie uitvoeren.
▶ Gebruik bij de installatiewerkzaamheden de speciaal voor het koel-
middel R410A bedoeld gereedschap en componenten.
▶ Waarborg de dichtheid van de koudemiddelinstallatie. Ontsnappend
koelmiddel veroorzaakt bij contact met open vuur giftige gassen.
▶ Koudemiddel niet in de atmosfeer laten ontsnappen.
Ontsnappend koelmiddel kan bij contact met de lekkageplaats bevrie-
zing tot gevolg hebben.
▶ Wanneer koelmiddel ontsnapt, geen bestanddelen van de buiteneen-
heid aanraken.
▶ Voorkom dat huid of ogen met het koelmiddel in contact komen.
▶ Schakel direct de installateur in.
7.1.2
Voorbereiden installatie
Werktuigen voor montage
Leidingafmetingen (mm : inch)
(diameter: Ø)
Slagvolume
Gas
Split 4...8
15.88 (5/8")
Split 11
Split 13
15.88 (5/8")
Split 15
ODU Split – 6721823294 (2020/06)
Afstand enkele buislengte A (m)
Vloeistof
Standaard
9.52 (3/8")
7.5
9.52 (3/8")
7.5
VOORZICHTIG:
Materiële schade door verkeerde installatie!
▶ Gebruik alleen gereedschappen, die speciaal zijn bedoeld voor kou-
demiddel R410A.
Voor de omgang met koudemiddel R410A benodigde gereedschappen:
• Manometerset
• vulslang
• Gaslekdetectieapparaat
• Steeksleutel
• Flensstempel
• Flensprofiel
• Adapter voor de vacuümpomp
• Elektronische koelmiddelweegschaal
Leidingen en leidingverbindingen
WAARSCHUWING:
Gevaar voor lichamelijk letsel door ontsnappend koudemiddel!
Niet toegestane of verkeerd gedimensioneerde buizen kunnen knappen.
▶ Gebruik uitsluitend koudemiddelleidingen met de gespecificeerde
wanddikte.
7.2
Montage van de koudemiddelleiding
Respecteer bij de montage van de koudemiddelleidingen de specifica-
ties van de buislengten en de stijgingen. Bereid de installatie voor wan-
neer alle voorwaarden bekend zijn. Begin daarna met de
werkzaamheden voor de installatie van de koelmiddelleiding op de bui-
teneenheid.
VOORZICHTIG:
Storing!
Het nominaal vermogen van het product is gebaseerd op de gespecifi-
ceerde standaardlengten. De maximaal toegestane lengte is maatgevend
voor het betrouwbaar bedrijf van het product. Een verkeerde koudemid-
delvulling kan storingen veroorzaken.
▶ Bij buislengten meer dan 7,5 m de koelmiddelhoeveelheid overeen-
komstig tabel 6 verhogen.
De buislengte zonder noodzakelijke extra vulling is 7,5 m. Tot deze leng-
te is bijvullen met extra koelmiddel niet nodig.
Voorbeeld: wanneer de eenheid Split met een enkelvoudige buislengte
van 30 m wordt opgesteld, moet 900 g koelmiddel extra worden bijge-
vuld.
Er geldt: (30-7,5) x 40 g = 900 g
Hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen op de F-Gas-sticker op de bui-
teneenheid invullen. (Afhankelijk van het producttype en de markt geldt
deze instructies over de F-Gas-sticker eventueel niet.)
Stijging B (m)
Maximaal
Standaard
30
0
30
0
Koudemiddelleiding
*Extra koelmiddel
(g/m)
(enkele buisleng-
te)
Maximaal
30
40
30
40
15