5.2 Warmwater-installatie aansluiten
1.
Spoel de installatie goed schoon.
2.
Monteer indien voorgeschreven een inlaatcombinatie.
3.
Monteer de koud- en warmwaterleiding (A en B) aan de montagebeugel.
Opmerkingen
Bij de instellingen "aan" en "eco" voldoet het toestel aan de Gaskeur CW eisen.
•
De specifieke leidinglengte bij een leiding diameter 12/10 mm bedraagt voor de
•
Kombi kompakt HR 22 A 24,25 meter, voor de Kombi kompakt HR 28 A en Kombi
kompakt HR 28/24 A 30,0 meter en voor de Kombi kompakt HR 36/30 A 27,6
meter. Bij een leiding diameter van 15/13 mm bedraagt deze voor de Kombi kompakt
HR 22 A 14,35 meter, voor de Kombi kompakt HR 28 A en Kombi kompakt HR
28/24 A 17,7 meter en voor de Kombi kompakt HR 36/30 A 16,2 meter.
Als het toestel alleen voor de warmwatervoorziening wordt gebruikt, kan de
•
verwarmingsfunctie met de servicecode op het bedieningspaneel uitgeschakeld
worden. De CV-installatie behoeft dan niet aangesloten of gevuld te worden.
Als het toestel tijdens de winter buiten bedrijf wordt gesteld en van het lichtnet
•
afgesloten wordt, moet het sanitairwater afgetapt worden om bevriezing te
voorkomen. Neem hiervoor de tapwateraansluitingen onder het toestel los.
In de Kombi kompakt HR 22 A zit een doseerventiel met een nominale waarde van 6
•
liter/min. In de Kombi kompakt HR 28 A en Kombi kompakt HR 28/24 A zit een
doseerventiel met een nominale waarde van 7,5 liter/min. De Kombi kompakt HR 36/30
A is voorzien van een doseerschijf-vervangingsring.
Bij de Kombi kompakt HR 36/30 A zijn bij hoge waterdrukken grotere volumestromen
mogelijk. Om bij de Kombi kompakt HR 36/30 A een uitstroomtemperatuur van 60°C
te garanderen dient de warmwaterinstallatie op 9 liter/min ingesteld te worden.
Het doseerventiel dient verwijderd te worden indien de waterdruk voor het doseerventiel
•
lager is dan 0,8 bar. De doorstroming dienst daarna met behulp van een reduceerventiel
ingesteld te worden.
Het doseerventiel dient te worden gereinigd of te worden vervangen indien de waterdruk
•
voor het doseerventiel hoger is dan 0,8 bar en de volumestroom lager is dan de
nominale waarde.
Weerstandgrafiek tapcircuit toestel
A. Kombi kompakt HR 22 A
B. Kombi kompakt HR 28 A en Kombi kompakt HR 28/24 A
C. Kombi Kompakt 36/30
X. Waterleidingdruk (Bar)
Y. Debiet (L/min, tolerantie ± 10 %).
5.2.1
Toestel met Naverwarming Zonneboiler
Het toestel is voorzien van het NZ-label: geschikt voor "Naverwarming Zonneboiler".
Hiervoor is op bestelling een aansluitset en een thermostatisch mengventiel
beschikbaar.
Aansluitschema Naverwarming Zonneboiler
A. Toestel
B. Zonneboiler
C. Koud water
D. Inlaatcombinatie
E. T max 85°C
F. Warm water
G. Thermostatisch mengventiel 35° - 65°C (instellen op ca. 62,5°C)
H. Warm water gemengd
K. Koudwatersensor S4
Opmerking
De koudwatersensor S4 dient op kroonsteen X4 9/10 van de branderautomaat te worden
aangesloten. In combinatie met een zonne-energiesysteem moet er na het toestel altijd
een thermostatisch mengventiel geplaatst worden, ingesteld op ca. 62,5°C.
De ombouwset Naverwarmen Zonneboiler kan worden besteld bij Intergas (art.nr.:
090347)
Een thermostatisch mengventiel kan besteld worden bij Intergas (art.nr.: 842177).
Intergas Verwarming BV
17