Installatie- en bedieningshandleiding
Specifieke
storing
Sensor BT4,
afvoertemperatuur
compressor te hoog.
Transducer BLP,
verdampingsdruk
koelvloeistof te
hoog.
118 | 124
Oorzaak
Sensor BT4 detecteert de temperatuur
niet correct.
Overmatige thermische belasting.
De inlaattemperatuur van de perslucht
is te hoog.
Het inlaatdebiet van de perslucht is
hoger dan het nominale debiet van het
apparaat.
De omgevingstemperatuur is te hoog of
de ventilatie is onvoldoende.
De condensor is vuil.
De koelventilator is gestopt.
De omloopklep heet gas is niet
gekalibreerd, modellen van RA 1080 tot
RA 1900
De koelwatertemperatuur is te laag,
watergekoelde modellen.
De koelwaterregelklep is niet
gekalibreerd, watergekoelde modellen.
Er is een lek in het koelmiddelcircuit.
Overmatige thermische belasting.
De inlaattemperatuur van de perslucht
is te hoog.
De omgevingstemperatuur is te hoog of
de ventilatie is onvoldoende.
De condensor is vuil.
De koelventilator is gestopt.
De omloopklep heet gas is niet
gekalibreerd, modellen van RA 1080 tot
RA 1900
De koelwaterregelklep is niet
gekalibreerd, watergekoelde modellen.
Transducer BLP is defect.
De koelcompressor is gestopt.
Actie
Controleer/plaats de sensor terug in de
juiste positie.
Herstel de nominale
werkingsomstandigheden.
Reinig de condensor.
Zie de specifieke storing "De
koelventilator is gestopt".
Raadpleeg hoofdstuk "11.2.1 Afstelling
van de omloopklep voor heet gas" op
pagina 94.
Herstel de nominale
werkingsomstandigheden.
Raadpleeg hoofdstuk "11.2.2
Afstelling van koelwaterregelklep,
watergekoelde modellen" op pagina 96.
Repareer het koelmiddelcircuit.
Herstel de nominale
werkingsomstandigheden.
Reinig de condensor.
Zie de specifieke storing "De
koelventilator is gestopt".
Raadpleeg hoofdstuk "11.2.1 Afstelling
van de omloopklep voor heet gas" op
pagina 94.
Raadpleeg hoofdstuk "11.2.2
Afstelling van koelwaterregelklep,
watergekoelde modellen" op pagina 96.
Vervang de transducer.
Zie de specifieke storing "De
koelcompressor is gestopt".
DRYPOINT
®
RA III