J J
6 B e d i e
F J K J
6 1
2
B e d r i
f s
e
De basiscontroller bewaakt en regelt het koelaggre-
+ )
gaat. Met behulp van de groene en rode led (afb. 33,
nr. 3 en 4) geeft de controller bedrijfs- en storingssta-
tussen aan:
)
e d
S t a t u s
Licht op
K J
G r
e
H J
( i
e )
Knippert
Alarm/Fout/Waarschuwing
K K
R
d
H
I
( a
a r
)
Reset
uitvoeren
Sensoren
Overbelas-
ting
Apparaat-
status/
-toestand
Waar-
schuwing
Geen
U i t
weergave
Tab. 3: Bedrijfs- en storingsindicatie van de basiscontroller
)
J
G J
J
e g e
d a
i p p e r i
|
= 500 ms (rode led aan)
_
= 500 ms (rode led uit)
***** = 3 s pauze (rode led uit)
U kunt de melding voor te hoge temperatuur ook via
een geïntegreerd potentiaalvrij contact op de aan-
sluitklem van het koelaggregaat opvragen (systeem-
meldrelais met wisselcontact, zie aansluitschema's
bij „4.6.4 Voeding installeren", pagina 14):
22
i
g
J
s t
r i
g s i
d i c a t i e
, K
V G
r a a
Spanningsvoorziening aanwezig,
apparaat is bedrijfsklaar
Alleen bij geïnstalleerde deurschakelaar:
Kastdeur is open
Alleen bij geïnstalleerde deurschakelaar:
Kastdeur is gesloten
Reset koelaggregaat
Hogedrukalarm
Potentiometer defect of
weergavefout
Binnentemperatuur-
sensor defect
Vorstbeveiligingssensor
defect
Compressor overbelast
Interne ventilator
overbelast
Externe ventilator
overbelast
Overbelastingsmodus
(Vermogensverlies)
Vorstbeveiligingsalarm
Waarschuwing te hoge
temperatuur
Geen spanning
Draaistroom-
fasebewaking:
„Led uit" = verkeerde
fase-aansluiting
H
t e r v a
*
H
a a t r e g e
–
Om verhoogde condensvorming te voor-
komen, kastdeur zo snel mogelijk sluiten.
Positie van de deurschakelaar controleren.
Aantal knipper-
Knipperinterval
intervallen van
de rode led
(12)
|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|
(0)
|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|
(3)
|_|_|*****|_|_|*****|_|_|*****|_|_|*****|_|_|*****
(4)
|_|_|_|*****|_|_|_|*****|_|_|_|*****|_|_|_|*****
(5)
|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|
(6)
|_|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|_|*****
(7)
|_|_|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|_|_|
(8)
|_|_|_|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|_|_|_|*****
(9)
|_|_|_|_|_|_|_|_|*****|_|_|_|_|_|_|_|_|*****
(2)
|_|*****|_|*****|_|*****|_|*****|_|*****|_|*****|_|
(1)
|*****|*****|*****|*****|*****|*****|*****|*****|*****|
–
Voedingsspanning controleren
–
Fasen verwisselen
– klem 3: NC (normally closed)
– klem 4: C (aansluiting voedingsspanning
systeemmeldrelais)
– klem 5: NO (normally open)
De definities NC en NO hebben betrekking op de
spanningsloze toestand. Zodra het koelaggregaat
op de spanning is aangesloten, trekt het systeem-
meldrelais aan zodat de relaiscontacten van status
wisselen (contact 3 – 4 geopend; contact 4 – 5 ge-
sloten).
Montage- en bedieningshandleiding Rittal koelaggregaat