5.7.7
Luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met
gemeenschappelijk afvoersysteem op basis van overdruk
Toestelcategorie: C83
Een luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met een gemeenschappelijk
afvoersysteem is toegestaan.
BELANGRIJK
• Geldt alleen voor toestelcategorie C83
• De luchttoevoer in de gevel moet voorzien worden van een
Intergas inlaatrooster (art.nr.: 926187).
• Het gemeenschappelijk afvoersysteem moet voorzien
worden van een trekkende afvoerkap volgens BRL QA 19.
• Als het gemeenschappelijk afvoersysteem in de
buitenlucht wordt gesitueerd, moet de afvoerleiding
dubbelwandig of geïsoleerd uitgevoerd worden.
• Zie voor beugelen § 5.7.10
De minimale diameters van het gemeenschappelijk afvoersysteem
Aantal toestellen
HR 22 A en HR 28/24 A
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Opmerking
Het gemeenschappelijk afvoersysteem is in combinatie met het toestel gekeurd.
Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 5.7 Montage algemeen.
Gemeenschappelijke verbrandingsgasafvoer
De uitmonding van de verbrandingsgasafvoer kan op een willekeurige plaats in het
schuine dakvlak gemaakt worden, mits de uitmonding in het dakvlak dezelfde oriëntatie
heeft als de luchttoevoer in de gevel. Bij een platdak moet de uitmonding van de
verbrandingsgasafvoer in het "vrije" uitmondingsgebied gemaakt worden.
Breng een condensafvoer aan.
Intergas Verwarming BV
Diameter rookgasafvoer
HR 28 A en HR 36/30 A
C83
C83
90
100
100
110
110
130
130
130
130
150
130
160
150
160
150
160
160
170
160
170
160
170
180
200
180
200
180
200
180
200
200
210
200
210
200
210
200
210
32