HANDELSWIJZE BIJ PROBLEEMSITUATIES
PROBLEEM
6. Restwarmteweergave
licht niet op, terwijl de kook-
zones nog heet zijn.
7. Keramische plaat is
gebarsten.
8.Als het gebrek of de sto-
ring niet nog steeds niet is
opgeheven.
9. De inductiekookplaat ma-
akt een schurend geluid.
10. De inductiekookplaat ma-
akt een fluitend geluid.
11. De plaat werkt niet, u
kunt de kookzones niet
inschakelen en ze functio-
neren niet.
12.De display van de
programmator geeft het uur
"0.00" aan
13. De verlichting van de
oven werkt niet
OORZAAK
- onderbreking van de
stroomtoevoer, verbinding
van het apparaat met het
lichtnet onderbroken
Gevaar! Stroomvoorziening van de kookplaat
onmiddellijk onderbreken (zekering). Neem contact
op met de dichtstbijzijnde klantenservice.
Stroomvoorziening van de kookplaat onmiddellijk onderbreken
(zekering!). Neem contact op met de dichtstbijzijnde klanten-
service.
Belangrijk!
U bent verantwoordelijk voor de goede staat van het apparaat
en het juiste gebruik ervan in de huishouding. Als u op basis
van onjuist gebruik van het apparaat contact opneemt met
de klantenservice, dan zijn ook binnen de garantieperiode de
kosten van zo´n bezoek voor u.
Voor schade die is ontstaan door het niet in acht nemen van
deze gebruiksaanwijzing, kunnen wij helaas niet aansprakelijk
gesteld worden.
Dat is een normaal verschijnsel. De koelventilator van de elek-
tronische onderdelen werkt.
Dat is een normaal verschijnsel. Conform de werkfrequentie
van de spoelen tijdens het gebruiken van een aantal kookzo-
nes, maakt de kookplaat bij maximaal vermogen en een licht
fluitend geluid.
Elektronische storing
Het toestel werd van het
stroomnet ontkoppeld of er
was een tijdelijke stroom-
panne
Losgekomen of beschadigd
lampje
89
OPLOSSING
- restwarmteindicator gaat
pas weer werken nadat het
bedieningspaneel opnieuw
is in- en uitgeschakeld.
Reset de kookplaat, kop-
pel de kookplaat enkele
minuten los van de stroom-
voorziening (verwijder de
zekering van de installatie).
Stel het uur in (zie Gebrui-
kershandleiding van de
programmator)
Draai het lampje aan of
vervang het doorgebrande
lampje (zie hoofdstuk Reini-
ging en onderhoud)