Inhoudsopgave
Advertenties
Condensol 1 V 24 R - Condensol 1 V 34 R
2.5. Aansluitleiding
muurdoorvoerleiding,
C13, C33, C53
Het toestel is zó ontworpen dat de temperatuur van de
rookgassen van de ketel 120°C niet kan overschrijden,
h e t
i s
d a n
o o k
beschermingsthermostaat voor de afvoerkanalen toe te
voegen.
De stookketel moet verplichtend aangesloten
worden:
•
Hetzij aan het horizontale systeem van concentrische
buizen voor rookafvoer en luchttoevoer type (C13).
•
Hetzij aan het verticale systeem van concentrische
buizen voor rookafvoer en luchttoevoer type (C33).
•
Hetzij aan het gescheiden af-en toevoerrookkanaal
systeem (type C53)
Kenmerken van de muurdoorvoerpijpen die gebruikt
meten worden (zie tabel met technische kenmerken
bl. 4)
Het gebruik van aluminium aansluitkanalen is
verboden.
2.5.1. Horizontale concentrische
muurdoorvoerpijp (C13)
Aanbevelingen
-
De maximale toegelaten lengten eerbiedigen, zie
figuur (fig. 12).
-
Horizontale trajecten op de afvoerkanalen moeten
worden vermeden.
-
Een minimale daling van 3 % naar onder en naar de
ketel afstanden.
-
Kontroleren dat de leidingen luchttoevoer en
rookafvoer goed dicht zijn.
Montage van de muurdoorvoerpijp
De verschillende elementen in elkander schuiven
(eindstuk, leiding; bocht, enz.) De dichting met
vloeibaar zeep bestrijken om het inschuiven te
vergemakkelijken.
-
De lengte van de leiding aanpassen.
-
Zo veel mogelijk de verlengstukken van grote lenten
gebruiken om het aantal verbindingen te beperken.
-
De instructies van de leverancier volgen.
-
De plaatsing van de ketel bepalen tegenover de
uitgang van de muurdoorvoerpijp.
-
Een gat van Ø 150 mm in de muur boren.
-
Het geheel gemonteerde muurdoorvoerpijp in het gat
schuiven en het op het aanpasstuck van de ketel
aansluiten.
-
Het eindstuk van de muurdoorvoerpijp in de muur
metselen, met behulp van een schuimplastic om zijn
eventueel uiteennemen toe te laten.
-
Een telescopisch element voorzien ten einde het
demonteren bij het onderhoud te vergemakkelijken.
2.5.2. Verticale concentrische
muurdoorvoerpijp (C33)
Aanbevelingen
-
De maximale toegelaten lengten eerbiedigen, zie
figuur (fig. 12).
-
Kontroleren dat de leidingen luchttoevoer en
rookafvoer goed dicht zijn.
14
n i e t
n o d i g
o m
e e n
40 cm
40 cm
8 m
Figuur 10 - Hoogte van de schoorsteentop van de
rookleiding (B23, B23P)
OK
Figuur 11 - [Montage van de aanpasstuk schoorsteen
073 295 (B23, B23P)
Montage van de muurdoorvoerpijp
-
De verschillende elementen in elkander schuiven
(eindstuk, leiding; bocht, enz.). De dichting met
vloeibaar zeep bestrijken om het inschuiven te
vergemakkelijken.
-
De lengte van de leiding aanpassen.
-
Zo veel mogelijk de verlengstukken van grote lenten
gebruiken om het aantal verbindingen te beperken.
-
De instructies van de leverancier volgen.
-
Een telescopisch element voorzien ten einde het
demonteren bij het onderhoud te vergemakkelijken.
"Rénolux" systeem voor aanpassing op bestaand
schouw.
Het Rénolux-systeem maakt de aansluiting van het
gedwongen afvoer kanaal van de ketel mogelijk.
Het Rénolux-systeem omvat het eindstuk, de slang Ø
80, de verloop- en dichtingsstukken en de afwerkplaat.
Het schoorsteenkanaal moet een diameter of zijden
van minstens 140 mm hebben (binnenafmeting).
1,2 m
helling < 15°
40 cm
8 m
Gebruiksaanwijzing "1239"
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
