Inhoudsopgave
Advertenties
Condensol 1 V 24 R - Condensol 1 V 34 R
1.4. Werkingsprincipe
De elektronische uitrusting verzorgt alle taken van
bewaking, bediening en regeling voor de werking van
de brander, de verwarming en de productie van sanitair
warm water.
Z e l a a t u i t b r e i d i n g v a n h e t s y s t e e m t o e ( 2
verwarmingskringen) door middel van een bijkomende
module.
Het geïntegreerde regelsysteem werkt in op de
v e r m o g e n m o d u l a t i e
circulatiepomp(en) van de verwarming, de sanitaire
circulatiepomp.
De regeling van de ketel en de verwarmingskring
g e b e u r t i n f u n c t i e v a n d e b u i t e n t e m p e r a t u u r
(buitenvoeler), de omgeving (omgevingsvoeler of
kamerthermostaat) en het uurprogramma van de
verwarming.
Indien de installatie uitgerust is met een sanitaire
boiler, de regeling van het sanitair warm water gebeurt
in functie van de sanitaire instelling (sanitaire voeler) en
het uurprogramma SWW.
De regeling van de temperatuur van het sanitair warm
water heeft voorrang op de verwarmingskring door het
stoppen van de circulatiepomp verwarming.
Gesloten toestel van het type (C13, C33, C53).
De frisse lucht nodig aan de verbranding wordt buiten
aan het eindstuk opgenomen en opgezogen naar de
ketel langs de concentrische of gescheiden buizen.
Toestel - schoorsteenaansluiting van het type (B23,
B23P)
De frisse lucht nodig voor de verbranding wordt in de
ruimte opgenomen waar het toestel wordt geplaatst.
1.4.1. Regelfuncties
In functie van een vertrektemperatuur aan de ketel
gebeurt de vermogenmodulatie van de brander via een
v e n t i l a t o r
m e t
v a r i a b e l e
gecombinateerde pneumatische bediening met de
gaskraan.
De vertrektemperatuur aan de ketel wordt ofwel
berekend (met buitensonde en/of omgevingssonde),
ofwel toegewezen (zonder buitensonde).
Het dagelijkse uurprogramma laat toe om periodes te
definiëren van comfort omgevingstemperatuur of
verlaagde omgevingstemperatuur.
De omschakeling zomer/winter-regime gebeurt
automatisch.
De circulatiepompen worden geactiveerd of stilgelegd
in functie van de gemiddelde buitentemperatuur.
1.4.2. Veiligheidsfuncties
-
Veiligheidskastje voor gasketel volgens EN298.
-
Geïntegreerde ketel/brander-bediening voor de
productie van SWW en verwarmingswater.
-
Geïntegreerde temperatuurbegrenzer (veiligheid).
-
Geïntegreerde thermostaatfunctie.
-
Directe ontsteking van de hoofdvlam via een
elektrode.
-
Continue (analoge) bewaking van de ionisatiestroom
met mogelijkheid om de intensiteit van de vlam weer te
geven.
-
Bewaking van de ventilator.
8
v a n
d e
b r a n d e r,
s n e l h e i d
e n
e e n
1.4.3. Beschermingsfuncties
•
"vorstvrij" regime
De antivriesbescherming werkt in alle werkingsmodi en
heeft voorrang op de andere functies.
Vorstvrij zetten van de ketel, het SWW en de
woonkamer.
-
Stookketel: Wanneer de temperatuur van de ketel
lager is dan (8 °C), start de brander.
-
Sanitair warm water (SWW): Wanneer de temperatuur
d e
van het sanitair boiler lager is dan 5 °C, dan start de
brander en daarna wordt de sanitaire circulatiepomp
ingeschakeld.
-
Kamerwonig: Verwijst naar de ingestelde "vorstvrij"
kamertemperatuur
•
Bewaking van de hydraulische druk
De hydraulische druk wordt bewaakt door een
druksensor.
Indien de druk lager is dan:
0,5 bar: In veiligheidstoestand stellen
0,8 bar:Vermindering van het vermogen en melding op
het display.
•
Anti-legionella cyclus
De anti-legionella functie wordt 1 keer per week
geactiveerd (een uur na de eerste lading SWW en duurt
maximum 2 uren).
Het sanitair warm water wordt verwarmd tot de
instelling van 65 °C.
•
Losdraaien van de circulatiepompen
B u i t e n h e t v e r w a r m i n g s s e i z o e n w o r d e n d e
circulatiepompen elke vrijdag gedurende 10 seconden
in werking gesteld.
•
Allerlei
B e w a k i n g v a n d e v e r t r e k t e m p e r a t u u r e t d e
retourtemperatuur.
Figuur 5 - Uitnemen van de voorkant
Gebruiksaanwijzing "1239"
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
