Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gas/Luchtregeling - Intergas Kombi Kompakt HR 22 A Installatievoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor Kombi Kompakt HR 22 A:
Inhoudsopgave

Advertenties

7.9 Gas/luchtregeling

De gasluchtregeling van het toestel is af fabriek zodanig ingesteld dat de verbranding optimaal is
voor de toegepaste gassoort. De gassoort (aardgas of propaan) waarop het toestel is afgesteld
staat aangegeven op het typeplaatje onderop het toestel. Het toestel mag niet worden toegepast
indien het gebruikte gas afwijkt van datgene wat op het typeplaatje vermeld staat. Het toestel kan
eventueel omgebouwd worden naar een andere gassoort m.b.v. een ombouwset
Zie voor de juiste gasdoseerring (A) onderstaande tabel.
Tabel 1, inserts en bijbehorende gasdoseerringen per toesteltype.
Insert
Kombi Kompakt
nummer
toesteltype
1
HR 22 A
406
HR 28 A
362
HR 28/24 A
HR 36/30 A
1
Geldt ook voor afgeleide types (bijvoorbeeld RGK en/of TSK)
Het toestel is standaard afgesteld op aardgas G25.3.
Een juiste werking van de gasluchtregeling kan worden vastgesteld door de rookgassen direct
boven het toestel middels een meetprobe van een rookgasanalyzer te meten. De meting vindt op
hoog- en laaglast plaats (zie hiervoor § 7.10.1 en § 7.10.2). Uitsluitend op laaglast kan een
eventuele afwijking gecorrigeerd worden door het gasblok opnieuw in te stellen (zie § 7.10.3).
Belangrijk.
• Controle van de gas/luchtregeling dient met geopende mantel
plaats te vinden.
• De meting dient uitgevoerd te worden op basis van O
rookgasanalyzer dient voorzien te zijn van een O
toegestaan de gemeten O
te zetten naar een CO
• De afwijking van de rookgasanalyzer mag maximaal +/- 0.3% zijn
(op basis van O
• Een betrouwbare controle en afstelling is alleen gewaarborgd
indien er geen extreme onderdruk in de rookgasaansluiting t.o.v. de
opstellingsruimte aanwezig is. Denk hierbij aan bijvoorbeeld
natuurlijke trek (wind).
• Een afwijking bij hooglast kan niet door het afstellen van het
gasblok gecorrigeerd worden. Het toestel dient in dat geval
nauwgezet op gasdichtheid en juistheid van toegepaste
componenten (met name de gasdoseerring en de ventilator
inclusief venturi) gecontroleerd te worden.
• Bij vervanging van onderdelen en/of ombouw naar een ander
gassoort dient altijd de juiste werking van de gasluchtregeling
gecontroleerd te worden.
De in de volgende paragrafen vermelde O
alle in tabel 1 vermelde toesteltypes.
Intergas Verwarming BV
Gascategorie
Aardgas 2EK
Propaan 3P
G25.3
25 mBar
30 & 50 mBar
Gasdoseerring nummer
640
705
meetwaarde in de rookgasanalyzer om
2
meetwaarde.
2
).
2
en CO
waarden gelden voor
2
2
Aardgas 2E
G31
G20
20 mBar
480
600
525
655
, d.w.z. de
2
sensor. Het is
2
48

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave