De programmering is in principe voor alle instelbare
parameters gelijk.
Om naar de programmeermode te gaan:
Druk gedurende ca. 5 sec. op toets 2 („Set").
De regeling bevindt zich nu in de programmeermo-
de. Wanneer u in de programmeermode gedurende
ca. 30 sec. op geen enkele toets drukt, dan knippert
de weergave eerst en vervolgens keert de regeling
terug naar de normale Weergavemode. De weerga -
ve „Esc" signaleert hierbij dat eventueel aange-
brachte wijzigingen niet werden opgeslagen.
Druk op de programmeertoets
om tussen de instelbare parameters te wisselen
(zie tabellen 4
en ).
5
Druk op toets 2 („Set") om de weergegeven para-
meters die u wilt wijzigen te selecteren.
De actuele waarde van deze parameters wordt
weergegeven.
Druk op één van de programmeertoetsen
resp.
(°F).
▼
De weergave „Cod" verschijnt. Om een waarde te
kunnen wijzigen, dient u de toegangscode „22" in te
voeren.
J
H
I
6 2
5
I
s t e b a r e p a r a
Zie ook afb. 37 op pagina 26.
K
H
I
P r
g r
D i s p
a y
P a r a
J
i v e a u
w e e r
g a v e
1
St
Instelwaarde
Kastbinnentem-
peratuur T
2
Fi
Filtermat
bewaking
3
Ad
Master-slave-
code
4
CF
Omschakeling
°C/°F
5
H1
Instelling schakel
hysterese
6
H2
Waardeverschil
van foutmelding
A2
26
ECO
Eco-mode
27
PSO
Wijziging van de
autorisatiecode
Tab. 4: Instelbare parameters
Montage- en bedieningshandleiding Rittal koelaggregaat
(°C) resp.
(°F)
▲
▼
(°C)
▲
e t e r s
*
J
*
e t e r
i
a x
w a a r
w a a r
d e
d e
20
55
i
-
10
60
0
19
0
1
-
2
10
3
15
1
0
15
0
Houd de programmeertoets
drukt tot „22" verschijnt.
Druk op toets 2 („Set") om de code te bevestigen.
Nu kunt u de parameter binnen de aangegeven
grenswaarden wijzigen.
Druk op één van de programmeertoetsen
resp.
(°F), tot de gewenste waarde wordt weer-
▼
gegeven.
Druk op toets 2 („Set") om de wijziging te bevesti-
gen.
Nu kunt u op dezelfde wijze andere parameters wij-
zigen. De wijzigingscode „22" hoeft u hiervoor niet
opnieuw in te voeren.
Om de programmeermode te verlaten, drukt u ge-
durende ca. 5 sec. opnieuw op toets 2 („Set").
Op het display verschijnt „Acc" om aan te geven dat
de wijzigingen zijn opgeslagen. Vervolgens keert het
display terug naar normaal bedrijf (interne behui-
zingstemperatuur).
U kunt de e-Comfortcontroller ook via een dia-
gnosesoftwareprogramma (bestelnr. 3159.100) pro-
grammeren. Deze software wordt geleverd met en
verbindingskabel voor aansluiting op een PC. Als in-
terface dient de connector van de verbindingskabel
aan de achterzijde van het display van de e-Comfort-
controller.
G
F
J
F a b r i e
s
B e s c h r i
v i
J
H H J
i
s t e
i
g
35
De instelwaarde van de interne kasttemperatuur is
door de fabriek ingesteld op 35°C en in het bereik
van 20 – 55°C instelbaar.
99
Om de filtermatbewaking te activeren, stelt u de
(= Uit)
indicatie tenminste 10 K hoger in dan de in de pro-
grammeermode „Fi" weergegeven temperatuur-
verschilwaarde; de filtermatbewaking is standaard
uitgeschakeld (99 = uit).
0
Zie „6.2.8 Master-slave-code instellen", pagina 28
0
De temperatuurweergave is omschakelbaar van
°C (0) naar °F (1). De actuele temperaMontage- en
bedieningshandleiding Rittal koelaggregaat-
tuureenheid wordt via de betreffende led weerge-
geven.
5
Het koelaggregaat is door de fabriek ingesteld op
een schakelhysterese van 5 K. Deze parameters
mogen uitsluitend na overleg met Rittal worden ge-
wijzigd. Neem contact met ons op.
5
Wanneer de interne kasttemperatuur 5 K boven de
ingestelde insteltemperatuur stijgt, dan verschijnt
foutmelding A2 (interne kasttemperatuur te hoog)
op het display. Indien gewenst kunt u hier het waar-
deverschil binnen het bereik van 3 – 15 K wijzigen.
1
Eco-mode UIT: 0 / Eco-mode AAN: 1
0
De parameter maakt het mogelijk de autorisatieco-
de te wijzigen van „22" (fabrieksinstelling).
De nieuwe code is de som van 22 + PSO.
6 B e d i e
(°C) zo lang inge-
▲
g
J J
i
g
+ )
(°C)
▲
.
25