Download Print deze pagina

Voorbereiding; De Acculader Aansluiten; De Accu Opladen; Het Accutype Selecteren - APA 16631 Gebruiksaanwijzing

Advertenties

6.2 VOORBEREIDING

Reinig de accupolen van stof en corrosieresten.
Uitsluitend voor open accu' s : verwijder de afsluitdoppen van
de accucellen. Controleer het vloeistofniveau in de cellen, raad-
pleeg hiervoor de handleiding van uw accu. Vul gedestilleerd
water bij tot het minimale vulpeil bereikt is, niet méér. De vlo-
eistof zet uit tijdens het opladen en de accu kan overstromen.
Laat de cellen van de accu open tot het opladen is voltooid.
Volg bij gesloten en onderhoudsvrije accu' s de aanwijzingen van
de accufabrikant heel nauwkeurig op.

6.3 DE ACCULADER AANSLUITEN

Let op:
De stekker van de acculader mag niet in
het stopcontact zitten, controleer dit.
Sluit eerst de rode pluskabel (+) van de oplader (positie 6 in het
overzicht) aan op de pluspool van de accu. Sluit daarna de zwar-
te minkabel (-) (positie 7 in het overzicht) op de minpool van de
accu aan. Als u de accu in ingebouwde toestand oplaadt, sluit u de
zwarte minkabel (-) op de carrosserie (blank gedeelte) aan, zover
mogelijk uit de buurt van de accu, carburateur en brandstofleidin-
gen. Houd altijd deze volgorde aan. Steek nu het netsnoer (positie
5 in het overzicht) in het stopcontact.

6.4 DE ACCU OPLADEN

6.4.1 HET ACCUTYPE SELECTEREN

Door (herhaaldelijk) op de keuzeschakelaar van het accutype te
drukken (positie 2 in het overzicht), selecteert u het accutype.
De verschillende accutypen worden in de volgende volgorde
doorgeschakeld: 6 V STD – 12 V STD – 12 V AGM – 12 V Gel.

6.4.2 DE DISPLAYWEERGAVE SELECTEREN

Met de keuzeschakelaar voor de displayweergave (positie 3
in het overzicht) kunt u de weergave van de huidige accu-
spanning omschakelen naar de laadtoestand in % (stappen
van 5%).

6.4.3 LAADMODUS/STARTHULP SELECTEREN

Met de keuzeschakelaar voor de laadmodus (positie 4 in het
overzicht) kunt u kiezen tussen traag opladen „SLOW", snel
opladen „FAST" en de starthulpfunctie „START".
Wanneer de accu volledig is opgeladen, geeft het display
„FUL" (huidige accuspanning) of „100" in % weer.

6.5 DE ACCULADER VERWIJDEREN

Let op: Trek eerst de stekker uit het stopcontact
en neem bij het losmaken van de klemmen de
volgorde in acht. Zo voorkomt u vonkvorming.
Omdat tijdens het opladen uiterst explosief
knalgas ontstaat, is dit zeer belangrijk voor uw
veiligheid.
Trek de stekker van de acculader uit het stopcontact.
Maak vervolgens de zwarte klem (min) los. Maak daarna de
rode klem (pluspool) los.
Laat de accu afkoelen. Uitsluitend voor open accu's: vul
de cellen bij met gedestilleerd water tot aan het door de
accufabrikant aangegeven vulpeil. Sluit de accucellen
weer af met de doppen.

6.6 STARTHULP

Lees eerst in de handleiding van uw voertuig hoe de
starthulpprocedure moet worden uitgevoerd voordat u
het apparaat als starthulp gaat gebruiken.
Schakel alle verbruikers (verlichting, voorruit- en stoel-
verwarming, enz.) in het voertuig uit. Sluit het apparaat
aan op de voertuigaccu zoals beschreven in paragraaf
6.3. Selecteer met behulp van de keuzeschakelaar het 12
V-accutype dat geschikt is voor uw voertuig. Stel de func-
tie „START" in met de keuzeschakelaar voor laadmodus/
starthulp.
Start nu de motor van uw voertuig. Laat de starter niet
langer dan 5 seconden werken. Mocht de motor niet
starten, wacht dan minimaal 3 minuten tot u een hernie-
uwde startpoging doet. Ga na de derde mislukte start-
poging niet verder, maar controleer of er een defect aan
uw voertuig is.
Als de motor draait, verwijdert u het apparaat zoals be-
schreven in paragraaf 6.5.
17

Advertenties

loading